Een van de taken van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is om vertalingen in andere landen te ondersteunen. Zo werkte Ilse Visser onder meer in Malawi. Fascinerend dat de Bijbel nog altijd voor het eerst vertaald wordt in bepaalde volkstalen. Er is wellicht nog behoefte aan 1.200 vertalingen voor christenen die de Bijbel nog niet in hun moedertaal kunnen lezen. En dan zijn er ook nog 400 gebarentalen waarin wordt gewerkt!
De impact van een zoveelste nieuwe vertaling in het Nederlands is anders, maar het blijft belangrijk om de taal te reviseren om nieuwe generaties aan te spreken, klinkt het. In 2004 was het voor velen al een hele opluchting om de Bijbel eens in normaal Nederlands te horen. Vooral in protestantse kringen was die vertaling een grote vernieuwing.
Een van de uitdagingen in vertalingen ligt altijd in het vertalen van uitdrukkingen en zegswijzen die totaal onbegrijpelijk zijn in een andere taal, cultuur en tijdperk, zoals in Handelingen 26,14: Saul, Saul, waarom vervolg je mij? Je schaadt alleen jezelf, als een onwillige os die tegen de ossenprik stampt. Wie weet vandaag nog wat een ossenprik is?
De toevoeging ‘onwillige’ is een stukje uitleg om de betekenis begrijpelijk te maken, zonder de vergelijking in de brontekst op te geven. De ossenprik komt ook in het Oude Testament een paar keer voor, vandaar dat de vertalers het belangrijk vonden om dat specifieke woord toch te behouden. Saul – Paulus – wordt neergezet als iemand die zinloos tekeer gaat.
Vertalen blijkt echt een monnikenwerk. Niet alle kwesties zijn zo ingewikkeld, maar er zijn er nog wel moeilijkere dan deze. Tot ruzies in de vertaalteams is het niet gekomen, integendeel zelfs. Ilse Visser: Ik ben mijn collega’s nog veel meer gaan waarderen.Cor Hoogerveen: Het was geen getouwtrek over verschillende ideeën. We wilden allemaal hetzelfde. Visser: Het kracht van een team is ook om elkaar te behoeden voor blinde vlekken.