In de homilie tijdens het vespergebed werd verwezen naar de figuur van Johannes de Doper, de patroonheilige van onze parochie.
Deze profeet stak zijn vinger omhoog om op te roepen tot bekering, om de vinger te leggen op de zichtbare en onzichtbare wonden in het mensenhart, maar hij wees met zijn vinger ook vooruit naar Hem die komen zal, het Lam Gods, en voor wie hij niet waard was zich te bukken. Aan tollenaars zei hij niet meer belasting te vragen dan wat vastgesteld is, aan soldaten tevreden te zijn met hun soldij.
Het is een oproep om zelf en in onze parochie rechtvaardigheid te betrachten in de omgang met elkaar, met geld en goed en tezelfdertijd tevreden te zijn met wat wel kan, met al onze inzet, met elkaar.
Is ons beheer van onze gebouwen een doel op zich geworden of gebeurt het juist voor de opbouw van de Kerk van Christus ter plekke? Geven we catechese over Jezus of vanuit Hem? Vieren we de sacramenten en de liturgie als een gewoonte van samenkomen of letten we op de vinger van Johannes die ons binnenleidt in een leven met de Heer en in Zijn Geest? Willen en zullen we elkaar blijven steunen op onze geloofstocht naar het Rijk der Hemelen waarvan Johannes de bode was?
Hij roept ons bij zijn geboortefeest op om zelf die boodschap doorheen velerlei inzet en bezieling in onze parochie, aan hem toevertrouwd, de beleven, synodaal/samen-op-weg met de wegbereider.
Het was dan ook hartverwarmend met vele gelukkige gezichten aan tafel te zitten – op uitnodiging van gastheer ‘Johannes de Doper’, zoveel medewerkers, die naast de afwezigen, waardevol zijn en blijven en die we hierbij van harte danken.
Jürgen François