Torens als getuigen
De geschiedenis van het gebouw vangt aan ergens in de twee helft van de twaalfde of in het begin van de dertiende eeuw wanneer de Noord-Franse abdij van Corbie, die in de streek meerdere bezittingen had, het besluit neemt om hier een kerk te bouwen. Het is meteen het eerste kerkgebouw in wat thans de gemeente Huldenberg is. Van deze kerk zijn alleen de twee zandstenen torens overgebleven. Elke toren heeft twee rijen galmgaten elk met een zuiltje in het midden met bovenaan een kapiteel in de vorm van een dobbelsteen. Opvallend zijn verder de spleetvormige openingen, wat erop kan wijzen dat deze torens ook een verdedigingsfunctie hadden.
De romaanse kerk werd in 1635 door Franse troepen die op doortocht waren in de as gelegd. Een honderdtal jaren later volgde een tweede brand. Tussen de twee torens werd een nieuwe kerk gebouwd waarover nauwelijks iets geweten is.
Over de twee torens van Neerijse doen veel verklaringen de ronde.
Volgens een legende was het geld voor de bouw van kerk afkomstig van twee edelvrouwen. Omdat zij elk evenveel gegeven hadden, wensten zij hun eigen toren. Veel prozaïscher is de hypothese dat de kerk oorspronkelijk bedoeld was om zowel Neerijse als Huldenberg te bedienen en eiste elke gemeenschap haar eigen toren op. Geloof echter in geen geval de mensen van buiten het dorp die beweren dat in Neerijse één toren niet volstond om het aantal 'uilen' te huisvesten!
Kathedraal van de druivenstreek
Eind negentiende eeuw vonden de inwoners Neerijse hun kerk te klein. De gemeente was toen welvarend en wenste de kerk te verbouwen en te vergroten in romaanse stijl. Architect Van Arenberg uit Leuven tekende de plannen. De werken gingen in 1866 van start. Van Arenberg ontwierp een nieuw gebouw in neo-romaanse stijl, een keuze waarvan niet veel voorbeelden bekend zijn. Bovendien liet hij de dwarsbeuk weg en gaf hij aan de gevel van het koor dezelfde afwerking als de voorgevel. Zo kreeg de kerk het uitzicht van een schrijn, gevat tussen de twee romaanse torens. Het neo-romaanse karakter is wellicht het duidelijkst aanwezig in vierlobbige vensters in de zijgevels evenals in de voorgevel die uit drie delen bestaat met een rondboogportaal en een roosvenster.
Wanneer u de kerk binnengaat, valt onlmiddellijk het roosvenster in het koor op. De kleuren zijn zeer mooi. Het bevat traditioneel taferelen uit het leven van Christus met centraal de kruisdood.
De kerk is verder heel sober aangekleed. Op het retabel op het hoofdaltaar staan de apostelen en de vier evangelisten uitgebeeld met de twee patroonheiligen Petrus en Paulus op het voorplan. De drieluiken op de zijaltaren zijn resp. gewijd aan het leven van Maria (linkerzijde) en Sint-Jozef (rechterzijde). Achteraan links vindt u de doopvont (17e eeuw). Het oudste beeld van de kerk is het kruis dat zich links in het portaal bevindt. Het is een laatgotisch beeld uit de 16e eeuw dat vroeger wellicht aan de buitengevel hing.
De koorbanken en het doksaal werden ontworpen door Eugène Gife. De binnenmuren en het koor kregen een polychrome afwerking die in 1969 volledig werd overschilderd. In 1979 zorgde Geroen de Bruycker (Pro Arte Christiana, Vaalbeek) voor een nieuwe kruisweg. Na de verwijdering van de bepleistering bleken vier van de zes zuilen in witte natuursteen uitgevoerd. Het zijn mogelijk vier zuilen van de originele kerk.
Loret orgel
In 1871 gaf de kerkfabriek aan de firma Loret de opdracht een nieuw orgel te bouwen. De familie Loret was een bekend geslacht van orgelbouwers. In het bedrijf van François-Bernard (1808-1877), dat gevestigd was te Mechelen, zijn vele tientallen orgels gebouwd. Het instrument is erkend als erfgoed en werd onlangs gerestaureerd.
De familie d'Overschie
Op het stemmige ommuurde kerkhof vallen de graven van de familie d'Overschie onmiddellijk op. Ze bevinden links en rechts van het koor. De grafkelder heeft een toegang in het koor van de kerk. Deze adellijke familie kocht in 1735 het domein van de vroegere heren van Neerijse, waar ze het vroegere jachtpaviljoen verbouwden tot een kasteel in classicistische stijl. Het kasteel kreeg later een reeks andere bestemmingen. Vandaag zijn er luxeappartementen in ondergebracht. Het kasteel is gelegen aan de rand van de Doode Bemde, een van de grootste natuurgebieden in Vlaams-Brabant.
Een vrijplaats voor de toekomst
In 2012 kreeg het interieur een facelift met als doel de inrichting beter aan te passen aan de behoeften van de parochiegemeenschap. Kunstenaar Koen Lemmens ontwierp een ambo (een lezenaar), een nieuw altaar en een doopvont en plaatste die in de lengteas. Zo kregen drie vormen van liturgie een eigen plek: de ambo met draaiende lezenaar voor de woorddienst, het altaar voor de eucharistieviering en het koor voor de doopviering of de kleinere intieme vieringen.
De stoelen werden in de lengteas geplaatst zodat de voorganger nu omgeven wordt door de aanwezigen. Zo ontstond ook een grote lege ruimte tussen altaar en doopkapel, die symbool staat voor de openheid op het mysterie van God. Voor de doopruimte maakte Koen Lemmens ook tien schilderijen op het thema water, geïnspireerd op een lied. De kerkgemeenschap van Neerijse wil daarmee ook aangeven dat zij een gastvrije spirituele plek wil zijn.
Iedere zondag is er een viering om 10u30.
(Tekst: Dirk Aerts, foto's Johan Van der Vloet)
Binnenkort: Maria in gotisch kleed: de kerk van Huldenberg
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.