Wekenlang samen met je gezin ‘in je kot blijven’, is niet makkelijk.
Er is angst en de toekomst is onduidelijk. Veel mensen voelen eenzaamheid en gemis. Er is ook onmacht, omdat je anderen niet altijd nabij kan zijn op de manier die je zelf zou willen. We moeten aanvaarden dat de wereld er – minstens tijdelijk – anders uitziet. We moeten loslaten en deemoedig erkennen dat we niet alles in de hand hebben. We ‘ondergaan’ en dat is een gevoel dat indruist tegen onze behoefte aan controle en tegen onze neiging om alles op te lossen. Ongevraagd krijgen we met zijn allen een oefening in nederigheid. Als christen mag je deze zorgen en bekommernissen in vertrouwen bij God neerleggen, je onmacht en frustratie over zoveel zaken waarvoor je geen oplossing hebt, uitspreken.
Anderzijds kunnen we ook méér dan lijdzaam toezien of onbewogen blijven. Zo gaan veel gezinnen op zoek naar creatieve oplossingen voor moeilijke tijden: Hoe vang je de ruzies tussen de kinderen op? Hoe ga je om met dagelijkse frustraties? Wat doe je met kinderen die zich te pletter vervelen? Hoe verbeter je de sfeer in huis? Voor christenen is het zoeken naar die antwoorden een manier om God nabij te brengen en Gods zorg voor de mens concreet te maken.
Velen van ons zitten momenteel midden in deze oefening. Dan is het goed om het doen en laten in je gezin eens vanop afstand te bekijken.
Voor deze oefening bestaan verschillende theoretische kaders. Een daarvan is het kader van de vijf basisbehoeften in de Pessotherapie, een ervaringsgerichte therapievorm waarin men het lichaam gebruikt als een spiegel voor interne processen.
Pesso onderscheidt vijf basisbehoeften die gedurende het hele leven van wezenlijk belang zijn: plaats, bescherming, begrenzing, voeding en steun. Deze basisbehoeften hebben zowel een lijfelijk als een symbolisch karakter. Als je met deze basisbehoeften rekening houdt, heb je sterke tools in je handen om het gezinsgeploeter in coronatijden een stuk aangenamer te maken.
Waar is mijn plek?
Ieder mens heeft nood aan een eigen plek, een eigen leefruimte. Als je met een gezin voor enkele weken opeengepakt zit in een huis of appartement, is het voor iedereen zoeken naar zijn of haar eigen fysieke plek. Waar kan ik mij terugtrekken als ik alleen wil zijn? Waar kan ik mijn eigen ding doen zonder anderen te storen? Welke ruimte is privé en welke ruimte is gedeeld? Het is goed om daarrond afspraken te maken.
Zita van negen vindt het fijn om via Skype of WhatsApp met haar vriendinnen te chillen. Ze zit urenlang te ‘gibberen’ of loopt rond met de tablet of de smartphone en laat aan haar vriendinnen zien wat haar broers en haar ouders aan het doen zijn. De andere gezinsleden worden er helemaal tureluurs van. Tijdens een gezinsvergadering verwoorden haar broers en haar ouders hun frustratie. Ze spreken af dat Zita twee skypehoekjes mag maken waarin ze zich terugtrekt als ze met haar vriendinnen wil praten. Samen met haar mama maakt ze twee gezellige ‘nestjes’ of ‘coconnetjes’, opgebouwd met lakens en versierd met kerstlampjes. |
Daarnaast is het ook zoeken naar je symbolische plek in het gezin. In normale omstandigheden heeft elk zijn of haar eigen rol in het gezin. In coronatijden staan die rollen onder druk. Het is belangrijk om dat onderling bespreekbaar te maken.
Papa Rudy werkt voltijds, mama Katja deeltijds. Katja is veel vaker thuis dan Rudy en neemt de rol van ‘gezinsmanager’ dagelijks op. Nu Rudy voltijds telewerkt, is hij meer aanwezig en neemt hij spontaan ook managerstaken over. Dit doorkruist de gewoonten van Katja en ook de kinderen raken hierdoor wat in de war. Afspraken die al jarenlang tussen Katja en de kinderen bestaan, worden niet gevolgd door Rudy omdat hij daar niet van op de hoogte is. Rudy raakt gefrustreerd omdat zijn goedbedoelde hulp niet gewaardeerd wordt. Rudy en Katja bespreken dit eerst onderling. Nadien betrekken ze de kinderen erbij tijdens de wekelijkse gezinsevaluatie die in de coronacrisis werd ingevoerd. |
Ik voel me veilig
Een tweede basisbehoefte is bescherming: recht op privacy, zorg voor onderlinge afbakening en bescherming van het zachte en kwetsbare in gezinnen. Het voelt niet goed wanneer broer of zus zonder kloppen de kamer komt binnengestormd, wanneer een briefje “niet storen” wordt genegeerd of wanneer de kinderen elkaar continu “pakken” op hun kwetsbare, gevoelige kant. Als ouder is het belangrijk om hier grenzen te trekken: grenzen naar elkaar toe en grenzen bij jezelf.
Zita heeft moeite met emotieregulering. Ze kan in een mum van tijd heel erg boos worden. Nu ze 24/24 moet samenleven met haar broers is dit nog lastiger. Haar broers voelen namelijk feilloos aan hoe ze haar emoties tot een kookpunt kunnen brengen en maken daar handig gebruik van in hun spel en interacties. Zita verliest telkens weer de controle en voelt zich daardoor onveilig bij haar broers. Katja besluit het spel meer vanop een afstand in de gaten te houden en spreekt met de kinderen af dat zij onmiddellijk moeten stoppen wanneer zij een kaartje omhoog steekt. Het kaartje biedt Zita veiligheid: het zorgt ervoor dat de situatie niet telkens escaleert. |
Mama Katja vindt het vervelend als er veel rommel in huis ligt. Ze voelt dat dit haar frustreert. Anderzijds weet ze dat het in deze omstandigheden niet zo netjes kan zijn als zij het zou willen. Coronatijden zijn voor haar een oefening in mildheid: niet gaan uitbarsten bij de minste rommel waardoor de kinderen zich onveilig voelen, maar rustig blijven ademen. |
Begrenzing geeft speelruimte
Wanneer het duidelijk wordt dat Rudy en Katja enkele weken met hun gezin ‘in hun kot’ moeten blijven, besluiten ze om een dagstructuur voor elk van hen op te stellen. Dit is nodig om te weten wie met wat bezig is, wie voor wie beschikbaar is, wie wanneer toegang heeft tot de pc’s en om ervoor te zorgen dat iedereen een zinvolle daginvulling heeft. Ze vragen aan de oudste kinderen van 12 en 14 om zelf een voorstel te doen. Seppe van 14 is boos. Katja begrijpt niet goed waarom, tot ze beseft dat Seppe helemaal geen structuur wil. Hij wil de komende weken eigenlijk alleen maar doen waar hij zin in heeft. Begrenzing wekt weerstand op, zeker bij pubers! Dit moet eerst uitgepraat worden vooraleer de structuur kan uitgedacht worden. |
Schep begrenzing en structuur door een opdeling te maken in soorten tijd: studietijd, speeltijd, skypetijd, schermtijd, etenstijd, enzovoort. Maak samen een voorstel. Organiseer ook enkele evaluatiemomenten in het gezin: werkt deze structuur goed? Wat is er helpend en wat is er storend?
Hongerigen voeden
Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat voeding – letterlijk begrepen – een basisbehoefte is die van levensbelang is.
Maar ook voeding voor de geest, de ziel en het lichaam, in de vorm van o.a. spel, boeken, muziek, geestelijke en spirituele zorg, mentale en fysieke nabijheid, lichaamsverzorging en sporten zijn heel belangrijk.
Leven in coronatijden is een evenwicht zoeken tussen enerzijds verveling en wat rondhangen en anderzijds voldoende prikkels binnenhalen om de basisbehoefte van voeding in te vullen.
Tijdens de eerste gezinsvergadering brainstormen Rudy en Katja samen met de kinderen over de vraag ‘Wat kan ik doen als ik mij verveel?’: dingen om te spelen, taakjes, opruimwerkjes, sportideetjes, enzovoort. Elk idee schrijven ze op een briefje en deponeren ze in de ‘verveelpot’. Wie zich verveelt, mag drie briefjes trekken en voert er dan één naar keuze van uit. |
’s Avonds heeft Katja Bart aan de lijn. Hij komt nauwelijks uit zijn woorden van emotie. Een half jaar geleden besloten hij en zijn vrouw om uit elkaar te gaan. Zonet kreeg hij te horen dat zijn ex-vrouw een nieuwe vriend heeft. Hij is er helemaal niet goed van, maar hij begrijpt niet waarom hij zo verdrietig is. Op dit moment heeft hij nood aan een knuffel en aan iemand die hem fysiek nabij is. Katja en Bart besluiten via Skype verder te babbelen. De babbel doet hem deugd. Hij komt tot het inzicht dat hij zich vooral bedreigd voelt in zijn vaderrol en dat hem dat zo verdrietig maakt. Hij voelt zich wat opgelucht, maar de broodnodige knuffel, die moet hij missen.
|
Sabine woont in een cohousingproject van een geloofsgemeenschap. Haar hele leven bouwt zich rond die gemeenschap op. In deze coronatijden wordt de gemeenschap geraakt in haar levendige hart: geloofssamenkomsten en informele ontmoetingsmomenten kunnen niet meer doorgaan. De kapel – de plek waar Sabine haar angsten en zorgen voor God kan leggen en waar ze Gods aanwezigheid voelt – is gesloten. Sabine probeert die plek ‘mentaal op te roepen’ vanuit haar appartement. Ook al is dit geen makkelijke oefening, het maakt haar rustiger. Ze merkt dat het beter gaat naarmate ze dat meer oefent. En ook al blijft er het verlangen naar de ‘echte’ plek, ze krijgt het gevoel dat ze ‘haar plek’ op de een of andere manier altijd bij zich kan hebben. |
Elkaar steunen
Eén ding is zeker: deze periode is voor niemand gemakkelijk. Sommigen zijn eenzaam of angstig, anderen vinden het lastig om met het hele gezin op een zakdoek groot te leven. Er komt ergernis en ruzie van.
Eigenlijk is het heel normaal dat ieder minstens één keer per dag een moeilijk moment heeft.
Maak dit bespreekbaar en steun elkaar daarin. Als je je boos, gestresseerd of geïrriteerd voelt, zeg dan: “Ik heb mijn moeilijk momentje”. Aanvaard dat van elkaar en ga er rustig mee om. Bekijk samen wat je kan doen tijdens dergelijke momentjes: elkaar even met rust laten, je terugtrekken op je kamer, op de trampoline gaan springen, enzovoort. We zijn geen superhero’s. Ergernissen zijn normaal in deze omstandigheden.
Katja’s hoofd zit vol van al het gewemel in huis. Ze zegt: “Kids, ik heb een moeilijk moment. Ofwel ga ik nu ontploffen, ofwel ga ik fietsen. Ik kies voor het laatste.” Voor de kinderen is dit niet zo bedreigend, omdat ze vooraf hebben afgesproken dat dit kan gebeuren. Katja gaat tien minuten fietsen en komt met een fris hoofd terug binnen. |
In de media wordt er veel aandacht besteed aan het zorgen voor anderen: boodschappen doen voor kwetsbare groepen, filmpjes maken voor de grootouders, een tekening maken voor de postbode, enzovoort. Dit is een belangrijke vorm van steun en dit breekt de gezinscocon open. Anderzijds mag er ook tijd en ruimte gemaakt worden voor zelfzorg: zorg voor het gezin en individuele zorg. Probeer te achterhalen wat je als gezin en als individu nodig hebt. Zo leer je jezelf wat beter kennen en kan je aan je gezinsleden ook duidelijk maken welke steun je precies van elkaar verwacht.
In het gezin van Katja en Rudy vraagt Zita veel aandacht. Wout en Seppe hebben geregeld nood aan een moment met mama of papa alleen. Voor het slapengaan organiseert Rudy een ‘mannenmomentje’ met Wout en eentje met Seppe. Zo kunnen zij ook elke avond even op verhaal komen. |
Vijf basisbehoeften, vijf maal een houvast om naar je gezin te kijken. Voed, steun, bescherm , begrens elkaar en geef elkaar plaats en ruimte.
Misschien biedt deze insteek je wat meer inzicht in dagdagelijkse strubbelingen tijdens deze periode. Wees creatief, experimenteer en probeer uit. Wie weet ontstaan er nieuwe, interessante gewoontes of biedt het wat rust in woelige tijden.
Voor wie meer wil weten over de vijf basisbehoeften en de psychotherapie volgens Pesso:
Van Attekum, M., Aan den lijve. Lichaamsgerichte psychotherapie volgens Pesso, Pearson, 1997, 155 p.