Op de zaterdag van het Pinksterweekend (27 mei) zullen tientallen jonge mensen van onze parochie het sacrament van het Vormsel ontvangen. Naar aanleiding van dit gebeuren schreef Denijs deze bijdrage
EEN HAND OP JE SCHOUDER
Een hand op je schouder. Het is meer dan zomaar een vluchtig gebaar. Het behoort tot die warme lichaamstaal die de kracht van woorden ver overstijgt. Het wil zoveel meer zeggen. Stel je voor: een kind groeit op zonder die liefdevolle aanrakingen. De enige manier waarop hij handen ervaart is als er slaande argumenten gebruikt worden. Wanneer je dan een hand op de schouder legt krijg je een terugschrikkende reactie. Gelukkig kennen de meeste kinderen wel de bedoeling van dit gebaar. Geborgenheid, steun, bemoediging. In de vormselviering wordt gevraagd van de ouders en van de peter of meter niet toeschouwer te zijn, maar achter de jongere gaan staan. Een gebaar van ‘wij staan volledig achter je’ maar ‘we willen je ook wel loslaten, langzamerhand, ga maar stilaan je eigen weg…’
ZALVING EN HANDOPLEGGING
Het Vormsel is een scharniermoment. Van kind naar puberteit. En omdat ze daarvoor veel kracht nodig hebben is er op dat moment het Vormsel.
Mensen kunnen niet zonder tekens en symbolen en rituelen. Van oudsher al, in alle culturen en godsdiensten komen ze voor. Daarmee kun je verbondenheid uitdrukken. Kan je wat niet met woorden te zeggen is toch uitdrukken. Het godsdienstige is zoiets dat ons enerzijds overstijgt, iets wat ongrijpbaar is en ons toch met warmte kan vervullen. Een gelovige heeft het vermoeden en de innerlijke zekerheid dat Iemand die groter is hem draagt en hem nabij is: God. Om die God te benaderen neemt hij zijn toevlucht tot allerlei gebaren, handelingen, voorwerpen: water, vuur, brood en wijn, olie, of zeer sterke gebaren als handen opleggen en zalven. Bij belangrijke levensmomenten vooral, zijn er zulke rituelen, heilige handelingen, ‘sacramenten’. Bij geboorte, volwassenwording, huwelijk, ziekte bv. Bij het doopsel willen ouders hun kindje aan God toewijden. Het vormsel rond 12 jaar, bij het begin van de volwassenwording is dan een persoonlijke bevestiging.
ZEGEL
“Ontvang het zegel van Gods Geest” zegt de vormheer tijdens de viering. Het zegel is een kenmerk, een merkteken dat uitdrukkelijk de echtheid van een brief, een document, bevestigt en bekrachtigt. Het duidt ook op een verbintenis, een belofte. Bij het vormsel zijn er dus 2 sterke symbolen: de handoplegging en de zalving. Het zijn geen magische gebaren maar rijke en diepmenselijke handelingen. Handen opleggen is een beschermend en teder gebaar dat verbondenheid en veiligheid suggereert. De aanraking van handen kan je goed doen en helen en bevestigen. In het vormsel wil ‘Gods hand’ ons aanraken en zegenen en bevestigen. Zalven met olie is een genezend, heilzaam en beschermend gebaar, maar ook een gebaar om waardigheid over te dragen, zoals vroeger bij koningen (zoals koning DAVID gezalfd werd). God wil ons in het vormsel bevestigen in onze diepste menselijke waardigheid.
IN HET SPOOR VAN JEZUS
Gods Geest en Gods genade roepen we over hen af, strooien we mild over hen uit. Gevormd willen worden is willen in het spoor van Jezus gaan. Hoe leefde Jezus dan? Aandachtig voor de kleine kwetsbare mens, oog voor het lijden van de ander, met andere woorden: VERBONDEN. Werken aan Gods droom op aarde: Het Rijk Gods, een wereld van recht en vrede en liefde waar alle mensen tot hun recht komen. In de stroming gaan staan van Gods grote krachtige liefde.
De vormheer zal beide handen strekken over de vormelingen. Een gebaar van beschutting als een dak boven het hoofd: “Zend over hen uw Heilige Geest. Geef hun de geest van wijsheid en inzicht, van raad en sterkte, van vroomheid en liefde, en vervul hen met eerbied voor God en voor alle medemensen.”
En hij neemt chrisma, een kruikje olie. Giet je olie op een steen dan zal zijn kleur, tekening, structuur, nog zuiverder aan het licht komen. Welnu, de zalvende warmte, de aandacht, de tederheid en de liefde die een mens meekrijgt van ouders en opvoeders en vrienden, laat de jongere beter, voller, krachtiger aan het licht komen. De zalvende olie van het vormsel wakkert het licht en het vuur in de jongere aan om zo vuur en warmte te zijn voor anderen. Laten we achter deze jongeren staan zodat dit chrisma, deze olie, ooit tot in het diepste ‘putje’ van hun ziel doordringt.
EN DAN?
Af en toe hebben we wel eens het gevoel dat onze catechese nutteloos zou zijn omdat we die gevormde jongeren bij voorbeeld niet vaak meer in de kerk zien. Vertrouwen we dan toch maar op de kracht van het zaad dat waait waarheen het wil. Op de adem van God die blaast over de wereld en over de jongeren. Op de Geest die wij zelf niet in handen hebben. Met een ruimere en wijze catechese die het enge ‘uitleg bij de kerkdingen en bij de parochie’ overstijgt en die de klemtoon legt op INHOUD en diepgang, vertrouwen we erop dat we die kinderen belangrijke ‘tools’ meegeven om wijs en vanuit een christelijke reflex in het leven te staan. Daar kan een catechese met de focus op verhalen uit de bijbel en spirituele verhalen sterk toe bijdragen. Een catecheet die boeiend kan vertellen heeft al heel wat in huis. Immers er is een betrouwbaar voorbeeld: Jezus zelf, ‘anders dan in parabels’ sprak Hij niet, staat er ergens in het evangelie.
Denijs Van Killegem, catechist Sint-Paulusgemeenschap