Het viel tijdens de afgelopen zomermaanden alweer op hoeveel negatief nieuws we dagelijks over ons heen krijgen. Naast de berichtgeving over terreuraanslagen – die inderdaad verschrikkelijk zijn – kregen we elke dag ergens te lezen of te horen hoe slecht het wel met de wereld gaat. Uw bankrekening levert geen rente op, Pokémonjagers veroorzaken overal zware overlast, racisten verspreiden haat op Facebook, de begroting sukkelt van tekort naar tekort, de Brexit zal ons allen armer maken. Een krant kopte zelfs op haar cover: In 2020 gaat het licht uit.
Een andere krant wist met zekerheid te melden dat de volgende generatie armer wordt dan de vorige.
Waar komt die drang naar negatief nieuws toch vandaan? De Nederlander Rob Wijnberg, hoofdredacteur van de interessante nieuwssite decorrespondent.nl, schreef daarover recentelijk: Nieuws is altijd datgene wat zodanig fout gaat dat het opvalt. Nieuws laat consequent zien hoe de wereld ten negatieve verandert. Nieuws is nooit: elke dag gaan tien miljoen Nederlanders keurig naar hun werk en weer naar huis. Nieuws is: onderweg kregen drie van hen een auto-ongeluk.
Het drama is dat we al dat nieuws te slikken krijgen in een ononderbroken stroom. Nog maar pas hebben we het ene rampbericht gelezen of daar is het volgende al. Door die overvloed aan informatie ontbreekt vaak de tijd en het kader om alles te duiden en te verwerken. De wereld moet wel om zeep zijn, tot een ander besluit kan menig lezer niet komen.
Een stoet spektakelideetjes
Nog erger wordt het wanneer ook politici, onze legitiem verkozen leiders dus, volop dat gevoel gaan versterken. Wat zagen we deze zomer weer, van links tot rechts, een onophoudelijke stoet aan straffe verklaringen en spektakelideetjes voorbijmarcheren. Er werd gepleit voor een inperking van de vrijheid van meningsuiting. Agenten mogen voortaan ook in hun privéleven bewapend rondlopen. Een advocaat wilde de doodstraf opnieuw invoeren. Staatsgevaarlijke strandkledij moest wettelijk verboden worden. Een nieuwkomersverklaring voor migranten werd aangekondigd en door de Raad van State weer afgevoerd.
Meteen volgde een pleidooi voor een verplicht schoolvak levensbeschouwing (in de plaats van de godsdienstles, die moet worden afgeschaft) en voor een bijbehorende burgerschapsverklaring die iedereen moet ondertekenen en die met spuug en plakband aan de grondwet wordt toegevoegd. Een linkse partijvoorzitter vond dat zijn eigen partij te laks was, rechtse parlementsleden werden vanuit eigen rangen teruggefloten.
Geen enkel idee werd gelanceerd zonder dat iemand anders er schande van sprak en prompt het tegenovergestelde beweerde.
Wie kan dat allemaal nog volgen? De meeste voorstellen waren al dood en begraven nog vóór de kranteninkt droog was. Om het cynisme ten top te drijven, werd steevast beweerd dat al die ideeën moeten dienen om onze dierbare westerse waarden te beschermen. In naam van de Verlichting, weet u wel. In werkelijkheid worden we er hoorndol van. Wie voorheen al angstig was, durft nu zeker niet meer buiten te komen.
Hapklaar maar rampzalig
Mogen we van onze politici wat meer ernst verwachten? Is het teveel gevraagd om eerst grondig na te denken en te overleggen alvorens allerhande halfbakken voorstellen ongegeneerd de wereld worden ingestuurd? Die manier van werken haalt het imago van de politiek onderuit, vervreemdt de mensen van hun verkozenen en is daardoor een nog grotere bedreiging voor onze democratie dan de extremisten die men beweert te bekampen.
Ook de media moeten zichzelf eens ernstig de vraag stellen of zij aan al die losse flodders keer op keer grote artikels en vette koppen willen blijven besteden. Op korte termijn levert dat misschien hapklare en smeuïge kopij op, maar op langere termijn is het rampzalig voor de eigen geloofwaardigheid.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.