Het is een vraag die in de meeste huiskamers of keukens klinkt. Wij vertellen nu al wat er op het menu staat van dit parochieblad, zes weken lang tijdens de vasten. We bieden u elke week een fotomeditatie, aansluitend bij de liturgie die Broederlijk Delen elke week aanreikt. Voor deze meditatie put ik uit het fotoalbum van de sympathisantenreis van begin december 2017 naar Senegal. Ik had het geluk te mogen deelnemen. We ontmoetten er de partners van Broederlijk Delen. Op deze wijze wil ik u een klein stukje laten meeleven. Mijn conclusie is eenvoudig: Broederlijk Delen werkt!
Maar vergeet ook niet elke dag uw vastenkalender open te slaan, de artikels in uw parochieblad of elders te lezen over de campagne van dit jaar, die Oeganda centraal stelt. Daar voeren mensen zoals Grace een gelijkaardige strijd om leven en toekomst. Ook daar helpen mensen de honger uit de wereld. Zij verdienen onze steun.
Een desolaat landschap en een verzengende hitte. Op de grond nog droge stekken van de voorbije gierstoogst. Het is geen woestijn. Maar de klimaatverandering maakt ondertussen, dat elk droog seizoen anderhalve maand langer duurt en plotse en te overvloedige regens vruchtbare grond wegspoelen. De woestijn rukt steeds op. In de verte een eenzame baobab, die net als de andere bomen teert op zijn laatste sappen, die hij vasthoudt in zijn stam en wortels dieper in de grond. Wat gaat een mens hier zoeken?
Met zeventien mensen uit heel Vlaanderen vatten we deze reis aan. Geen traditionele vakantie, maar een reis uit solidariteit, uit verbondenheid met mensen in een ver continent. Allemaal Gods kinderen. We zitten net als Noach in hetzelfde schuitje. Er is maar één aarde die wij bewonen. En soms dreigt die helemaal ten onder te gaan aan een zondvloed van problemen.
We zijn getuige van de veerkracht van mensen en worden er zelf met momenten stil bij. Waarmee zijn wij toch bezig? Waaruit putten wij zoals de baobab ons levenssap? Ons antwoord: samen op stap gaan in verbondenheid. Veertig dagen lang. En ook hierna.
God van alle leven, herstel de verbondenheid met onszelf, met mensen in het Zuiden, dit jaar in Oeganda, maar ook in Senegal, met uw hele schepping en vooral ook met U, God.
December 2017 bezochten drie sympathisanten uit ons dekenaat de projecten van Broederlijk Delen in Senegal. Elke week brengen we aansluitend bij de liturgie van het volgende weekend een meditatie bij een foto uit hun reisalbum.
De vrouwen straalden. Ze hadden net de pepertjes en tomaten geplukt. Een oogst die overvloedig was. De planten hadden nog meer in petto. Het was hier goed toeven in deze tuin op het plateau van Thiès. Hier zou je wel drie tenten willen bouwen tussen schaduwrijke bomen en vruchtdragende tuingewassen. En dat terwijl het droge seizoen andere velden tot dorre vlaktes herschept. Een oogst die verder doet dromen.
Zij hoeven zich geen zorgen te maken om wat er vandaag op het menu staat. Extra inkomsten van deze tuinbouw verzekeren voeding en onderwijs voor de kinderen, zelfs andere mogelijkheden. Het spook van honger en ondervoeding, dat op andere plaatsen kinderoffers eist, wordt hier in Gods naam een halt toegeroepen. Dat deze gezinnen met Agrécol, een partner van Broederlijk Delen in Senegal, gingen meewerken betekende een keerpunt in hun leven.
Zo ook in Oeganda. Las je al het verhaal van Grace in je vastenkalender? Ook zij was blij, dat COSIL, de partner van Broederlijk Delen aldaar, haar overtuigde werk te maken van haar dromen. Ze zal het beamen: ‘Broederlijk Delen werkt.’
God, onze Heer, help ons van deze vastentijd een keerpunt te maken in ons leven. Help ons keerpunten te creëren in het leven van andere mensen. Help ons, daarbij de juiste offers op te brengen.
We zaten in een kring. De dorpelingen zouden vertellen over wat hen ertoe gebracht had, met de partners van Broederlijk Delen mee te werken. ‘Maar laten we eerst bidden’, zegden ze, ‘elk volgens eigen overtuiging. Want wat zouden wij mensen zijn zonder Degene die ons aan elkaar bindt.’ Het raakte ons. We werden er trouwens bij verschillende ontmoetingen toe aangespoord. Het waren moslims die ons uitnodigden tot gebed. Senegal telt negentig procent moslims en tien procent christenen. En toch hebben zij een harmonieus evenwicht van samenleven gevonden. Het viel ons meermaals op. Vroom openden zij de handen. Enkelen van ons sloegen een kruisje. We werden stil. Iemand reciteerde één van hun rituele gebeden, waarbij anderen instemden.
Vastentijd, een tijd om een nieuw evenwicht te vinden. In onze traditie willen Tien Woorden ons helpen, dat evenwicht te vinden en te bewaren. Van oudsher heten ze de Tien Geboden. Geen mensenwoord, maar Gods Woord. God, dat Mysterie dat ons, mensen van allerlei overtuigingen, omspant. Mensen hier in Vlaanderen en daar in Senegal, in Oeganda, waar dan ook … Wanneer wij de handen openen voor God, laten we dan ook de handen openen voor elkaar.
God, help ons een nieuw evenwicht te vinden in ons gezinsleven, in ons samenleven van allerlei gezindheden, in ons delen van dezelfde wereldtafel met voedsel, in ons samen leven met man, vrouw en kind, met mensen van alle rassen en talen… Laat uw Woord ons leiden.
Er kwamen geen bulldozers bij te pas. Enkel man- en vrouwkracht. Het was een activiteit waaraan alle mannen en vrouwen van onze partner van Broederlijk Delen en wijzelf deelnamen. Het zou geen bouw van een tempel worden, die het herstel van de joodse samenleving na de ballingschap zou betekenen. En toch was dit een bouwwerk waarop wij allen fier mochten zijn. Met stenen, losgewrikt uit de droge grond, bouwden we dijkjes die het dorp mee zouden beschermen tegen het overvloedige water van het regenseizoen. Die regens worden alsmaar erger en spoelen de vruchtbare grond weg. Een eenvoudige en efficiënte ingreep. Het water krijgt ondertussen meer tijd om door te sijpelen. Met een herstel van de waterspiegel verbetert tevens de opbrengst.
We voelden ons sterk verbonden. Even keken onze partners verbaasd. We mochten meehelpen en maakten spontaan een ketting om de stenen door te geven. De dorpelingen zagen het nut ervan in en kwamen er mee tussen staan. Sterkere armen bleven ondertussen zwaardere lasten dragen. We maakten het mee waar: Broederlijk Delen werkt. Zo bouwen ook partnerorganisaties in Oeganda door een duurzaam voedselbeleid mee aan het herstel van de leefbaarheid voor mens en milieu. We voelen ons met hen verbonden. Zeker in dit collecteweekend verdienen zij onze steun.
God, Gij bindt ons telkens weer aan elkaar. Help ons deze vastentijd verder te zien als een kans om ons verbonden te weten of de verbinding te herstellen met U, met de ander, met onszelf.
We hadden de harde aardkorst opengebroken, een putje gegraven, wat vruchtbare teelaarde gemengd met water, de beschermende huls van de kluit van het miniboompje weggesneden … Nu zouden we het kunnen planten. Alles gebeurde precieus en minutieus, alsof wij deelnamen aan de meest risicovolle operatie. Een mirakelboompje, mee ontwikkeld door een aan de plantentuin van Meise verbonden wetenschapper. Eens geworteld in deze aarde zal het snel groeien. Dat is de grootste eigenschap van dit boompje. En, belangrijk, zijn bladeren zullen de jonge plantjes eromheen voor de zon beschutten en, eens afgevallen, de omringende grond verder vruchtbaar maken. De hoogste takken zullen vlug afgesneden kunnen worden om de dieren in het droge seizoen bij te voederen en om ze te gebruiken voor de houtkacheltjes.
Terwijl we dit deden, groeide een nieuw verbond tussen deze Afrikanen en onszelf. Wie was wie aan het helpen? We legden onze westerse betweterij af, om onder het waakzaam oog van de lokale partners van Broederlijk Delen iets nieuws te laten groeien, dat voor zijn eigen mirakel zou zorgen. ‘Als de graankorrel niet in de aarde valt, blijft hij één graankorrel. Maar wanneer hij sterft, draagt hij veel vruchten.’
God, breek ook ons open, dat wij ons riskeren aan die wet van de graankorrel. Schrijf hem in ons hart. Laat het werk van Broederlijk Delen als een graankorrel zijn. Solidariteit van mensen hier, die op lange termijn verandering teweegbrengt, daar in Oeganda en op zovele plekken in de wereld.
De vrouw ging voortdurend in en uit het water. Ze droeg telkens een fles mee. De hals was dichtgemaakt. De trechter onderaan in de fles was opengemaakt. Haar bedrijvigheid maakte ons nieuwsgierig. Ze stopte telkens een beetje gekookte koeskoes in de fles om visjes te lokken. Dat was niet moeilijk. Het mangrovegebied is een broedplaats van vis. Ze legde een fles ergens neer in het ondiepe water en een paar minuten later kon ze haar weer uit het water halen. Door de trechtervorm lukte het de meeste visjes niet eruit te glippen. Het waren miezerige visjes en zieltogend lagen ze naar lucht te happen. Maar deze visjes zouden straks de maaltijd van het gezin aanvullen. Ditmaal zou het voor de kinderen niet alleen rijst of koeskoes met saus zijn. Om geen tijd te verliezen en geen enkele kans te missen ging ze weer het water in. Maar dan kwam een kind zomaar bij haar schotel visjes neerhurken. Het wist niet wat het ervan moest denken. Waarom ving deze vrouw visjes? Het meisje maakte zich klein en boog zich wat over de kom. Er stond een vreemde uitdrukking op haar gelaat, die het midden hield tussen verwondering en meelijden.
Hoe gaan wij in op de soms schrijnende realiteit van deze aardse werkelijkheid, de harde weerbarstigheid van deze Goede Week? Hoe laat God zich hier kennen? Was deze vrouw niet te prijzen? Want haar kruis was de dagelijkse zoektocht naar voedsel om haar gezin in leven te houden. De kinderen zouden straks misschien jubelen bij haar intocht thuis. Maar is God ook niet dat meisje dat zich klein maakt met de kleinen? Zoals God het in Jezus deed, om het wrede lot te delen van degenen over wie Hij zich ontfermde.
God, in Jezus maakte Gij uw intocht in Jeruzalem. Ingaand op de roep van mensen om Leven. Ingaand op het risico, zelf opgeofferd te worden aan de dwaasheden van mensen. Leer ons ingaan op wat het leven werkelijk van ons vraagt. Leer ons met Jezus elk onrecht overwinnen.
Leven
Ze stonden op. De vraag van de voorzitster van Graif, één van de partners van BD in Senegal, moest niet herhaald worden. ‘Laten we onze bijeenkomst beginnen met te dansen, zoals we bij elke bijeenkomst doen. Ieder van ons heeft wel zijn zorgen en pijnen. Maar wij zijn geroepen om te leven, leven te schenken, leven te geven. Laten we het samen doen.’ En dus lieten zij de Afrikaanse ritmes weerklinken doorheen de boxen. Sommigen sprongen echt recht en lieten zich gaan in wervelende bewegingen. Het was een kleurrijke groep. Want Senegalezen zijn fier, verzorgen hun uiterlijk, lopen rechtop. Het was een warme ontmoeting met deze ‘vrouwen met vaart’. Broederlijk Delen speelt vaak in op vrouwenproblematiek. Vrouwen zijn sleutelfiguren in gezin en samenleving. Doorheen rollenspelen mochten we dan zien hoe deze vrouwen geleerd hadden op te komen voor hun rechten, in het eigen gezin, in de gemeenschap waarin ze leven. Dankzij hun opgedane kennis, dankzij de solidariteit die zij samen realiseren.
Broederlijk Delen helpt hen via hun partners hun eigen toekomst uit te bouwen. Waar hun leven soms een strijd om te overleven was, mogen zij nu goed leven ervaren, vinden zij nieuwe levensadem. Niet alleen in Senegal, maar ook in Oeganda, waar dit jaar onze aandacht via Broederlijk Delen naartoe ging. Ook daar zijn vrouwen vaak de sleutelfiguren die voor een keerpunt zorgen.
God, ook voor ons wil Pasen weer een nieuw beginpunt, een keerpunt zijn. Het waren ook vrouwen die de weg met Jezus meegingen, onder het kruis stonden en de eerste getuigen waren van zijn verrijzenis. Schenk ons nieuwe levensadem om de weg te kunnen gaan die Jezus ons voorgaat.
pastoor Patrick