Kruisen zijn overal te vinden. Ze staan in het levensverhaal van mensen. Je hoeft die kruisen niet te zoeken. Die komen ongevraagd. Maar een aantal kruisen zijn verbonden met de levenskeuze van mensen. Want een keuze is altijd een offer. Wie kiest, laat altijd iets achter en dat brengt dan ook een kruis met zich mee, het een al zwaarder dan het ander.
De keuze om leerling van Jezus te worden, confronteert ook ons altijd met de kruisbalk. Die drukt op de rug van de leerlingen, al zegt Jezus op een bepaald moment dat zijn juk zacht is, aangepast aan diegene die het draagt.
Toen Jezus aan zijn opdracht begon, heeft Hij waarschijnlijk eerst niet gedacht aan het kruis. Zijn zending in Galilea loopt als een trein. Maar vanuit de vertrouwdheid met de geschiedenis van zijn volk, heeft Jezus al vlug begrepen dat zijn taak op tegenkanting zou stoten. Zijn familieleden wilden dat Hij stopte met zijn zending. Hij heeft zich moeten losmaken van zijn familie, van zijn bezit. Wie leerling wil worden, moet loslaten om beschikbaar te zijn voor het Rijk Gods, hebben we enkele weken geleden nog gehoord in het zondagsevangelie.
Jezus is uiteindelijk op een kruis gestorven. Zijn leven is schijnbaar geen succes geweest. Ook de eerste christenen hebben vervolging gekend. En tot op vandaag toe worden christenen vervolgd, wordt de kerk aangevallen of belachelijk gemaakt. In het Jubeljaar 2000 werden alle martelaren herdacht van de 20ste eeuw. Het waren er velen, veel meer dan in het prille begin van de kerk. Ja, wie met de kerk van Jezus blijft meedoen, voelt elke dag het kruis. Zelf heb ik het nog maar weinig ervaren, maar van een aantal collega's hoor ik dat zij regelmatig spot, sarcasme en tegenkanting moeten dulden. Het bootje van de kerk heeft ooit op rustiger zeeën gevaren.