Wat is een concilie?
Een concilie (van het Latijnse woord concilium, samenkomst of vergadering) is een vergadering van regionale christelijke leiders/ambtsdragers. De term Concilie, officieel Oecumenisch Concilie, werd aanvankelijk uitsluitend gebruikt als benaming voor de gezamenlijke bijeenkomsten van christelijke patriarchen tussen de jaren 325 en 787 van onze jaartelling. Sinds het Eerste Vaticaans Concilie slaat het woord concilie in het bijzonder op de vergadering van de rooms-katholieke bisschoppen onder leiding van de bisschop van Rome.
De belangrijke eerste zeven oecumenische concilies in het begin van de kerkgeschiedenis gingen over de vaststelling van de christelijke dogma’s, de verhoudingen met de (toenmalige) Romeinse maatschappij en hoe om te gaan met niet-christelijke en ‘ketterse’ stromingen. Ze worden meestal genummerd van I tot en met VII, maar daarnaast zijn er vele kleinere bijeenkomsten vaak van lokale aard geweest.
Het Concilie van Nicea van 325 was het eerste oecumenische concilie. Voor het eerst kwamen bisschoppen uit het oostelijk deel en het westelijk deel van het Romeinse Rijk samen om zich te buigen over dringende zaken. Dit Concilie was allereerst bedoeld om een definitief oordeel uit te spreken over het arianisme. De Egyptische presbyter Arius kon niet aanvaarden dat Jezus God was. Voor bisschop Alexander van Alexandrië en zijn toegewijde secretaris Athanasius lag het net omgekeerd. Daarover zullen we het uitgebreid hebben in een volgend Parochieblad.
Maar op dat concilie speelde meer dan alleen dan het conflict over de christologie tussen Arius en bisschop Alexander van Alexandrië. Ook keizer Constantijn bemoeide zich met de inhoud van dit concilie. Er waren ook heel wat conflicten op te lossen, onder andere ook de datum van Pasen dat in het Oosten op een andere datum gevierd werd dan in het Westen. Nog altijd ten andere.
Herdenking van het Concilie van Nicea
Dit jaar 2025 willen kerken en christelijke organisaties in de hele wereld aandacht besteden aan de zeventienhonderdste verjaardag van het Concilie van Nicea. De Wereldraad van Kerken, waarbij ruim 350 kerken uit alle continentie zijn aangesloten, zal er aandacht aan geven. Paus Franciscus en Bartholomeus, de oecumenische patriarch van Constantinopel, zullen de verjaardag samen herdenken, als het lukt met een gezamenlijke pelgrimstocht naar de plaats waar het concilie in 325 heeft plaatsgevonden. Theologische instellingen in heel de wereld beleggen studiedagen en congressen over de betekenis van het Concilie van Nicea en over de geloofsbelijdenis die eruit is voortgekomen. Want de geloofsbelijdenis die we elke zondag rechtstaande uitspreken is dé vrucht van dat concilie, na de nodige aanvullingen op een volgend oecumenisch concilie, dat van Constantinopel in 381.
Over dit alles willen we het in een aantal bijdragen hebben in de komende weken en maanden. Probeer ondertussen bewuster de tekst van de geloofsbelijdenis uit te spreken, als het kan zelfs met de nadruk op ‘Ik geloof in God’, hoewel we die samen als kerkgemeenschap uitspreken. Ikzelf spreek deze geloofsbelijdenis elke avond (of nacht) uit als begin van het rozenkransgebed. Spijtig genoeg geraak ik meestal niet aan het vijfde tientje, want dan lig ik al in dromenland.
Jan Verheyen, pastoor-deken