In 1235 begint haar vader andermaal aan de plannen voor een nieuwe stichting, de cisterciënzerinnenabdij Nazareth, gelegen bij Lier. In 1236 verzoekt de abdij, gelijktijdig met die van Soleilmont, om opgenomen te worden in de Orde van Cîteaux. In mei van datzelfde jaar verhuist Beatrijs met haar medezusters, haar vader en broer naar het nieuwe klooster. Er komen spoedig nieuwe kandidaten. Beatrijs wordt aangezocht om hun novicemeesteres te zijn.
Een jaar na aankomst wordt er een abdis gekozen en Beatrijs wordt tot priorin benoemd. Ze blijft dat ambt vervullen tot aan haar dood. Op Kerstmis 1267 wordt ze ziek en op 29 augustus 1268 overlijdt ze. Ze is achtenzestig jaar oud.
Omstreeks 1250 redigeert Beatrijs haar 'Seven manieren van heileger Minnen', haar groots avontuur met de Minne, haar spiritueel avontuur met God. Ze kijkt op haar leven terug en componeert van daaruit haar minnelied. Hierin onderscheidt ze zeven vormen van ervaring: zuiverende liefde, dienende liefde, het onverzadigbare verlangen naar de volle liefde, de mystieke liefdesvreugde, de liefdesstorm, de zegevierende liefde en de overgang naar de eeuwige liefde.
In de daaropvolgende eeuwen is dit werk meermaals hertaald geworden en is het de inspiratie geweest voor studies, boeken en liederen tot op vandaag.
Zoals we de heilige Gummarus heel groots vieren half oktober, willen we ook de zalige Beatrijs vieren, zij het dan in het klein. We zullen haar eren in de eucharistieviering op zondag 28 augustus 2022 om 11 uur in de Heilig Kruiskerk, Kartuizers, de zondagskerk van onze Pastorale Eenheid. Jullie zijn allen van harte welkom!
Jan Verheyen, pastoor-deken