Voor Bernardus (feestdag: 20 aug) is het gebed de motor die ons leven drive geeft en het draaglijk maakt. Wie wil er nu niet zo vurig leren bidden?
Bidden en heiligheid gaan samen. Alle heiligen waren biddende mensen en als we bidden, dan zijn we op weg om heilig te worden. Willen we leren bidden, dan hebben we dus groot gelijk om bij de heiligen in de leer te gaan. Niet om hen te kopiëren. Maar wel om gaandeweg God te durven aanspreken met onze eigen unieke stem. Elke heilige toont hoe persoonlijk de intieme relatie met God en de weg daarnaartoe is. We leren bidden zoals de heiligen, om te leren bidden zoals we zelf zijn. Want ‘heilig worden is helemaal jezelf worden’ (Paus Franciscus. Christus Vivit, 162.).
Bernardus (1090-1153) is een 12de-eeuwse Franse cisterciënzermonnik, abt, mysticus, hervormer van de cisterciënzer orde, bestrijder van schisma’s en ketterijen, kerkpoliticus, heilige en kerkleraar.
Prof. Wim Verbaal (UGent) vertelt hoe we kunnen bidden zoals die hartstochtelijke bidder Bernardus van Clairvaux in de 12de eeuw.
Het gebed is een drank die de ziel verblijdt. Wie met God wil zijn, moet veel en dikwijls bidden. Wanneer wij bidden, spreken we met God. Wanneer we lezen, spreekt God met ons. Bernardus, Sent. III.97
Het is er Bernardus vooral om te doen zijn lezers de juiste houding bij te brengen. Heel belangrijk vindt hij de koppeling van bidden en handelen. Het gebed komt uit het hart, de daden liggen in de handen. Het volledige gebed vraagt dat je ze allebei, hart en handen, opheft tot God. Wie bidt maar daar niet naar leeft, verheft zijn hart wel tot God maar niet zijn handen. Wie handelt zonder gebed, kan zijn handen wel aanbieden aan God, maar niet zijn hart.
Regelmatig komt Bernardus terug op ons onvermogen om te bidden, wanneer we ons met een lauw of dor hart tot God richten. Dan is het zaak vol te houden. Het kan gebeuren dat bij de herinnering aan een afwezige vriend, bij een woord of gebaar plotseling de genade doorbreekt en het gebed weer met volle overgave in ons hart opwelt.
Voor Bernardus moet elk gebed zeven kenmerken hebben:
Een gebed drukt vertrouwen uit dat je gehoord wordt. Christus heeft ons immers leren bidden tot God als tot onze Vader.
Het gebed klinkt oprecht en zuiver. Je meent wat je zegt.
Het gebed is ook rechtvaardig. Je bidt niet om anderen kwaad te berokkenen.
Je gebed moet volhardend zijn. Je mag niet te snel opgeven of het laten vallen maar moet proberen jezelf te overwinnen.
Je gebed is nederig. Je moet niet je eigen wil opleggen.
Je gebed moet vurig zijn. Je doet het vol overgave, niet lauw of halfslachtig.
Het gebed laat je toewijding zien. Je vertrouwt je helemaal toe aan Gods handen.
Bernardus was veel onderweg. Een anekdote vertelt hoe een boer hem eens verweet dat hij de luxe genoot een paard te berijden, terwijl hij toch niet zoals hij hard moest werken. Bernardus zei hem hierop dat hij het paard mocht hebben, als hij een uur oprecht gebeden had zonder zich te laten afleiden. De boer zag zich al eigenaar van het mooie dier en begon te bidden. Maar nog geen paar minuten later betrapte hij zich erop dat hij meer aan het paard dacht dan aan wat hij zei. Na een half uur gevochten te hebben, gaf hij het op en bekende hij niet in staat te zijn tot een echt gebed.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.