In de maand oktober leerden we Theresia van Lisieux al kennen. Op zondag 4 december plaatsen we Johannes van het Kruis centraal tijdens de eucharistieviering van 10u in de Sint-Martinuskerk. Deze bekende Spaanse mysticus is trouwens een betrouwbare gids tijdens de Advent, want wat is Advent anders dan biddend wachten op de komst van de Heer?
Hervormers van een middeleeuwse kloosterorde
Juan de Yepes, zoals zijn doopnaam in het Spaans klinkt, werd in 1542 nabij Salamanca geboren. Als jonge priester leerde hij Theresia van Avila kennen, eveneens een mystieke ziel, met wie hij een levenslange geestelijke vriendschap sloot. Theresia kon Johannes overtuigen om in te treden bij de karmelieten, om zo samen de mannelijke en vrouwelijke tak van de Orde van de Karmel grondig te hervormen en van alle laksheden en ontsporingen te zuiveren. Zo werden Johannes van het Kruis en Theresia van Avila de hervormers van een middeleeuwse kloosterorde: de ongeschoeide karmelieten en karmelietessen. ‘Ongeschoeid’ betekent blootsvoets: een radicaal getuigenis van armoede en soberheid.
Evangelische soberheid en monastieke eenzaamheid
Johannes’ kloosternaam bleef niet zonder betekenis: al gauw ondervond hij aan den lijve wat het kruis dragen betekende. De meeste karmelieten waren niet meteen opgezet met Johannes’ hervormingsdrift, die hun gemakzuchtige levensstijl in vraag stelde. In één van de kloosters werd hij zelfs door zijn eigen medebroeders opgesloten en uitgehongerd, om zo van hem verlost te zijn. Maar Johannes hield voet bij stuk en slaagde er uiteindelijk met Theresia van Avila in om de Orde van de Karmel weer haar oorspronkelijke gezicht en observantie te geven: een leven van gebed in gemeenschap van broeders en zusters, met een sterke klemtoon op evangelische soberheid en monastieke eenzaamheid.
Johannes van het Kruis overleed op 14 december 1591, meteen zijn liturgische feestdag. In de 18de eeuw werd hij tot kerkleraar uitgeroepen omwille van de vele mystieke geschriften die hij naliet. Eén van de bekendste poëtische stukken die hij schreef is het Lied van de donkere nacht, dat hij tijdens zijn gevangenschap schreef als vorm van protest tegen het onrecht dat hem werd aangedaan. We geven er hier een fragment uit weer:
In een nacht, aardedonker, in brand geraakt en radeloos van liefde, - en hoe had ik geluk! - ging ik eruit en niemand die het merkte - want mijn huis lag reeds te slapen. (…) In de nacht die de kans geeft, in het geheim, zodat geen mens mij zien kon en ook ikzelf niets waarnam: ik had geen ander licht dan wat er in mijn eigen binnenste brandde. Dat was het dat mij leidde - zekerder dan het zonlicht op de middag - daarheen waar op mij wachtte, van Wie ik zeker zijn kon en op een plaats waar niemand ooit zou komen. O nacht die mij geleid hebt! O nacht, mij liever dan het morgengloren! O nacht, die hebt verenigd Beminde met beminde, beminde, opgegaan in de Beminde!
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.