Een bisschop, een minderbroeder, een Franse priester en een leek die door de Argentijnse junta werden omgebracht, worden vandaag zalig verklaard.
Kardinaal Giovanni Becciu, de prefect van de Congregatie voor de Heiligverklaringen, zal vandaag zaterdag in de Argentijnse stad La Rioja voorgaan in de viering voor de zaligverklaring van vier martelaars van de Vuile Oorlog tijdens de militaire dictatuur (1976-1983) in Argentinië. Ze werden vermoord in een tijd waarin de leiding van de katholieke kerk – na het tweede Vaticaans Concilie – besefte dat zij niet niet langer konen mocht zwijgen voor sociale onrechtvaardigheid. Op 9 juni 2018 erkende paus Franciscus het martelaarschap van het viertal, waardoor meteen de weg was vrijgemaakt voor hun zaligverklaring.
Meest bekend is de toenmalige bisschop van La Rioja, Enrique Angelelli Carletti (1923-1976). Hij maakte deel uit van een groep bisschoppen die zich verzette tegen de mensenrechtenschendingen door de junta, waarvan hij publiekelijk afstand had genomen. Op 4 augustus 1976 werd zijn wagen, vermoedelijk in opdracht van dictator Jorge Videla en vier andere voormalige militairen, van de weg gereden.
De Argentijnse minderbroeder conventueel Carlos de Dios Murias en de Franse 'Fidei donum'-priester Gabriel Longueville werden op 18 juli 1976 ontvoerd. Ze werden op een luchtmachtbasis ondervraagd, gemarteld en gedood. Twee dagen later werden hun met kogels doorzeefde lijken ontdekt. De Argentijnse leek en gezinshoofd Wenceslao Pedernera, die bij de armen op het Argentijnse platteland actief was, werd op 25 juli 1976 door gemaskerde mannen doodgeschoten.