Ongeschoeide Karmelieten, in stil gebed Gods vriendschap zoeken
In de 12de eeuw leefde een groepje kluizenaars op de berg Karmel, in de huidige staat Israël. Ze inspireerden zich op de profeet Elia die zich in de woestijn en op de berg Horeb in stilte terugtrok en daar God ontmoette. Zijn verhaal lees je in de Bijbel 1 Koningen 17-19. De kluizenaars vroegen en kregen een korte leefregel in briefvorm van patriarch Albertus van Jeruzalem (1149-1214). In 1235 worden de karmelieten gedwongen de berg Karmel te verlaten. De meesten trekken naar delen van Europa.
In de 16de eeuw hervormden Teresa van Avila en Johannes van het Kruis de orde. Het kwam tot een breuk en zo ontstond een nieuwe orde: de Ongeschoeide Karmelieten of Teresiaanse Karmel.
Eigen aan Karmelieten is hun inwendige stille bidden, de dagelijks beleefde vriendschap met God. Doorheen de eeuwen heeft de orde veel mystici voortgebracht. Behalve de stichters ook bijvoorbeeld Thérèse van Lisieux, Elisabeth van de Drieëenheid en Edith Stein.
In Vlaanderen zijn er ongeschoeide karmelieten in Berchem, Gent en Brugge. Ongeschoeide karmelietessen zijn er in Aalst, Antwerpen, Blankenberge, Brugge, Kortrijk, Moerzeke, Oudenaarde, Vilvoorde, Vlamertinge en Weelde. De Vlaamse Karmel heeft ook 2 kloosters in Zweden.