
Pasen is het belangrijste feest van de christenen
Pasen is het belangrijkste feest van de christenen. Dan herbeleven ze het sterven en de verrijzenis van Jezus Christus Pasen is de dag die alle zondagen tot zondag gemaakt heeft. Want omdat Christus op de dag na de sabbat verrezen is, maakten christenen die dag tot hun wekelijkse feest. Elke zondag is sindsdien een herinnering aan die verrijzenis. Pasen valt elk jaar op een andere datum in de lente. De hele natuur ontwaakt dan uit haar winterslaap en onderstreept op haar manier de betekenis van Pasen: leven haalt het op de dood. In 325 bepaalde het concilie van Nicea dat Pasen moest gevierd worden op de zondag na de volle maan die volgt op 21 maart (ten vroegste 22 maart, ten laatste 25 april) Wanneer de volle maan op een zondag valt, wordt Pasen de week daarna gevierd.
Het joods paasfeest
Sinds de uittocht uit Egypte, vieren de joden jaarlijks Pesach op de 14e dag van de maand Nissan. Dan vertellen ze dat op de vooravond van deze uittocht de engel des doods passeerde, 'genadig voorbij' (= Pesach) ging, aan de huizen waarvan de deurposten bestreken waren met het bloed van het lam dat op die dag werd gegeten. Dit feest draagt sporen van: - het vroegere voorjaarsfeest bij de nomaden (herders), waarbij een lam geofferd werd om de vruchtbaarheid van de kudde te verzekeren - het vroegere feest van de ongedesemde broden bij de landbouwers. Bij het vieren van de eerste oogst (gerst), werd ongedesemd brood gegeten. (desem = een stuk deeg dat men laat verzuren om nadien als desem – vgl gist - voor het nieuwe brood te gebruiken) Zo evolueerde een feest dat het begin van de lente vierde, naar een feest dat de lente van een volk viert, omdat het zich kon bevrijden uit de slavernij. De oude symbolen - paaslam, ongedesemd brood - werden aan deze nieuwe betekenis gekoppeld.
Het christelijk paasfeest
Tijdens de voorbereiding van een joods paasfeest werd Jezus gekruisigd. (Jezus' laatste avondmaal was een paasfeest) De eerste christenen bleven dit joodse paasmaal vieren, maar koppelden het aan hun geloof dat de dood van Jezus een nieuw begin betekent.
Verrijzenis' en 'opstanding'
Verrijzenis en opstanding zijn synoniemen van elkaar. Het woord ‘verrijzenis’ wordt eerder door katholieke christenen gebruikt, het woord ‘opstanding’ door protestantse christenen. Beide woorden willen met een beeld het belangrijkste geloofspunt van christenen uitdrukken. In het woord verrijzen herkent men het woord ‘rijzen’. Water vermengd met bloem is een plompe massa. Maar wanneer aan die massa gist werd toegevoegd, komt die ‘massa’ tot leven. Jezus gebruikt dit beeld wanneer Hij zegt dat zijn volgelingen moeten zijn als gist in het deeg. Nadeel van het woord ‘verrijzenis’ is dat het verwijst naar een ervaring die voor de meeste kinderen niet meer herkenbaar is. In het woord ‘opstanding’ herkent men het woord ‘opstaan’. Wie slaapt, wie gevallen is, ligt neer; wie ‘opstaat’, komt in actie, komt tot leven. In de Bijbel vindt men deze beweging terug in heel wat wonderverhalen: Een lamme ligt op zijn bed, ... Jezus doet hem opstaan. Het dochtertje van Jaïrus is dood, ... Jezus doet het opstaan. Jezus slaapt wanneer het stormt, ... wanneer Hij opstaat, bedwingt Hij de storm. Het woord ‘opstanding’ heeft als voordeel dat de ervaring neerliggen/opstaan voor kinderen meer herkenbaar is. De betekenis van deze woorden is de sleutel voor al wat christenen in beweging brengt. Daarom is het belangrijk deze beelden niet éénmalig te gebruiken in een les of activiteit rond Pasen, maar het hele jaar door. Dit kan men door bewust om te gaan met woorden als ‘opstaan’, ‘leven’. Hierdoor wordt het nadien gemakkelijker de betekenis van Pasen toe te lichten. Want christenen worden opgeroepen om leven te brengen waar 'dood' is, om genezing te brengen waar ziekte is, om liefde te brengen waar haat is, om vriendschap te brengen waar onverschilligheid is, om vrede te brengen waar ruzie is, om hoop het brengen waar wanhoop is, om geloof te brengen waar wantrouwen heerst...
Tekst van C. Leterme