Josef en Rita gaan al vele jaren naar Lourdes met de ziekenbedevaart van het bisdom Gent
Josef Kijken naar de grot schenkt mij enorm veel voldoening. Dat is geen menselijke plaats, hier moet iets zijn. Het is een mysterie dat ik niet helemaal kan vatten, maar dat ik geloof. Er komen zoveel mensen naar Lourdes. De contacten lopen heel vlot. Er zijn inwoners van verre landen, er zijn jongeren, er is de inzet van zoveel vrijwilligers... Dankzij hen kunnen wij dit meemaken. “Zo een triestige bedoening” denken mensen soms als je vertelt dat je naar Lourdes gaat, maar je ziet er enkel lachende gezichten. Ik ben dankbaar voor de kans die we gekregen hebben om dit allemaal te beleven. Ik kreeg zoveel, en ik had het gevoel dat ik niets kon terugdoen. Ik werd geconfronteerd met mijn beperkingen. Ik ben dan enkele jaren gaan spreken in een college om jonge mensen warm te maken om naar Lourdes te gaan. We hopen dat de helpers blijven doorgaan en dat ouderen de fakkel aan jongeren kunnen doorgeven. De toekomst ligt bij de jeugd. Ik heb zoveel tegenslagen meegemaakt, maar ik heb nooit alleen gestaan. Ik ben altijd mensen tegengekomen. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.
Rita Voor mij is het telkens een heel emotioneel moment om Lourdes te naderen. In 1992 ging ik er voor de eerste keer heen. Het samenzijn met zoveel mensen is bijzonder. De mis aan de grot, de biechtviering, de ziekenzalving, de kaarsen... Het spreekt mij enorm aan. De helpers zijn gedreven mensen die denken zoals wij, en die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat klaarstaan. En ze zijn altijd even blij!