Deze zomervakantie was voor mij helemaal anders dan anders. Dit komt door de zomerinitiatieven van IJD jongerenpastoraal Vlaanderen. Mijn eerste ervaring startte begin juli, toen ik als begeleider deelnam aan het pluskamp. Ik deed hier mijn stage als animator in het jeugdwerk, nadat ik de cursus in de paasvakantie volgde. Op dit kamp waren we met meer dan honderd jongeren uit vicariaat Vlaams-Brabant & Mechelen, Brussel en Bisdom Hasselt.
Dit zijn allemaal jongeren, die het geen taboe vinden om het engagement van christen-zijn op zich te nemen en uit te dragen. Het kamp zelf was mij destijds onbekend. Het was dus een eerste kennismaking met het onbekende, en zo voelde het voor mij ook aan. Al bij aanvang van het kamp werd dat onbekende echter getransformeerd tot iets beminnelijks. Dit valt te wijten aan het feit dat ik, samen met mijn medebegeleiders, terecht kwam in een fijne leefgroep met zeven jongeren tussen twaalf en dertien jaar. Op Pluskamp worden de jongeren namelijk verdeeld in kleinere leefgroepen binnen dezelfde leeftijdscategorie: telkens 6à10 jongeren met 2à3 begeleiders. In deze leefgroep speelden we talloze spelletjes, fabriceerden verscheidene knutselwerkjes en hielden geregeld een korte bezinning. Daarbuiten waren er ook activiteiten met het gehele kamp waarin de gehechtheid als christengemeenschap heel duidelijk werd. De sfeer valt enigszins te beschrijven met de broederlijkheid zoals in het begin van de christenheid: „Ze waren één van hart en één van ziel" (hand. 4;32).
Zo was het ook bij één van mijn andere pastorale engagementen deze zomer: „Limburg Mysterieus". Deze mysterieuze voettocht van Zuid- naar Noord Limburg beleefde ik met tien andere pelgrims en twee logistieke medewerkers. Wij waren dagelijks te gast bij een plaatselijke plussers-, jongeren- of misdienaarsgroep. Na aankomst vierden we samen de Heilige Eucharistie waarin we de levende Heer ontmoetten, en nadien hadden we samen met deze lokale groep een avondactiviteit. Hier konden we uiteraard (of God zij dank) ook terecht om ons slaapmatje uit te rollen. Na de korte nacht, het ontbijt en een ochtendgebed, gingen we iedere dag opnieuw op pad. Met onderweg een viertal opstapjes waarin we in het leven van een heilige of een ander christenmens doken. We waren dus iedere dag al zingend, biddend, sprekend, ... als pelgrims onderweg, met als doel onze Liefdevolle en Barmhartige Heer.