De herinnering aan onze missionarissen heeft iets paradoxaals. “Iedereen weet wat een missionaris is, maar bijna niemand van pakweg de min-veertigjarigen kent nog namen van individuele missionarissen, buiten pater Damiaan of zuster Jeanne Devos”, stelt Idesbald Goddeeris in Tertio nr. van 1.132 van 20 oktober.
De hoogleraar aan de onderzoekseenheid Geschiedenis van de KU Leuven merkt in zijn boek Missionarissen op dat er een grote bewondering voor hen bestaat. Die bewondering staat evenwel haaks op de secularisering. Missionarissen zijn ontkerkelijkt. Ze worden herinnerd als onderwijsverstrekkers, zorgverleners of als wetenschappers maar niet wegens hun eerste doel: bekeren. Bovendien staat de positieve herinnering aan hen in contrast met de grote kritiek die het koloniale verleden vandaag krijgt. “Missionarissen vallen daar buiten terwijl ze ook deel uitmaakten van dat verleden”, stelde Goddeeris vast.
In zijn boek poneert Goddeeris dat hedendaagse missionarissen “een rol kunnen spelen in de dekolonisering van de geesten”. Oudere missionarissen staan volgens hem open voor dat debat. Ze werkten in een multiculturele context, zagen de visies evolueren en kenden ook conflicten tussen de generaties. Anderzijds zijn er ook steeds meer buitenlandse priesters in ons land actief als missionaris. “Ik kan me voorstellen dat zij kunnen helpen bij de dialoog en de verzoening rond het koloniale verleden omdat ook zij daar een eigen kijk op hebben. De mening van een Congolese priester in Vlaanderen telt ook”, oordeelt Goddeeris.