Israëlische kolonisten en ultranationalisten blijven onverminderd niet-joodse gebedsplaatsen en eigendommen aanvallen.
Onbekenden hebben 28 grafzerken vernield van het kerkhof van het klooster van de salesianen van Don Bosco in Beit Jamal, vlakbij de Israëlische stad Beit Shemesh. Het klooster ligt op 30 kilometer van Jeruzalem. Vandalen kwamen er al eerder graven beschadigen. In 2013 werd een brandbom naar de toegangspoort van het klooster gegooid en werden beledigende teksten op de kloostermuren gekalkt. In december 2015 werden op het kerkhof kruisen afgebroken en tegen de grond gegooid. De daders van al die incidenten worden telkens in kringen van de kolonisten gezocht. Steun komt er van de Joodse organisatie Tag Mehir, die in 2011 werd opgericht om elke vorm van racisme in Israël te bestrijden. De organisatie sprak na de vernielingen op het kerkhof in 2015 ook al haar afkeer uit over het geweld en de intimidatie van ultranationalisten.
Het incident moet allicht in verband worden gebracht met recente uitspraken van Israëlische premier Benjamin Netanjahu, die zich heeft opgeworpen als verdediger van de christelijke minderheid in het Heilige Land. Netanjahu voegde eraan toe dat de christenen door de Palestijnen worden vervolgd en onderdrukt. Dat laatste wekte dan op zijn beurt de woede van burgemeester Anton Salman van Bethlehem. President Netanjahu wees onder meer erop dat de christenen vroeger 80 procent van de bevolking van Bethlehem vormden. Vandaag is dat nauwelijks nog 20 procent. Salman van zijn kant stelt dat gronden door de Israëlische overheid aangeslagen en muren worden gebouwd waardoor christenen van hun gronden en hun wijn- of olijfgaarden worden afgesloten en 20.000 christenen niet kunnen terugkeren naar Bethlehem. Het aantal christenen in Jeruzalem alleen al daalde van 31.000 in 1948 tot 12.0000 vandaag. Ik roep Israël op om het internationale recht te respecteren en een einde te maken aan de bezetting van Palestina, aldus Salman.