Uit de encycliek Laudato Si'
Vele vormen van intensieve uitbuiting en beschadiging van het milieu kunnen niet alleen lokale bronnen van bestaan uitputten, maar ook de sociale vaardigheden aantasten die gedurende lange tijd zorgden voor een levenswijze en culturele identiteit die zin gaf aan het bestaan en aan de samenleving. Het verdwijnen van een cultuur kan even erg of zelfs erger zijn dan het uitsterven van een dier- of plantensoort. Een heersende levensstijl opleggen samen met een bepaald productiemodel kan even schadelijk zijn als de veranderingen in de ecosystemen.
In die zin is het absoluut noodzakelijk speciale aandacht te hebben voor de inheemse gemeenschappen met hun culturele tradities. Ze zijn niet gewoon een minderheid tussen andere, maar moeten de belangrijkste gesprekspartner zijn, vooral wanneer zich grote projecten ontwikkelen die hun territoria treffen.
Voor hen is de aarde geen economisch goed, wel een gave van God en van de voorouders die erin rusten, een heilige plaats waarmee ze interactief moeten omgaan om hun identiteit en waarden te behouden.
Als ze op hun territoria blijven, zijn juist zij degenen die er het beste voor zorgen. Op vele plaatsen in de wereld echter staan ze onder druk om hun gronden op te geven en ze vrij te geven voor ontginnings- en landbouwprojecten die geen aandacht hebben voor de beschadiging van de natuur en cultuur.
(Laudato Si' 145 en 146)
Lied van de mijn
Het ‘lied van de mijn’ werd aan Broederlijk Delen bezorgd door Eric Gruloos, pastoor in San Miguel Ixtahuacàn in Guatemala. Klik hieronder om te luisteren naar een opname van het lied tijdens de liturgie in zijn parochie.
Was jij het misschien die mijnwerkers stuurde?
Zij verkrachten de buik van Moeder Aarde,
Nemen het goud mee, vernietigen de heuvels.
1 gram bloed is meer waard dan 1000 kilo goud.
Wat gebeurt er toch met mijn volk, mijn dorp ?
En jij, mijn God, waar verberg jij je ?
De angst verlamt ons.
Mijn volk is verkocht en beseft het niet.
Het water geraakt uitgeput en heeft de kleur van de hel.
De lucht die opstijgt is bezoedeld
Wij zoeken naar wonderen… op het laatste moment,
Op zoek naar genezing voor onze zieken en de dodelijke schade.
Een arm volk is gemakkelijk om te kopen.
De geschenken dekken de twijfels en verdachtmakingen toe.
Het geld wordt vermorst in de cafés,
De gezinnen blijven in ‘t duister achter, mijn volk is verdeeld.
Jij schiep een tuin, en geen woestijn.
Wij willen vooruitgang met eerbied voor de natuur.
De honger naar goud eet alsmaar meer en meer aarde.
En jij, mijn God, je vraagt je af:
Wat is mijn volk aan het doen?