De Eerste Kerkelijke Structuur tot Circa 1100
De oudste parochiekerken in het bisdom zijn toegewijd aan de heilige Petrus of de heilige Martinus, ze dateren dikwijls uit de zesde, zevende of achtste eeuw. Kerken toegewijd aan Sint-Salvator (Brugge, Harelbeke) dateren meestal uit de Karolingische periode, in de achtste en vooral negende eeuw, maar pretenderen dikwijls dat ze hun oorsprong danken aan de Heilige Eligius, net als kerken toegewijd aan de Heilige Eligius. Kerken toegewijd aan het Heilig Kruis en de Heilige Michaël, zoals in Roksem, Ichtegem en Sint-Michiels, dateren ook uit de Karolingische periode. De weinige bewaarde oorkonden uit de tiende eeuw (vooral 988) en de elfde eeuw (1089) zijn een aanwijzing dat in deze periode in onze streek een net van parochiekerken was uitgegroeid in de, toen nog, rurale samenleving. Dat netwerk zou nog tot ver in de moderne tijd vorm geven aan het religieuze leven. Die kerken waren aan het einde van de elfde eeuw in handen van bisschoppen, abdijen en kapittels.
Kloosters en abdijen waren in onze streek in de vroege middeleeuwen nog nauwelijks aanwezig. Een unieke vermelding verdient hier het klooster van Torhout, met Merovingische wortels, van waaruit in de negende eeuw door Anskarius en Rembertus missioneringsactiviteiten naar het huidige Noord-Duitsland (Hamburg en omgeving) en Scandinavië werden georganiseerd. De bisschop van Doornik-Noyon oefende het bisschoppelijke gezag uit over het grootste deel van onze huidige provincie. Daarnaast vermelden oudere en vulgariserende studies ook nog het bisdom Utrecht. Dat komt omdat het Sint-Martinuskapittel van Utrecht heel vroeg, in de Karolingische tijd, in het bezit was gekomen van de kerk van Sijsele, van waaruit de Brugse Onze-Lieve-Vrouwekerk is opgericht. ‘Nederlandse’ heiligen als Willibrordus en Bonifatius werden dan ook steeds, eigenlijk tot op de huidige dag, in de Brugse Onze-Lieve-Vrouwekerk vereerd. Maar ook Sijsele en de Brugse Onze-Lieve-Vrouwekerk behoorden steeds tot het bisdom Noyon-Doornik.
Op het grondgebied van het huidige bisdom Brugge ontstonden rond het jaar 1000 in enkele stedelijke centra kapittels van kanunniken, seculiere geestelijken die in groep samenleefden rond een kerk waar ze bijeenkwamen voor het getijdengebed. Het oudste en belangrijkste voorbeeld is het Sint-Donaaskapittel op de Burg van Brugge, dat ontstond in de tweede helft van de tiende eeuw als stichting van de graaf van Vlaanderen. Het Sint-Donaaskapittel fungeerde ook als administratie voor de graaf: de kanunniken waren geschoolde geestelijken, met een, voor die tijd, stevige intellectuele vorming. Korte tijd later kwamen er nog kapittels bij in Brugge (Onze-Lieve-Vrouw), Harelbeke (Sint-Salvator), Kortrijk (Onze-Lieve-Vrouw) en Veurne (Sint-Walburga).
Godelieve en Arnoldus: De Eerste Heiligen uit Onze Streek
Arnoldus van Tiegem (ca. 1040-1084) was monnik van de abdij van Soissons, waar hij rond 1077 abt werd. Toch moest hij zich uiteindelijk terugtrekken uit deze positie door de intriges van de Franse koning. Hij werd even (weer) kluizenaar tot hij in 1081 bisschop van Soissons werd. Hij bleef slechts drie jaar bisschop, maar ijverde, onder andere, in Vlaanderen voor de godsvrede. Hij probeerde dus paal en perk te stellen aan lokale feodale twisten en het geweld dat daarmee gepaard ging. Hij overleed in Oudenburg en werd in 1121 heilig verklaard. Zijn verering ligt aan de basis van de Sint-Pietersabdij van Oudenburg, gesticht vanuit Soissons. Na de heiligverklaring van Arnoldus werd Oudenburg een lokaal bedevaartsoord.
Godelieve van Gistel, overleden in 1070 en al heilig verklaard in 1084, was een vrome vrouw uit de ‘pagus Bononiensis’, de streek van Boulogne, die naar Gistel kwam om er te trouwen met de lokale burchtheer Bertulf. Het huwelijk van Godelieve en Bertulf liep echter op een mislukking uit, en Bertulf liet haar wurgen door twee van zijn knechten. Haar leven, met aandacht voor de armen, ook tijdens haar eigen lijden, en haar gewelddadige dood maakten zeer veel indruk op de lokale bevolking en er ontwikkelde zich een spontane volksverering rond haar graf, gestimuleerd door enkele miraculeuze gebeurtenissen. Godelieve is een van de zeer zeldzame getrouwde vrouwen die ooit door de Kerk zijn heilig verklaard. Na haar heiligverklaring ontstond in Gistel de Sint-Godelieveabdij voor vrouwen, die de regel van Benedictus volgden. De put waarin zij na haar wurging werd gegooid groeide eveneens uit tot een bedevaartsoord.