In het licht gaan
Het eerste weekend van dit nieuwe jaar hebben we het hoogfeest gevierd van de Openbaring des Heren of Driekoningen. We hebben dan weer geluisterd naar een kerstverhaal. Niet dat bekende verhaal van Lucas dat we in de Kerstnacht hebben gehoord. Met Driekoningen lezen we wat Matteüs vertelt over Kerstmis. De hoofdrol is dan weggelegd voor zoekende wijzen uit het Oosten en voor de ster die hen wegwijs maakt naar de geboren Koning. Kerstmis komt op dit feest tot een afronding. We worden opgeroepen ons door het nieuwe licht, dat met Kerstmis is opgegaan, te laten beschijnen. Het is typerend voor dit feest dat de oproep geldt voor alle mensen. Alle volken komen af op het licht. Beïnvloed door het visioen van Jesaja zijn in de middeleeuwen de wijzen koningen geworden, met 'goud, wierook en mirre'. Door die geschenken kwam men ook tot een drietal, met verschillende huidskleuren die de hele wereld vertegenwoordigen. Op schilderijen zie je ook dat ze verschillend van leeftijd zijn. Ja, alle leeftijden mogen zich laten beschijnen door dat goddelijke licht.
In het verhaal over die wijzen is 'gaan' duidelijk een sleutelwoord. Gaan is het wagen en vertrekken, aankomen en weer verder reizen. En soms is gaan een wanhoopsdaad: de wijk nemen, het vege lijf redden, zoals Maria en Jozef zullen moeten doen. 'Gaan' is ook een hoofdwoord als het in de Schriften om de kern van het geloof gaat. Zo was het voor de wijzen, zo was het voor Abraham en Sara – we hoorden dat nog in de lezing op het feest van de heilige Familie –, ook voor heel het volk na Egypte. En zo moeten ook wij onze weg, ook onze geloofsweg, gaan in dit nieuwe jaar.
Gedoopt?!
In het kerkelijk jaar is er na de tijd van Kerstmis meestal een scharnierzondag waarop het verhaal van de doop van Jezus centraal staat. Dit jaar vierden we dit feest de maandag na Driekoningen, vorige maandag dus. Het evangelie van dit feest is kort: Jezus komt voor het eerst in levenden lijve op het toneel en laat zich door Johannes dopen. En wanneer Hij uit het water komt, is er instemming uit de hemel: 'Jij bent een mens naar mijn hart'. Ja, de hemel staat achter dit mensenkind dat zich laat dopen, als een vader achter zijn zoon. Zo wordt de achterliggende periode afgesloten en gaat de weg open voor de verhalen over de volwassen Jezus. En dan gaat Marcus gewoon over tot de orde van de dag: Jezus begint zijn reis door het joodse land.