Josefien uit IJD Brussel is ook deeltijds pastor. Wat, pastoor? Nee, pastor, met maar één o’tje. Pastor, pastoor en priester, drie woorden die vaak door elkaar gehaald worden. Ze betekenen en het verschil wordt hier uitgelegd door Mariette, een van de vrijwilligers binnen IJD Brussel.
Net dat is wat Josefien ook doet. De ene helft van de week zorgt ze samen met Bertrand voor de activiteiten voor en begeleiding van plussersgroepen in Brussel. De andere helft van de week treint ze net de andere kant van het land op, naar Brugge. In Curando zone West, een woonzorgzone binnen vzw Curando O.L.V. van zeven Weeën is zij pastoraal verantwoordelijke. Als pastor probeert ze er te zijn in het woonzorgcentrum Westervier, het centrum voor dagverzorging Sparke Viers, de thuisverzorgingsdienst Cura en de vier verschillende locaties met assistentiewoningen, voor zowel bewoners en bezoekers als al haar collega’s. Speciaal voor de veertigdagencampagne “Little acts, great Love” laat ze ons een dag meebeleven in Curando West.
7.20 uur: Bus, trein, bus brengen me naar Brugge. Ik doe bijna alle verplaatsingen met het openbaar vervoer. Dat past niet alleen perfect bij de bewondering die ik heb voor de Schepping, ook geeft het me tijd om mee te zijn met het nieuws. De bewoners en bezoekers lezen de krant en dan probeer ik mee te praten.
8.20 uur: Ik stap binnen in het woonzorgcentrum Westervier. Omdat we geen echt onthaal hebben, sta ik meteen in de living van de bewoners. Een “goeiemorgen” van alle kanten zorgt meteen voor een warm begin van de dag.
9.00 uur: Na mijn mails gelezen en beantwoord te hebben, ga ik op zoek naar de teamcoördinatoren om te horen hoe het overal gaat, zowel met bewoners als met collega’s. Er bestaat wel een elektronisch dossier van alle bewoners, maar persoonlijk contact is net wat sneller en efficiënter. Bovendien heb ik zo de kans om alle mensen in alle livings een goede morgen te wensen. En aangezien ik toch passeer op het eerste verdiep, spring ik binnen bij de zusters. Geen bijzonderheden vandaag, gewoon de viering van de dag. Dan sluiten de bewoners aan bij hun eucharistieviering. Is het wel een bijzondere dag, zoals in de Goede week, vieren we in de namiddag. Zo kunnen bewoners van Westervier samen vieren met bezoekers van Sparke Viers en sluiten de zusters en wie maar wil hierbij aan. Intussen gaan de laatste mensen al de kapel binnen. Dankzij vrijwilligers zoals Antoine en Vivianne kan iedereen die wil naar de eucharistie. Gelukkig, want met rolstoelen zoals die van André ben ik geen goede chauffeur. Intussen doe ik verder mijn ronde.
10.20 uur: Na de ochtendspits ga ik langs bij het woon-en-leefteam. Op mijn eentje kan ik nooit alle activiteiten organiseren, en bovendien is het altijd leuker om samen te werken. We hebben het over de komende grote activiteiten, de Koffiestop en de solidariteitsmaaltijd. Ook updates voor verdere plannen, zoals de uitstap naar de Bloedprocessie en de bedevaarten in de meimaand worden uitgewisseld.
10.45 uur: Ik steek de straat over naar het centrum voor dagverzorging. Even hallo zeggen aan de coördinatoren van de thuisverplegingsdienst en zo naar de bezoekers die er die dag zijn. Ook hier gaat alles zijn gewone gangetje, gelukkig. Ik weet wie graag eens een extra luisterend oor heeft en zet me dan ook tussen hen aan tafel. Intussen wordt de soep rondgedeeld. Gisteren hebben ze heel wat werk gehad om alle groenten te snijden, weet Lea me te zeggen. Maar ’t is wel veel gezelliger om met iedereen samen soep te maken, dan thuis alleen. Daarom komt ze net zo graag.
11.20 uur: Wanneer de borden met warm eten uitgedeeld worden, haast ik me terug naar het WZC. Op woensdag zijn het altijd frietjes, en dan zijn extra handen zeker welkom om iedereen zijn frietjes lekker warm te kunnen serveren. Lisette is opgetogen als ik me naast haar zet, ik krijg een kus en een knuffel. (Ja, dat van corona dringt niet echt door.) Dat laatste beetje soep drinken lukt haar niet zo goed, dus ik help haar daarmee, tot haar bord met frietjes voor haar neus staat. Die opeten lukt duidelijk wel.
12.00 uur: Nu iedereen gegeten heeft, breng ik nog snel wat administratie in orde. In het elektronisch zorgdossier noteer ik wat collega’s van mijn gesprekken van vanochtend moeten weten, zo zorgen we ervoor dat we een volledig beeld hebben van hoe het met een bewoner of bezoeker gaat. Ook extra aandacht voor bepaalde onderwerpen die die dag moeilijk liggen, of net voor hem belangrijk zijn, komen hier bijvoorbeeld in.
12.30 uur: Middagpauze. Niets gezelliger dan met collega’s samen aan één lange tafel. Colette is graag bij het volk, en komt dan ook op het geluid dichtbij haar kamer af. Ook Agnes is op wandel doorheen de cafetaria. En ook Raymond passeert.
13.30 uur: Aangezien alle bewoners en bezoekers nog met hun siësta bezig zijn, zet ik me aan mijn computer. Schrijven voor het huiskrantje, de posters om uit te hangen wanneer er een bijzondere viering is, het maken van die vieringen, de inschrijvingen voor solidariteitsmaal controleren, het beantwoorden van mails van een koor dat wekelijks wil komen repeteren in onze kapel … Natuurlijk geef ik de voorkeur aan “live” contacten, maar die computer is toch onmisbaar geworden.
14.00 uur: Een berichtje van Danny, diensthoofd sociaal werk. Of ik nog bezinningsboekjes heb die hij in de welkomstdoosjes voor de nieuwe bewoners en bezoekers kan stoppen. Ik steek de straat met mijn handen vol over en spring nog eens binnen bij de collega’s van Sparke Viers, het centrum voor dagverzorging. Een aai aan Lotje, de huiskat (ja, ik ben echt een kattenmens) en een paar woorden wisselen met bewoners die tussen de koffie door aan hun kruiswoordraadsels bezig zijn. Een paar, niet veel, om ze zeker niet uit hun concentratie te halen. Al heeft Jean niet liever. Oh ja, ik was op de computer bezig. Terug naar de overkant dan maar.
14.30 uur: “Twee ogen zo blauw, zo innig en trouw …” zweeft door de gangen. De sfeer voor de koffie zit er zeker in. Glimlachend werk ik waaraan ik bezig ben zo snel mogelijk af, om klaar te zijn voor de namiddagactiviteit. Niet veel later komt ook “Lang zal ze leven, lang zal ze leven …” binnengewaaid. Ja ja, sinds vandaag hebben we een honderdjarige! Dessertbordjes voor iedereens neus en ballonnen aan een stoel, de jarige kan zich vandaag moeilijk verstoppen.
15.15 uur: Een hele stoet bewoners trekt voorbij naar de hobbyclub op woensdag in de cafetaria. De een gaat schilderen, de ander kleuren en weer een ander heeft haar handtas vol bollen wol mee. Anna en haar haken … Trots toont ze me waaraan ze bezig is, alweer een van haar kussenhoezen. Intussen heeft zowat iedereen met een rolstoel al een kussen van haar gekregen. En ook in de living liggen er al heel wat. Want uiteindelijk heeft iedereen toch gezellige kussens in de zetel liggen?
15.30 uur: Terwijl iedereen in de cafétaria zit, zet ik me bij wie niet zo graag knutselt of breit. Met het Spiritwijzerspel hebben we meteen gespreksonderwerpen, want het speelt zo gemakkelijk: gooi met de dobbelsteen, kies een foto die past bij de kleur die je gooide en beantwoord de vraag op de achterkant. “Voor wie of wat ben jij dankbaar?” “Wat geeft jou moed?” Sommige vragen en antwoorden zijn zo raak dat iedereen er sprakeloos van wordt. Op die manier leren we niet alleen elkaar kennen, maar ga ik op zoek wat een bewoner of bezoeker belangrijk vindt. Dat zorgt dan weer voor een aanknopingspunt voor een volgend gesprek.
16.15 uur: Naarmate meer en meer bewoners terugkomen van de cafetaria naar de living voor het avondeten, gaat het minder goed om nog een gesprek te voeren, zeker in groep. We besluiten af te ronden, maar niet na iedereen bedankt te hebben voor de fijne namiddag. “Ja, ’t is kere etwa anders hé. ‘k Had da nog nie gedaan, ma je mag zeker were kom’n.” Ik ruim op en keer terug naar mijn computer. In pastoraat valt al zo moeilijk te registreren, dus ik zorg ervoor dat de namen van de bewoners zeker bij deze namiddagactiviteit ingeschreven staan. Ook de gesprekken doorheen de dag probeer ik nog in de dossiers op te nemen, al weet lang niet meer met wie ik allemaal gesproken heb. Oja, en ik heb nog een paar nieuwe mails, die zijn voor op de trein straks.
16.50 uur: Ik sluit mijn computer af voor vandaag. Tijdens het buitengaan kom ik toch sowieso nog iemand tegen voor een praatje, dus daar hou ik al rekening mee. Eventjes nog passeren voorbij mijn postbusje: op woensdag komt namelijk het parochieblad uit. Dat moet nog opgehangen worden in de cafetaria.
17.05 uur: Om 17.11 uur staat de bus (meestal) aan de bushalte. Ik wens iedereen een goede avond en smakelijk, want de boterhammen en borden met beleg worden al op tafel gezet. Een sprintje en ik haal de bus. Nog net. Gelukkig, want op woensdagavond volg ik in avondschool naailes, en ik zal er nog op tijd raken.
17.31 uur: De trein vertrekt. De mails die ik daarnet kreeg, beantwoord en sorteer ik nog, en ook wat ik vergeten te sturen die dag, schrijf ik dan nog. In mijn agenda schrijf vul ik mijn to-dolijst aan voor overmorgen. Aja, want morgen, dan ga ik terug naar IJD Brussel.