
Mgr. Gabriël Quicke over de rijkdom van gastvrijheid
Wie is mgr. Gabriël Quicke?
Mgr. Gabriël Quicke (°1961, Brugge) is een priester van het bisdom Brugge en hoogleraar aan de KU Leuven. Hij is rector van de Koninklijke Belgische Kerk en de Stichting Sint-Juliaan der Vlamingen in Rome sinds 2021. In zijn loopbaan gaf hij les in verschillende contexten, ook was hij actief in het veld van de oecumene en de Oosterse kerken. In 2014 werd hij kapelaan van de paus, zo ontving hij de titel monseigneur. Hij schreef verschillende boeken over de kerkvader Augustinus. |
Wie is Augustinus?
Sint-Augustinus (354-430) was de bisschop van Hippo (stad in het huidige Algerije). Hij is een belangrijke kerkvader van wie heel wat geschriften zijn overgeleverd. De bekendste zijn Confessiones en De civitate Dei. |
Het gasthuis: een ontmoetingsplaats tussen God en mens
Men weet niet precies wanneer het gasthuis (hospitium) Sint-Juliaan-der-Vlamingen in Rome is begonnen. Mogelijk was het in de elfde eeuw, of misschien al in de achtste, maar in 1444 waren er al statuten en een gastenboek. De essentie is echter dat het hospitium zich richt op Vlaamse pelgrims die naar Rome komen, met een bijzondere aandacht voor de hulpbehoevenden. De kerk in Rome was door verschillende redenen een hele tijd gesloten, maar nu is ze weer regelmatig geopend. Zo keren we terug naar de bron van de stichting: iedereen is er welkom, de deur is open.
Ook de rest van de Kerk moet zo haar deuren openen, niet als museum, maar als een ontmoetingsplaats tussen God en mens. Daarin kan de Kerk leven, als een plek van stilte en luisteren. Augustinus vraagt ons, retorisch, of de Kerk mooi is omwille van haar architecturale pracht: "Nee," schrijft hij, "het zijn de mensen en de gemeenschap die mooi zijn." Tenslotte zijn wij de ledematen van het lichaam van Christus. We kunnen de Kerk niet begrijpen zonder de trinitaire liefde in het hart van de Kerk.
Augustinus zegt over de parabel van de barmhartige Samaritaan dat de Kerk geroepen is om een herberg van barmhartigheid te zijn. De kwetsuren die er zijn, zoals de wonde in de zij van Jezus, kunnen een bron van nieuw leven en verrijzenis openen. De paus spreekt over de Kerk als een veldhospitaal: we nemen de pijn ernstig en richten ons in de eerste plaats op het verzorgen van wat het meest acuut is, zoals een moeder die meteen de pleisters haalt als haar kind thuiskomt met een geschaafde knie.
Gastvrijheid is meer dan enkel antwoorden aan de fysieke noden van de medemens. Het is gemakkelijk om een paar euro te geven voor een sandwich, maar luisteren kost meer inspanning. In de kerk in Rome is een stapsgewijze renovatie bezig, er komt een keukentje bij het ontmoetingszaaltje. Het doel is om hier enkele keren per jaar voedsel te kunnen aanbieden aan de armen, vooral aan zij die in stilte afzien en zich schamen voor hun armoede. Een stuk brood geven volstaat voor hen niet, ze hebben nood aan iemand die hen ontvangt en naar hen luistert. De maaltijd is zo maar een deelaspect van samen op weg gaan.
Lees verder onder de afbeelding

De gastvrijheid: leraren en leerlingen zijn medeleerlingen
Wanneer ik gastvrijheid op het onderwijs betrek, dan moet ik meteen denken aan de eerste schooldag.
Een van de ouders brengt het kind naar school, hoe wordt het daar opgevangen? Het is een hele kunst voor de school om dat te doen, want ieder kind heeft een eigen achtergrond en context. Toch is de verwelkoming van deze nieuwe kinderen een universeel ritueel dat zich ieder jaar herhaalt. De diepmenselijke waarde van zich welkom voelen primeert hier, de school wordt een tweede thuis en dat kan alleen als er vertrouwen is tussen het kind, ouders en leraren.
Toen ik zelf leraar godsdienst en geschiedenis was aan het Klein Seminarie in Roeselare, kwamen leerlingen soms na de les met een vraag naar mij toe. In eerste instantie leek die dan over de leerstof te gaan, maar als je goed luistert, dan zie je dat het eigenlijk over hun eigen situatie gaat. Volgens mij vereist onderwijs een soort opmerkzaamheid, een empathie om de eigen realiteit van de leerling te kennen. Dat is lang niet altijd eenvoudig, want scholen zijn steeds diverser, ook buiten de steden.
De pluriformiteit in de klas is er in vele vormen, naast de taal is er nog de culturele diversiteit, de verschillende mentaliteit, de individuele voorgeschiedenis en de religie. Toch is de uitdaging van de diversiteit ook een bron van grote potentiële rijkdom. Migranten hebben bijvoorbeeld een andere interesse en openheid voor religie dan veel Vlaamse jongeren, doordat religie in hun wereld een andere positie inneemt. Het kan lonen om hier opmerkzaam voor te zijn.
Volgens mij is ook die open geest een facet van gastvrijheid.
Bisschop Augustinus, zelf leraar in de retoriek, schreef dat leraren en leerlingen samen op pad moeten gaan, als medeleerlingen. Het verhaal dat de leraar vertelt tijdens de les moet volgens hem vertrouwen scheppen met de leerling, zodat er wederzijds en dynamisch gefilosofeerd en uitgewisseld kan worden. Het gaat namelijk niet enkel om kennisoverdracht, maar ook over de ontdekking van een levensgrond. Een innerlijke, spirituele leraar, in de christusfiguur, helpt ons bij die zoektocht.
Op vrijdag 10 en zaterdag 11 februari kunnen onderwijsmensen in de Abdij van Averbode de bezinning ‘Van ontmoeting tot gastvrijheid, op weg met Augustinus' volgen. Op deze tweedaagse zal mgr. Gabriël Quicke spreken over zijn gelijknamige boek 'Van ontmoeting naar gastvrijheid'.
Op 16 februari komt mgr. Quicke ook spreken over hetzelfde boek op het inspiratie- en impulsmoment van Missiepastoraal bisdom Brugge in het diocesaan dienstencentrum Groenhove (Torhout).
