Maar ook veel gelovige mensen hebben het moeilijk met die ‘Hemelvaart’. Wat betekent het voor ons dat Jezus is opgestegen naar de Vader? De raad van die twee mannen in witte gewaden om niet naar de hemel te staren, zoals we hoorden met Pasen, hebben we reeds lang opgevolgd. De moderne mens kijkt niet meer naar omhoog, maar wel naar zichzelf, naar zijn TV of naar zijn computerscherm. Ook geëngageerde christenen kijken niet omhoog, maar proberen om de bevrijdende boodschap van Jezus in het hier en nu te plaatsen, niet in de toekomst. Hier en nu moet Gods Koninkrijk gestalte krijgen. Niet buiten of boven, maar wel te midden van de realiteit van vandaag moeten we Gods scheppingswerk verderzetten.
En toch heb ik de indruk dat de leerlingen bewust naar boven keken, naar de hemel. Dat deden ze toen, met Pasen, dat doen ze nu weer. Terwijl Jezus hen zegende, werd Hij ten hemel opgenomen. En zij aanbaden Hem. Ja, ze aanbidden hun Heer en keren dan, ondanks het afscheid, met blijdschap terug naar Jeruzalem. Daar houden ze zich op in de tempel en verheerlijken God, schrijft Lucas. De manier waarop de evangelist zijn evangelie beëindigt, doet denken aan het begin. Want het Lucasevangelie begon ook in de tempel met Zacharias, de vader van Johannes de Doper, die als priester het heiligdom binnentreedt om in naam van het volk de lof van Jahwe te zingen.
Het Jezusverhaal van Lucas begint dus ook in de tempel. Geboren uit Maria is Hij een mensenkind als elk ander. Maar van in het begin stellen mensen zich de vraag: Wie is Hij toch? Wie is die vreemde man die zieken geneest en zonden vergeeft? Wie is Hij dat Hij met zoveel wijsheid over God kan spreken?
Lucas neemt die verwondering mee in heel zijn evangelie. Al vanaf Zacharias worden er vragen gesteld. Maar stilaan laat de evangelist ons zien hoe een klein groepje mensen, mannen en vrouwen, stilaan ontdekt wie er in hun midden is. Hun geloof in Hem groeit langzaam. Het rijpt stilaan in hun leven dat ze met Hem delen. Maar dat geloof dreigt ook verloren te gaan wanneer Hij voor hun ogen gekruisigd wordt.
Maar het sterkst ankert het zich vast in hun hart wanneer zij na Pasen Jezus als de Verrezene ontmoeten. Hij maakt hun geest toegankelijk voor de Schriften, zodat zij ten volle zouden begrijpen wie Hij is.
Het evangelie op Hemelvaartsdag vormt het sluitstuk van die lange innerlijk weg. De herkenning van hun Heer gaat bij de leerlingen over in aanbidding. Nu beseffen zij meer dan ooit wie hen geroepen heeft, wie met hen op weg is gegaan, wie voor hen geleden heeft en gestorven is. Nu kunnen ze met z’n allen zoals Tomas zeggen: ‘Mijn Heer en mijn God’. Daarin ligt voor mij dan ook de verklaring waarom zij, ondanks het afscheid, toch vol blijdschap naar Jeruzalem terugkeren. Het gemis van zijn onmiddellijke nabijheid wordt overstemd door de vreugde van Hem te mogen kennen, beminnen en volgen. Zijn heengaan naar de Vader is nog eens een bevestiging dat Hij de ‘Zoon van de Allerhoogste’ is, het ‘mensgeworden Woord van God’. Daarom is het ook maar normaal dat zij zich voortdurend ophouden in de tempel om God te verheerlijken en te danken, zo getuigt de evangelist Lucas.