Het is een eenvoudig vers, beeldrijke taal, die door een oude melodie weer tot leven kwam. Vol van betekenis wanneer we verder willen kijken. Hoe komen we erbij, God een ‘lieve boetseerder’ te gaan noemen?! Mijn nieuwsgierigheid bracht me bij een ‘lieve boetseerder’. Ze heet Sigrid Buysse en houdt sinds kort een winkel en werkatelier open op de Leuvensesteenweg in het centrum van Kortenberg, met de naam Siggy’s Collection. Haar verhaal overtuigde mij eens te meer. God wist wat Hij deed, toen hij de mens uit stof en aarde boetseerde en hem en haar een naam gaf. Vandaag begint de vastentijd. Dan zingen we dit vers. Maar we proberen nog meer waar te maken waartoe deze bede ons oproept: ‘Lieve God, herschep mij tot een nieuwe mens, bevrijd me waar ik vast zit, laat me de juiste keuzes maken.’
Mijn eigen ding
‘Oh, my God!’ was het eerste wat ze zei, toen ik haar vroeg hoe het allemaal begon. ‘Ik zette als kind al graag mijn handen in de klei. Of deeg moest ik kunnen kneden. Ik moest het voelen. Ik moest me kunnen vuil maken. In feite heeft het altijd al in mij gezeten. Het is pas toen ik als jonge vrouw uit het ouderlijk nest in Berg wipte om met mijn vriend te gaan samenwonen, dat ik de stap zette. ‘Ik ga potten bakken.’ Ik leerde om te beginnen potten draaien bij Ilse Dase in Grimbergen. Dat was in een oud schuurtje waar het keikoud was en je de draaischijf al schoppend zelf in beweging hield. Het gaf goesting naar meer. En in dezelfde gemeente schreef ik mij in het cultureel centrum in voor een andere cursus. Het gaf me de kans, nieuwe technieken en materialen te leren kennen. Niet dat ik een diploma wou halen. Ik hou niet van opgelegd werk en regeltjes, van een keurslijf. Ik wilde zoveel mogelijk mijn eigen ding doen. In alles wat ik maakte wilde ik iets van mezelf leggen. Beginnen met niets, een klomp klei en daarmee iets maken, uniek. Ja, vraag me niet iets tweemaal te maken. Het zal telkens anders zijn.’
Altijd opnieuw beginnen
Ondertussen was Sigrid met Erik, haar man, in Veltem gaan wonen. Ze kregen kinderen. Ze ging werken. Alles kwam op een laag pitje te staan. Een gezin, een man, kinderen vragen aandacht. Maar het bleef kriebelen. ‘Ik kreeg opnieuw de ruimte - die vrijheid gunden mijn man en ik elkaar - om de draad terug op te nemen. Ik trok naar Het Werkhuis in Nossegem. Die schat van mij stond toe, dat ik onverwacht op vakantie in Nederland mijn eerste oventje kocht. Hij ging het na de vakantie nog zelf ophalen. Wij verhuisden naar Erps-Kwerps, in de Olmenhoekstraat. Ik begon me hoe langer hoe meer vragen te stellen bij het kantoorwerk dat ik deed. In 2011 ging ik halftijds werken. Ik begon met kinderateliers rond boetseren. Hieruit haal ik veel voldoening. Het is anders werken met kinderen. Volwassenen willen iets zo goed mogelijk namaken. Kinderen maken er hun eigen ding van. En dat is pas creëren en scheppen. Ondertussen ging ik weer op de schoolbank zitten. Ik volgde een cursus zorgkunde. Een heerlijk gevoel. Een nieuwe wereld ging voor me open: de echte wereld. De wereld van mensen die hulp nodig hadden en waar ik voelde dat ik van betekenis kon zijn. Maar dan kwam dit huis op mijn pad. Een pand dat al een tijdje leegstond. Hier komen wonen met mijn gezin, hier een atelier opstarten, hier mensen ontvangen … Andermaal stond ik voor de keuze. Zou ik hiervoor gaan? Mijn andere halftime stopzetten? Met al mijn durf maakte ik de sprong. Want als je de sprong niet waagt, weet je nooit of het wel iets wordt. Gelukkig had ik mijn gezin mee. Met hun hulp heb ik mijn hart in Siggy’s Collection kunnen leggen.’
Met mijn ogen toe
Ze zet een beeldje voor mijn neus, legt haar hand erop en sluit de ogen. ‘Op sommige beeldjes breng ik gesloten ogen aan. Met de ogen toe kom ik zelf ook tot denken zonder beperking, tot dromen. Dan kom ik tot rust. Het beeldje zegt wat ik ervaar.’ Op dat moment valt het me op, dat dit atelier aan een drukke steenweg ligt. Maar ik heb het geen oogwenk ervaren. De grote ramen maken, dat men ongegeneerd naar binnen kijkt, naar kunstige arbeid, naar kinderen die genieten van een cakeje tussen de boetseer- en schilderbeurt. Sigrid haalt er nog een ander beeld bij, helemaal anders. ‘Dit is Colette en daar staat Henriettte.’ Twee kippen, grappig vormgegeven. Helemaal niet identiek. ‘Ik geef ze een naam, net zoals wij met onze kinderen doen. Ik heb een duidelijke band met hen. Ze krijgen een plaatsje hier. Zodanig zelfs dat het moeite kost ze los te laten. Ik hoop dat ze een goed plaatsje vinden bij de mensen die ze kopen. Ik heb er ook hard aan gewerkt. Het duurt een maand tot een creatie definitief af is. Je moet alles eerst vorm geven, dan veertien dagen laten drogen, dan een eerste bakbeurt en vervolgens een tweede om het zijn kleur te geven, op welke wijze ook. Dit goed doen vraagt tijd.’
Veertig dagen lang
En tijd krijgen we nu: veertig dagen lang. Die Lieve Boetseerder heeft ons tot leven geroepen. Stuk voor stuk. Allemaal zijn we een unieke creatie. Ook wij kregen een naam, waarmee wij aan mensen toebehoren. Ook wij zoeken elk onze weg en maken onze eigen keuzes. Zijn het de juiste? Hou ik hierbij rekening met wie mij omgeven? Heb ik oog voor de echte wereld? Durf ik mijn ogen sluiten en de rust vinden, waar Hij mij weer uit de klei kan trekken en herscheppen? Is dat niet het wonder van wat gebed met een mens vermag? Veertig dagen worden wij ertoe uitgenodigd, los te komen van waar we vastzitten, onze vrijheid terug te vinden, die recht doet aan onszelf én de mensen om ons heen. Ook dat gaat niet zonder lukken en mislukken. Soms zitten we met gebroken scherven. Maar dan is er weer de hand van die Lieve Boetseerder.
Lieve Boetseerder, trek mij uit de klei.
pastoor Patrick
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.