'Zet je schoentje maar, misschien komt Sint wel', zei ik tegen ons pleegkindje, een meisje van 7 dat we regelmatig mogen verwelkomen in het weekend. Ze keek me aan met haar lichtblauwe, ronde ogen – een beetje ongelovig, bijna argwanend.
Ik miste de uitgelaten, opgewonden zekerheid die ik me herinnerde van onze kinderen toen die zo jong waren.
Waarom was dit kleine meisje niet blij terwijl ze een tekening maakte voor Sint? Waarom was ík duidelijk meer opgewonden over schoentje, wortel en raapje dan zij? Waarom stelde ze er geen enkele vraag over toen ik haar instopte?
Met een steek van pijn besefte ik wat de reden was. Dit meisje was al te vaak teleurgesteld.
Als je niet in je papa of mama kunt geloven, hoe kun je dan in een oude man met een witte baard geloven?
Als je mama vergeet naar het feestje te komen dat je weken hebt voorbereid met je leefgroepje in het internaat, hoe zou zwarte Piet wél onthouden dat je een schoentje hebt gezet?
Ik ging slapen met een hart vol vragen. Waarom toch, God?
Hoe kunnen deze kinderen leren wat Uw liefde is als ze die liefde niet van hun ouders krijgen?
Hoe moeten ze leren in U vertrouwen als de mensen die ze het meest vertrouwden hen in de steek laten of pijn doen?
Ze straalde toen ze de volgende dag een tafeltje vol speelgoed en snoep vond – Sint was haar niet vergeten. Vrolijk hielp ze mee aan de ontbijttafel en toen ze de melk uit de berging ging halen, klonk er een opgewonden gilletje. ‘Ooooh, kom es kijken!’.
De berging… oh nee, daar lagen nog steeds de verpakkingen chocolade en snoep, nog halfvol!
‘Kijk, tante, precies dezelfde snoep als op mijn tafeltje!’
‘Eh, ben je zeker?’ probeerde ik zwakjes. Daar ging dat prille geloof. Maar ze bleef stralen: ‘Nu weet ik waar Piet het gehaald heeft. Is de zak opengescheurd?’
We stelden vast dat dit gebeurd was en ze knikte ernstig.
‘Stoute Piet’, zei ze.
‘Stoute Piet’, beaamde ik, ‘zomaar in onze kelder rondneuzen.’
Haar geloof was alleen maar bevestigd.
Maar het mooiste moest nog komen.
Onze tienerdochter slofte slaperig naar beneden. Haar Sint kwam pas op 6 december, maar ze wilde de reactie van haar pleegzusje zien. Het meisje keek aarzelend van haar naar haar tafeltje. Dan liep ze naar haar toe met wat speelgoed en snoep.
‘We zullen delen’, zei ze beslist.
Nu weet ik het zeker. Sint bestaat.
Katie
Bron: gezinspastorale blog 'I wonder' dd 06/12/2017
Lees hier meer over de blog (opzet, toepassingsmogelijkheden)
Naar de gezinspastorale blog 'I wonder'