De vrouw waar het op 15 augustus in de Kerk om te doen is, was een jong meisje. Toen de Engel, de Boodschapper, de Goddelijke Liefde in haar leven verscheen, spreekt de Bijbel over Maria in termen als de ‘Alemach’ – de jonge vrouw. Geen enkel Nederlands woord kan de rijke waaier aan betekenissen van dit ene Hebreeuwse woordje ten volle vatten. Vrouwen hadden in de Joodse cultuur geen betekenis. Een sociale status kregen ze pas op het ogenblik dat ze ‘moeder’ werden. De Engel bezorgde Maria samen met de aankondiging dat ze moeder van Gods Zoon zou worden, ook een waardigheid. Uiterst menselijk is de reactie van Maria: “Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?” Ik heb nog geen kennis van de menselijk liefde! Alsof deze nederige, menselijke bekentenis niet volstond om de Engel op zijn stappen te doen terugkeren, doet de Engel haar de ware kennis uit de doeken. Maria diende niet te bouwen op de kennis met een man, maar op de kennis met en van God. De heilige Geest, Gods inspiratie zal je alles leren om met God om te gaan. Zolang je maar niet vol bent van jezelf maar vol van Gods genade !
Ze moet een goeie leerlinge geweest zijn!
Onmiddellijk na haar ja-woord, trekt ze weg van huis. Ze was beter voorzichtig geweest in haar gezegende toestand, zouden we zeggen. Maar wie kennis heeft met God, kan niet blijven stilzitten. Die moet op weg, en wel met spoed. Naar mensen toe… Wie Gods liefde mocht ervaren wil dat delen, zoals een verliefde jongen of meisje over zijn lief wil vertellen. Want waar het hart van vol is, loopt de mond nog altijd van over. Natuurlijk vertel je dan zo weinig mogelijk aan je ouders want zij hebben té veel bedenkingen en zogenaamde goeie raad. Je gaat over de liefde in allereerste instantie vertellen aan je vrienden en vriendinnen want die begrijpen je beter. Zo loopt Maria naar haar nicht Elisabeth. Deze laatste begreep Maria zonder veel uitleg want ze waren beiden vol van genade. Ze waren niet vol van zichzelf maar van genade – van de liefde van God die gratis is. Het doet deugd als gelovige mensen het geloof met elkaar te kunnen en te mogen delen.
Magnificat!
Het geloof van Maria en Elisabeth krijgt vaste vorm in dat wereldberoemde Magnificat – de nationale hymne van de hemel. Menselijke, vaak egoïstische overwegingen worden daarin omgedraaid; binnenste buiten gekeerd. Dit protestlied tegen onderdrukking en hoogmoed, is tegelijkertijd een receptenkaart om Gods droom te realiseren. Voor Maria bleef het niet bij dromen maar haar leven was één en al in praktijk brengen van haar eigen lofzang. Daarom verklaart de Kerk dat Maria ten volle is opgenomen in de Goddelijke, Hemelse Heerlijkheid. Iets waar ook wij mogen naar streven. Een zalige Hoogdag!
Gino