Luisteren als voorwaarde voor goede communicatie
Er bestaat een vorm van horen die niet echt luisteren is, maar het tegendeel ervan: afluisteren. Afluisteren en spioneren, het uitbuiten van anderen voor onze eigen belangen, is eigenlijk een altijd aanwezige verleiding, die vandaag in het tijdperk van de sociale netwerken nog acuter lijkt te zijn geworden. Wat communicatie juist goed en volledig menselijk maakt, is het luisteren naar de persoon die voor ons staat, van aangezicht tot aangezicht, luisteren naar de ander die we met eerlijke, zelfverzekerde en oprechte openheid tegemoet treden.
Het gebrek aan luisterbereidheid, dat wij in het dagelijkse leven zo vaak ervaren, komt helaas ook tot uiting in het openbare leven, waar wij, in plaats van naar elkaar te luisteren, vaak langs elkaar heen praten. Dit is een symptoom van het feit dat, in plaats van te zoeken naar het ware en het goede, naar consensus wordt gestreefd; in plaats van te luisteren, gaat de aandacht naar het publiek. Goede communicatie daarentegen probeert niet het publiek te imponeren met een soundbite, met als doel de ander belachelijk te maken, maar besteedt aandacht aan de beweegredenen van de ander en probeert de complexiteit van de werkelijkheid te vatten.
Het is triest wanneer, zelfs in de Kerk, ideologische coalities worden gevormd en het luisteren verdwijnt om plaats te maken voor steriele oppositie.
In werkelijkheid communiceren we in veel dialogen zelfs helemaal niet. We wachten gewoon tot de ander klaar is met spreken dan om ons eigen standpunt op te dringen. Zoals de filosoof Abraham Kaplan opmerkt, is de dialoog in deze situaties een duoloog: een monoloog met twee stemmen. In echte communicatie daarentegen zijn het ‘ik’ en het ‘jij’ allebei ‘naar buiten gericht’, ze reiken elkaar de hand.
Luisteren is daarom het eerste onmisbare ingrediënt van dialoog en goede communicatie.
Communicatie vindt niet plaats als er niet geluisterd wordt en er is geen goede journalistiek zonder het vermogen om te luisteren. Om degelijke, evenwichtige en volledige informatie te kunnen verstrekken, moet er lang en goed worden geluisterd. Om een gebeurtenis te vertellen of een ervaring te beschrijven in nieuwsverslaggeving, is het essentieel te weten hoe te luisteren, bereid te zijn van mening te veranderen, de aanvankelijke aannames aan te passen.
Alleen door monologen terzijde te schuiven, kan de harmonie van stemmen worden bereikt die de garantie is van échte communicatie. Luisteren naar verschillende bronnen, ‘niet stoppen bij de eerste herberg’ - zoals de deskundigen op het terrein ons leren - verzekert de betrouwbaarheid en de ernst van de informatie die wij overbrengen. Luisteren naar verschillende stemmen, luisteren naar elkaar, ook in de Kerk, onder broeders en zusters, stelt ons in staat de kunst van het onderscheidingsvermogen te beoefenen, die zich altijd openbaart in het vermogen om ons te oriënteren in een symfonie van stemmen.
Maar waarom de moeite nemen om te luisteren? Een groot diplomaat van de Heilige Stoel, kardinaal Agostino Casaroli, sprak altijd over het martelaarschap van het geduld dat nodig is om te luisteren en gehoord te worden in onderhandelingen met de moeilijkste gesprekspartners, om het best mogelijke resultaat te bereiken in omstandigheden waarin de bewegingsvrijheid erg beperkt is. Maar ook in minder moeilijke situaties vereist luisteren altijd de deugd van het geduld, samen met het vermogen om zich te laten verrassen door de waarheid, al is het maar een fragment van de waarheid, in de persoon die we beluisteren.
Alleen verwondering maakt kennis mogelijk.
Ik denk aan de oneindige nieuwsgierigheid van het kind dat de wereld om zich heen met grote ogen bekijkt. Luisteren met deze instelling - de verwondering van het kind in het bewustzijn van een volwassene - is altijd verrijkend, omdat er altijd iets zal zijn, hoe klein ook, dat ik van de ander kan leren en dat ik in mijn eigen leven vrucht kan laten dragen.
Het vermogen om naar de samenleving te luisteren is waardevoller dan ooit in deze door de langdurige pandemie aangetaste tijd. Zoveel opgehoopt wantrouwen tegenover ‘officiële informatie’ heeft een heuse ‘infodemie’ veroorzaakt, waardoor de wereld van de informatie almaar meer moeite heeft om geloofwaardig en transparant te zijn. Wij moeten een luisterend oor bieden en geconcentreerd luisteren, vooral naar het sociale onbehagen dat door de neergang of stopzetting van vele economische activiteiten nog is toegenomen.
Ook de realiteit van gedwongen migratie is een complex probleem en niemand heeft een kant-en-klaar recept om het op te lossen. Ik herhaal dat wij, om de vooroordelen over migranten te overstijgen en onze bevroren harten te laten ontdooien, moeten proberen naar hun verhalen te luisteren.
Geef elk van hen een naam en een verhaal.
Veel goede journalisten doen dit al. En vele anderen zouden het ook willen doen, als ze maar konden. Laten we hen aanmoedigen! Laten we naar die verhalen luisteren! Iedereen zou dan vrij zijn om het migratiebeleid te steunen dat hij het meest geschikt acht voor zijn eigen land. Maar in elk geval zouden we geen naakte cijfers, geen gevaarlijke indringers voor onze ogen hebben, maar de gezichten en de verhalen, de blikken, de verwachtingen en het lijden van echte mannen en vrouwen om naar te luisteren.
(Lees verder onder de banner)