Volgens een studiecentrum in Wenen zijn er redenen voor ernstige bezorgdheid over het (gebrek aan) religieus pluralisme in Europa.
Door de eeuwen heen heeft het christendom een belangrijke bijdrage geleverd aan de Europese samenleving. Maar vandaag, stelt het Observatorium voor Onverdraagzaamheid en Discriminatie van Christenen in Europa vast, wordt het voor christenen in datzelfde Europa almaar moeilijker om nog openlijk voor hun identiteit en hun geloofsovertuiging uit te komen. Het centrum wijst op twee zorgwekkende trends: enerzijds is er een almaar openlijker marginalisering van christenen aan Europese universiteiten. Het centrum verwijst onder meer naar de rel in Oxford, waar verontwaardigd werd gereageerd op een zomerschool van christelijke studenten – die er overigens al meer dan 10 jaar jaarlijks wordt gehouden. In Exeter werden prolifestudenten zelfs met de dood bedreigd.
Verontrustender nog, vindt uitvoerend directeur Madeleine Enzlberger, is de almaar openlijker en kritiekloze stigmatisering en de stereotypering van christenen (genre: 'de Kerk is een pedoclub die verboden moest worden') in media, die nochtans graag het voortouw nemen in de strijd tegen vormen van discriminatie en de verdediging van de rechten van allerhande groepen in de samenleving. Dat zo’n betoog niet onschuldig is, wordt duidelijk gemaakt door het toenemende aantal gevallen van vandalisme tegen christelijke monumenten en kerkhoven, en brandstichtingen in kerken, in de VS maar almaar vaker ook in verschillende Europese landen onder meer in Frankrijk. Begin oktober werden zelfs stenen gegooid door de glasramen van een kerk in Italië op het moment dat er eucharistie werd gevierd.
Madeleine Enzlberger erkent dat ook de Kerk zelf en christenen vaak nog stappen moeten zetten om om te gaan met culturele diversiteit en religieus pluralisme. Maar dat mag geen rechtvaardiging zijn voor situaties waar christenen hun beroep niet kunnen uitoefenen omdat zij bedreigd worden of niet meer aan het woord mogen komen omdat hun mening actiegroepen allerhande niet welgevallig is.