God werkt doorheen Maria, en Maria zal ervaren dat God ook in anderen werkzaam is: ook in Elisabeth wordt Gods woord werkelijkheid. Beiden zijn vervuld van Gods Geest, beiden zijn mensen vol genade. En die goddelijke genade, dat Godsgeschenk, zal hun leven bepalen.
Hoe anders toch is onze wereld van vandaag. Onze wereld zit vol techniek, en we denken dat we stilaan alles onder controle hebben. Maar vertrouwen, vriendschap en liefde zijn van een andere orde. Die zijn met alle technische middelen niet te maken of te krijgen. Dat wordt ons geschonken. En je moet ervoor openstaan. Vertrouwen en vriendschap hebben iets goddelijks in zich, het heeft met Gods liefde te maken voor zijn mensen.
Maria stond open voor die goddelijke wereld. Zij was, mogen we veronderstellen, een biddende vrouw. Zo ook hebben kunstenaars haar ook meestal afgebeeld. En daarom vond Gods woord, gesproken via de engel Gabriël, goede grond in haar hart. Ze had er haar vragen bij, maar ze zei 'ja'. Dat 'ja' heeft ze waargemaakt heel haar leven door. Daarom ook vind ik het mooi dat de Kerk van dat 'jawoord' een hoogfeest heeft gemaakt, wat tegelijkertijd naar ons toe een uitnodiging is om ook 'ja' te zeggen aan God. Een uitnodiging opdat Gods woord ook in ons goede grond moge vinden.
Want het 'ja' van Maria is ook kostbaar in ons leven. Haar jawoord bevrijdt ons van het gevoel dat wij slechts een willoos slachtoffer zijn van Gods handelen. Mensen hebben soms dat gevoel. Zij voelen zich overgeleverd aan de genade van God en ze voelen zich machteloos. Maar wie de innerlijke kracht heeft om ja te zeggen, kan de machteloosheid overwinnen.
We zijn niet zomaar een speeltuig in Gods handen. Wij zijn Gods medewerkers. Wat er met mij gebeurt, is een geschenk dat voor mij bestemd is. En God zal zich daarin aan mij tonen als een liefhebbende vader, ook al kan ik dat niet altijd herkennen in mijn leven. Zo zal Maria het in haar latere leven herkend hebben: God, die mij iets opdraagt of beter vriendelijk vraagt, is daarin ook de Vader die mij liefheeft.
Jan Verheyen, pastoor-deken
