Interview naar aanleiding van het nieuwe plan voor de zondagsvieringen
Tegen de zomer treedt een nieuw plan in voege voor de zondagsvieringen in onze parochie. Dat plan maakt heel wat los, want het zal niet meer zo zijn dat er in elk van onze zes kerken op zaterdagavond of zondagvoormiddag nog een eucharistie plaatsvindt. Het plan zelf is bovendien nauw verbonden met de vraag naar de toekomst van de parochie. De parochieploeg is dan ook niet over één nacht ijs gegaan. We stellen enkele vragen over het proces dat tot het plan leidde, aan één van de leden van de parochieploeg, Joris Geldhof. Die was zo vriendelijk ons via Zoom – hoe kan het ook anders in deze tijden – te woord te staan.
Het nieuwe plan voor de vieringen op zon- en feestdagen wordt weldra publiek gemaakt. Wat kan je al vertellen over de details?
JG: “We hebben beslist om het hele plan, inclusief alle details, op hetzelfde moment voor iedereen toegankelijk te maken, via de website, het parochieblad etc. Voordien houden we ons aan een soort van moratorium, zodat er geen pijnlijke discriminatie ontstaat tussen mensen die ‘het’ wel al wisten, en zij die van niets wisten. We zijn er ons immers van bewust dat het allemaal heel delicaat is, en dat we onmogelijk voor iedereen goed zullen kunnen doen. Maar in essentie komt het erop neer dat we opteren voor stabiliteit en haalbaarheid: er zal in meerdere kerken sowieso op elke zondag of zaterdagavond een eucharistieviering blijven. En wat ikzelf heel belangrijk vind: voor de belangrijkste feestdagen in het liturgisch jaar, komen we allemaal samen op één en dezelfde plek, met de hele parochie. Omwille van haar grootte en bereikbaarheid zal dat in de kerk van Christus Koning zijn.”
Welke overwegingen hebben de doorslag gegeven?
JG: “Dat was eigenlijk een heel complexe zaak. We hebben in eerste instantie natuurlijk geluisterd naar het Parochiaal Beraad. Dat was achteraf bekeken een belangrijk kantelmoment. We mochten zowaar nog samenkomen met een grote groep in de Clemenspoort! Ons uiteindelijke voorstel wijkt in essentie nauwelijks af van wat toen besproken werd. Tevens hebben we heel aandachtig geluisterd naar de mensen uit de verschillende kerkplekken, want waar er geen mis meer zal zijn, zal het pijn doen. Dat beseffen we heel goed. Tegelijk – en dat was een derde factor van belang – hebben we gehoor gegeven aan wat de vicaris voor de parochiepastoraal en de deken van Gent te zeggen hadden. Want ons plan staat natuurlijk niet op zich; het is ingebed in de pastoraal van de hele stad en het bisdom. Ik steek ook niet onder stoelen of banken dat we een eerder compromis dat we in de schoot van de parochieploeg hadden bereikt, hebben moeten herzien. Misschien was dat wel een goeie zaak, want zo’n ‘compromis à la belge’ oogt niet altijd fraai.”
Waar lagen de pijnpunten?
JG: “Het is natuurlijk niet mogelijk om als het ware uit de biecht te spreken. Maar ik denk dat die pijnpunten, indien ze al niet bekend zijn, voor zich spreken. Er zullen ‘verliezers’ zijn. Natuurlijk mag je dat zo niet zien – we moeten allemaal samen vol vertrouwen naar de toekomst kijken en het algemeen goed van de parochie altijd voor ogen houden – maar in de beleving en de perceptie zal dat haast onvermijdelijk zo gezien worden.”
Dat klinkt nogal dramatisch.
JG: “Dat is helemaal niet de bedoeling. Ik wil alleen ernstig nemen wat volgens mij de reactie van sommigen zal zijn, eenmaal ons plan gecommuniceerd wordt en in voege treedt.”
Je zei dat de toekomst van de parochie voor jullie een belangrijk ijkpunt en criterium was in de besprekingen. Kan je dat wat nader toelichten?
JG: “Zeker, met plezier. Kijk, die toekomst is natuurlijk onzeker. Hoe sterk en veerkrachtig christelijke gemeenschappen binnen pakweg vijftien jaar zullen zijn in de stad Gent, kan niemand voorspellen. Maatschappelijk gezien gaat het al lang niet goed – dat is tenminste het standaard verhaal – met de aantallen van mensen die zich betrokken tonen bij de zondagspraktijk van de kerk. Om nog te zwijgen over priesterroepingen. Daarnaast zijn er vele van onderuit opborrelende initiatieven die een christelijk leven weten te inspireren. Nu goed, al die factoren en evoluties bespreken zou ons veel te ver voeren. Maar op een bepaald moment worden die macro-ontwikkelingen natuurlijk heel tastbaar op micro-vlak. Dat houdt in dat je keuzes moet maken.”
En…?
JG: “De fundamentele keuze die wij als parochieploeg willen maken is die vóór een mooi vormgegeven eucharistieviering met de hele gemeenschap – priester, diakens, gezinnen, kinderen, ouderen, jongeren, zieken, en als het even kan ook geloofsleerlingen, enz. – op zondag, op dezelfde plek, in lijn met de traditie, en in een levendige band met de andere geledingen van de katholieke kerk. Die fundamentele keuze haakt in op wat ik eerder bedoelde met stabiliteit. Over haalbaarheid had ik het ook: onze pastoor moet het aankunnen, alleen al puur menselijk gesproken. En hij moet het niet alleen vijf jaar ternauwernood kunnen volhouden, maar liefst nog veel langer. Hij moet het ook kunnen combineren met de andere belangrijke taken die bij zijn ambt komen kijken, zoals verkondiging en diaconie. Bovendien moeten we het als parochianen óók zien zitten, om bijvoorbeeld niet van hier naar daar te moeten gaan op zondag. In die zin was een alternerend systeem eigenlijk geen optie. Kortom, we hebben ervoor geopteerd om een plan op te stellen dat ernstig rekening houdt met zijn en onze draagkracht. Tegelijkertijd willen we volop inzetten op het inbedden van de eucharistie op zon- en feestdagen in het parochiale leven als geheel. Dus moeten we verder nadenken over hoe we verdiepingskansen, catechese en verkondiging erop kunnen enten, en hoe onze eucharistie nauwer aansluiting kan vinden op onze inzet voor de naaste én voor waarachtige gemeenschapsvorming.”
Dat klinkt allemaal heel mooi!
JG: “Maar je hebt helemaal gelijk als je beweert dat we er op die laatste terreinen nog lang niet zijn. Er is nog heel wat werk voor de boeg. Maar dat we dat werk niet schuwen als parochieploeg, daar heb ik intussen wel vertrouwen in. Zeker in dit heikele dossier blijkt dat we een uitdaging moedig aankunnen.”
Bedankt voor dit gesprek. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
JG: “Inderdaad!”
OMDAT WE ZONDER DE ZONDAG NIET KUNNEN!
Quia sine dominico non possumus. Zo luidt in het Latijn een van de boeiendste getuigenissen van de eerste christenen. De context was die van de gruwelijke vervolgingen tijdens het regime van de Romeinse keizer Diocletianus (late derde eeuw). Christelijke gemeenschappen stuurden getuigenissen van wat hen overkwam naar andere christelijke gemeenschappen: de zogenaamde martyria. Ze getuigden uitgebreid over welke folteringen ze moesten ondergaan, en hoe bruut de overheersers wel waren. Maar het accent van hun geschriften werd allerminst gedreven door goedkope sensatiezucht. Ze wilden vooral getuigen van hun geloof. Hoe dierbaar hen dat was, hechtten ze aan Christus, de Heer, de Kurios (Grieks), of Dominus (Latijn). En van Dominus is dominica afgeleid: de dag van de Heer, de zondag. Waarom gingen ze zelfs zover dat ze bereid waren om zelfs hun leven ervoor te laten? In hun eigen woorden: “Omdat we zonder de zondag niet kunnen…”
Vandaag zijn we – gelukkig maar – in een heel andere situatie beland. Op sociaal en politiek vlak hoeven we als christenen geen vijandschap te vrezen, die onze lichamelijke integriteit en vrijheid belaagt. Toch kunnen we veel opsteken uit het ‘getuigenis’ van onze zusters en broeders in het geloof van toen. Onze gehechtheid aan de zondag, de dag van de verrijzenis, de dag dat alles anders wordt, de dag waarvan wij leven. De dag waarzonder wij niet zijn wie wij verlangen om te zijn. We kunnen zoveel leren van christenen vóór ons, voor wie de samenkomst op zondag allerminst een evidentie was.
Het is vanuit een diepe overtuiging dat het belangrijk is om voor zoveel mogelijk mensen de eucharistie op onze parochie open te stellen, en om in de komende jaren met zoveel mogelijk medegelovigen van week tot week de dag van de Heer Te vieren, dat wij als parochieploeg het nieuwe schema voor eucharistievieringen in het weekend voorstellen.
Vanaf/Na de zomervakantie vieren we eucharistie op zaterdag om 17.00uur in de kerk van Christus Koning en om 18.30uur in de kerk van Zwijnaarde. Op zondag vieren we eucharistie om 9.00uur in de kerk van Sint-Denijs-Westrem en om 11.00uur in de kerk van Sint-Pieters-Buiten. Het IRRC (internationale studentenvereniging) viert eucharistie om 11.30uur in de kerk van Christus Koning. Deze laatste viering is meertalig.
Er zullen ook tijdens de week diensten zijn (in de kerk van Sint-Paulus en Afsnee). Later meer nieuws hierover.
Joris Geldhof