Op woensdagavond 30 oktober verzamelden we in het Sint-Baafshuis met een dertigtal parochieploegleden uit de vijf hoeken van ons dekenaat voor een overleg over de pastorale beleidsplannen. In de loop van de voorbije maanden immers kreeg elke parochieploeg de opdracht om zo’n plan voor de komende zes jaren uit te schrijven op basis van een analyse van de huidige pastorale werking, het vermogen, het aantal vrijgestelden en vrijwilligers, de verdeling van de zondagsliturgie en andere vieringen. Deze plannen vormen een eerste en noodzakelijke stap ter voorbereiding van de opmaak van de kerkenbeleidsplannen 2026-2031 en de bijhorende meerjarenplannen die de kerkbesturen hebben op te maken en in te dienen bij de kerkelijke (Bisdom) en burgerlijke overheden (Stad Gent).
In de dekenale ploeg vonden we het raadzaam om vooraleer de afzonderlijke pastorale plannen aan de bisschop en zijn diensten over te maken ter nazicht ze eerst aan elkaar kenbaar te maken, ze te beluisteren in het licht van de huidige en komende situatie, erover te reflecteren en te onderscheiden waar we gelijkenissen en verschillen tegenkomen, maar met eenzelfde zorg voor de Kerk in onze stad en in onze zending als christen. Deze gedeelde zorg zal immers nog toenemen naarmate de jaren vorderen. Nadat een lid vanuit elk van de vijf parochies het eigen plan voorstelde, gingen we in gemengde deelgroepen hierover in gesprek. We sloten af met te beluisteren wat uit de groepen naar boven kwam, te behartigen is voor de toekomst en natuurlijk voor blijvend overleg in de beleidsploeg die de parochieploeg is.
Wat kwam erboven drijven, naast een opsomming van kerken, vieringen en cijfers?
Alle vijf de plannen gaan ervan uit dat binnen de komende zes jaren geen ingrijpende veranderingen in het statuut van de kerkgebouwen dient gevraagd te worden. Dit betekent echter niet dat in elke kerk een wekelijkse weekendeucharistie kan of zal gegarandeerd worden, zoals nu al trouwens het geval is in meerdere kerken (vooral die in het centrum). In twee parochies is het aantal weekendvieringen nu al beperkt tot drie, in andere zijn er meerderen en in de loop van de komende tijd heeft de ploeg te bekijken hoe hiermee om te gaan.
Het werd duidelijk dat alles gewoon in stand houden zoals het nu is alleen maar neergang en zelfs uitsterven betekent. Er is nood om te focussen op een of meerdere gemeenschappen met voldoende huidige vitaliteit en daaraan vooral energie en zorg te besteden, door daarop uit te nodigen en een onthalende, missionaire pastoraal te ontwikkelen. We hebben daarbinnen te bekijken hoe we de andere, kleine en oudere gemeenschappen kunnen integreren ofwel na goede info en met zorgzaam overleg te laten uitdoven.
In de parochie H. Franciscus te Gent-Oost bereikt pastoor Johan Goedefroot over twee jaar immers de pensioengerechtigde leeftijd van 75 jaar. Dit betekent dat ons dekenaat hoe dan ook met dit gegeven rekening zal moeten houden als in de opvolging moet worden voorzien binnen een uiterst krap actief priesterbestand. We merken een achteruitgang in het aantal gelovigen dat de vieringen bijwoont, het aantal vrijwilligers.
Die avond klonk ook de roep om de geloofsgemeenschap zoveel mogelijk intergenerationeel te houden, d.w.z. bestaande uit de diverse generaties, in plaats van jong en oud op te splitsen. Dat is trouwens ook de eigen zending van de parochie.
We weten dat het huidige parochiemodel als een loutere optelsom van losse gemeenschappen- vaak als ‘servicekerk’ op zijn limieten is gebotst en een nieuw groeiend inzicht in de zending van de parochie – een parochie die zich laat updaten dus – dringend actueel is. Dit vormt wel het uitgangspunt van onze plannen en daarop hebben we ons roerend en onroerend patrimonium voor veil te houden. We voelen allen hetzelfde, ook al zeggen we het niet met zoveel woorden of durven we het niet zo sterk uitspreken. We ervaarden die avond doorheen de gesprekken deze grootste gemene deler en de nood om hiermee elk apart maar ook meer en meer samen als dekenaat aan de slag te gaan met durf maar ook met weemoed om wat en met wie dit niet meer zal kunnen.
Zullen er veranderingen komen in de toelatingsvoorwaarden tot het gewijde ambt? Hoe zal het zijn in 2034 in de Kerk in Vlaanderen, in Gent? Dit blijven open vragen, maar we ervaren wel dat het persoonlijk contact, het elkaar bijhouden, belangrijker wordt om gemeenschap te vormen. De kleine diaconie van zondag en weekdagen, naast de zorg via projecten, de ene zondagsviering als bron en hoogtepunt, zich durven engageren en actief spreken over ons gelovig zijn, het verderzetten van catechese en geloofsverdieping voor alle leeftijden, het openhouden van voldoende kerkgebouwen voor liturgie in brede zin, voor stil gebed en bezinning, naast culturele activiteiten, vormen enkele draden om door te weven in de komende zes en hopelijk vele verdere jaren.
Jürgen François, deken