ASWOENSDAG | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
H. Petrus en Paulus Parochie in Gent-Zuid

H. Petrus en Paulus Parochie in Gent-Zuid

  • Startpagina
  • Contacten
  • Kerken & vieringen
  • Zoeken
  • Meer
    • Kerken & vieringen
    • Zoeken
    • "Online offerkaars branden" Bidden voor elkaar en voor onze nabestaanden Onze privacyverklaring Aanvragen misintenties Kerken in Gent-Zuid Aanvragen doopsel Aanvragen vormsel Aanvragen huwelijk Bisdom Gent Dekenaat Gent Clemenspoort

ASWOENSDAG

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op dinsdag 25 februari 2025 - 14:06
Afdrukken

Zullen we vasten?

Oei! De Vasten nadert. Binnenkort is het Aswoensdag! Het geeft een onbehaaglijk gevoel. We weten niet goed wat we daarmee moeten aanvangen. Vasten? Wie doet dat nu nog? En toch laat het ons niet met rust. We trachten het weg te redeneren: voor wat dient dat, vasten?

Hoe niet?

Bovendien lezen we in het evangelie dat vasten kan gepaard gaan met hypocrisie en eigendunk: in de Bergrede van Mattheüs zegt Jezus dit: ”Wanneer gij vast, zet dan geen somber gezicht zoals de schijnheiligen; zij verstrakken hun gezicht om te tonen aan de mensen dat ze aan het vasten zijn. Voorwaar, zij hebben hun loon al ontvangen.  Als gij vast, zalf dan uw hoofd en was uw gezicht, om niet aan de mensen te laten zien dat gij vast, maar vast voor uw Vader die in het verborgene is, en uw Vader die in het verborgene ziet, zal het u vergelden” (Mattheüs 6, 16).  Dus beter niet vasten. Of toch? Jezus zegt niet dat we niet moeten vasten. Hij heeft het trouwens zelf ook gedaan; zelfs veertig dagen lang! Hij zegt alleen hoe we niet moeten vasten.

Hoe ook niet?

Daar komt bij dat ook de profeet Jesaja nogal te keer gaat tegen een bepaalde vorm van vasten: zijn volksgenoten die bij God hun beklag doen omdat Hij niet naar hen luistert, beschrijft hij zo: “Wij vasten: waarom ziet Gij het niet? Wij vernederen ons, waarom slaat Gij er geen acht op?” Waarop Jesaja God laat antwoorden: “Zie, terwijl gij vast zijt gij uit op eigen gewin en buit gij uw arbeiders uit. Het is met twist en ruzie dat gij vast, en driftig slaat gij met de vuist. Als gij zo moet vasten vindt uw gebed in de hemel geen gehoor. Is dit soms een vasten dat Mij behaagt, is zó de dag dat de mens zich vernederen moet: het hoofd laten hangen als een riet, op zak en as zich neerleggen? Noemt gij dàt vasten, noemt gij dàt soms de dag aan de Heer aangenaam? Het vasten dat ik wens is dit: zondige boeien slaken, de verdrukten in vrijheid laten gaan, uw brood verdelen met de hongerigen, de dakloze zwervers opnemen in uw huis, de naakten die gij ziet kleden…” (Jesaja 58, 3-7). Aha, daar zijn we mee akkoord. (Wat nog niet betekent dat we dat dan ook doen.) Maar niet of minder eten: wat is daarvan het nut?

Eten en niet eten.

Laat ons eerst even stilstaan bij ‘eten’. Wij eten al lang niet meer om te overleven. Wij eten omdat het lekker is, en we maken ons eten almaar lekkerder. We zijn daar zeer bedreven in en zeer aan gehecht. Een smakelijk ontbijt met geroosterde sneetjes van een bepaalde soort uitgelezen brood (zes granen), met confituur op grootmoeders wijze, en een stuk kaas naar onze smaak, gekozen uit enkele tientallen soorten, al dan niet belegen, daar zijn we mee gediend. Het mag ook muesli zijn, maar dan exclusief van het merk Granola en welbepaald met chocoladekorrels en karamel. Ja, we zijn daar zeer aan gehecht. Verslaafd? Foei: oh nee. Kan je je dat ’s morgens ontzeggen? Hmmm… Eten en drinken zijn een vorm van eigenliefde. Niets verkeerd aan een beetje liefde voor mezelf. Toch? Bidden we nog bij ons ontbijt? Eerlijk gezegd: neen. En daar gaat het om. De hele dag zijn we bezig met zorgen voor onszelf. En voor onze huisgenoten ook, jawel, maar dus toch voor onszelf, in het meervoud dan. Wat God van ons verlangt en wat Hij niet graag heeft in verband met onze levenswijze: die vraag stellen we ons zelden. Toch niet bij ons dierbaar ontbijt. Dan zijn we met onszelf bezig. Dan zijn we ons aan het ‘bevredigen’. En niet alleen bij ons ontbijt. Permanent ongeveer. De consumptiemaatschappij, weet je wel.

Vasten en bidden

Als we vasten, dan moeten we bij God vertoeven. Daarom gaan vasten en bidden samen. Vasten is een symbool van een inwendige gesteltenis, geen doel op zichzelf. Vasten is een gerichtheid, weg van onszelf, naar God toe gekeerd. Als we vasten moeten we tot God zeggen: “Ik heb ‘goesting’ naar een lekker ontbijt, maar nu ga ik eens lekker niet eten, omdat ik mij wil afkeren van mijn drang om altijd eerst voor mezelf te zorgen. Ik richt me tot U: help mij in de komende uren en dagen los te komen van mijn boze neigingen, van mijn opvliegendheid, mijn gelijk halen, mijn jaloersheid, mijn hoogmoed, mijn wellust. Richt mijn aandacht op de mensen rondom mij, op hún noden en verlangens, en nu eens niet op de mijne.” Dat is vasten. En als onze maag in de loop van de voormiddag grolt (we zijn op dat moment nog niet stervende), dan moeten we sportief naar God glimlachen, en weer eens tot Hem bidden. En Hem eenvoudig maar steeds opnieuw vragen wat meer gelijkvormig te worden met zijn Zoon. Die had moed. Die keerde zijn hand niet om voor een beetje minder eten. Wij zijn nogal kleinzerig geworden.

Naar Pasen toe

En als we dan op die manier veertig dagen lang hebben gevast – en we zullen regelmatig, wees gerust, falen en ons meer dan eens moeten herpakken – als we ons dan veertig dagen lang op die manier naar God hebben gekeerd en niet naar onszelf, en goed gehumeurd gebleven zijn (‘was uw hoofd en zalf uw gezicht’), en voor Broederlijk Delen eens duchtig onze portefeuille (en niet onze portemonnee, afgeleid van porte-monnaie = kleingeld) zullen geopend hebben, en dan op Goede Vrijdag nog eens extra zullen gevast hebben, dan zullen we eindelijk de echte vreugde van Pasen ondervinden. En dan zullen we aanzitten en deugd beleven aan een feestelijke dis, zoals Jezus tijdens zijn aardse leven ook dikwijls deugd beleefde aan een feestelijke tafel, ‘een gastmaal van vette spijzen, een gastmaal van belegen wijnen zuiver als kristal’ (Jesaja 25, 6).

Pastoor-emeritus Michel

VEERTIG DAGEN SOLIDAIR

Op woensdag 5 maart begint de veertigdagentijd, een periode van versobering, gebed en delen met mensen in het globale zuiden.

Op die dag worden we uitgenodigd om nederig ons hoofd te buigen en een askruisje te ontvangen als teken van onze bereidheid om anders te gaan leven.

In Sint-Pieters-buiten om 11 uur en 19 uur. In Zwijnaarde om 19 uur. In Afsnee om 19 uur.

Wij worden ook uitgenodigd op een sober maal op 5 maart van 11.30 uur tot 13.30 in zaal ‘De Aflaat’ (parochiecentrum) Sint-Pietersaalststraat.

Verder mogen we nu al noteren: solidair ontbijt op zondag 30 maart vanaf 8.30 in het Paulushuis, Patijntjesstraat. Een concrete uitnodiging hiervoor volgt.

Tijdens de veertigdagentijd bevindt het ‘anker van hoop’ in onze parochie. Het anker van hoop, het symbool van het jubeljaar, zal aanwezig zijn waar pelgrims van hoop elkaar vinden.

 

Gepubliceerd door

H. Petrus en Paulus Parochie in Gent-Zuid

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook