Is er nog plaats voor kerk en geloof in onze samenleving? | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Pastorale Zone Sjalom Boutersem

Pastorale Zone Sjalom Boutersem

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Welkom Een vierende gemeenschap Plaatselijke geloofsgemeenschappen Belangrijke levensmomenten Ons geloof verdiepen Ons geloof actief beleven Jongeren Kerk & Leven Wie is wie De zoneploeg De zoneraad De plaatselijke contactpersonen De kerkfabriek Parochiezaal Foto's Info voor medewerkers Facebook Pastorale Zone Sjalom Boutersem

Is er nog plaats voor kerk en geloof in onze samenleving?

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op dinsdag 15 januari 2019 - 12:59
Afdrukken

Is er nog plaats voor kerk en geloof in de samenleving van vandaag?

Het is voor gelovigen in de huidige samenleving niet gemakkelijk. Je wordt vaak met de nek aangekeken als je voor je geloof uitkomt of je engageert in de kerk.
Vandaar de vraag: wat is de rol van religie en geloof in onze samenleving? Mogen we blijven hopen dat er toekomst is voor het christelijk geloof?
Op 4 december 2018 kwam kardinaal De Kesel op deze vragen een antwoord geven. De krachtlijnen van het antwoord van de kardinaal worden in volgende tekst uiteengezet.

Toespraak van de kardinaal

Niemand weet hoe de toekomst van het christelijk geloof hier in West-Europa zal zijn binnen 50 jaar, ook de kardinaal niet. Maar we mogen vandaag niet toegeven aan de gedachte die bij velen, ook in de media of in de publieke opinie, naar voor komt nl. dat het stilletjes aan gedaan is met ons geloof. Dit klopt niet. Wat wel waar is dat de samenleving veranderd is en dat het christendom en de Kerk onmogelijk nog de positie kunnen hebben van pakweg 100 jaar geleden hier in onze gewesten. Dat is niet de schuld van de Kerk. Het heeft te maken met het feit dat heel onze cultuur, onze samenleving al eeuwen lang fundamenteel aan het veranderen is.

Met dit gegeven voor ogen stelt de kardinaal een aantal belangrijke vragen: wat is er maatschappelijk veranderd? Is dit een verandering ten goede of is het een ramp? De belangrijkste vraag is echter: wat is onze zending als christenen in deze veranderde situatie? En tenslotte komt de kardinaal terug op de initiële vraag: is er nog plaats voor geloof en religie in onze maatschappij?

Wat is er veranderd?

Het antwoord op deze vraag is duidelijk: wij zijn geëvolueerd van een religieuze samenleving naar een seculiere samenleving.

Zoals Noord-Afrika en het Midden-Oosten een moslimsamenleving heeft, zo kende het Westen eeuwenlang een christelijke samenleving. We leefden in een religieuze cultuur, wat betekent dat godsdienst een centrale plaats innam in wat mensen dachten, in het uitoefenen van gezag (politieke ordening), in de rechtspraak en in de kunst. In een tijdspanne van ongeveer 5 eeuwen (vanaf de 5e tot 9e-10e eeuw) evolueerde de pre-christelijke (Germaanse) cultuur naar een homogeen christelijke cultuur, gekenmerkt door verschillende godsdienstoorlogen. In 1648 moest 'De vrede van Westfalen' een einde maken aan deze oorlogen. Er zou geen oorlog meer gevoerd  worden om religieuze redenen. Dat is een cruciale datum van een andere cultuur. Een cultuur waarin de burger zelf in volle vrijheid kan zeggen of hij gelovig is of niet, zoals het ook in onze grondwet staat. De officiële godsdienst van het land werd toen nog wel door de vorst opgelegd!

Een seculiere cultuur: positieve verandering?

Een religieuze maatschappij is altijd gevaarlijk voor de minderheden. Denk maar aan de precaire situatie van de  joden in de Middeleeuwen. Ze leefden in een homogeen westerse christelijke cultuur  Ook de christenen in een islamcultuur in het Midden-Oosten zijn al jarenlang en tot op vandaag tweederangsburgers en verlangen naar een seculiere cultuur waarin mensen de vrijheid krijgen om hun geloof te uiten.

Bij ons is de seculiere cultuur een feit. Dit betekent dat godsdienst geen centrale plaats meer inneemt in het samenleven, niet dat godsdienst verdwenen is. Een seculiere cultuur maakt het mogelijk om in vrijheid je geloof te kiezen, te uiten, te beleven en te vieren.

Omwille van de positie van het christendom en de kerk zaten de kerken lange tijd vol. Het zou raar zijn als dat niet zo was. Zelfs buiten de kerk was je nog bij de Kerk.

' t Was allemaal Kerk. Het was veel comfortabeler om Kerk te zijn of christen in een samenleving die het ook was. Vandaag zijn de kerken niet langer vol want er zijn teveel kerken en de hele context is veranderd. Maar dat betekent niet het einde van het christendom of het einde van de Kerk. Numeriek zijn er nog altijd een vrij grote groep mensen op een of andere manier bij de Kerk betrokken. Niet iedereen meer zoals vroeger en ook niet altijd rond het altaar. En dus is de vraag: kan ik christen zijn, kan de Kerk haar zending vervullen ook in een wereld die  geseculariseerd is, dus alleen maar wereld is? (seculum in het Latijn betekent wereldlijk).

Diezelfde vraag geldt voor de islam. Kun je moslim zijn in een geseculariseerde westerse wereld die geen moslimcultuur is?

Het Tweede Vaticaans concilie heeft daar antwoord op gegeven door het respect voor elke religieuze overtuiging te beklemtonen. Cultureel is er uiteraard een verschil tussen islam en christendom maar christenen hebben geen monopoliepositie. Wij moeten vandaag Kerk zijn met eerbied en respect voor andersgelovigen.

Zending van de Kerk vandaag?

Om te begrijpen hoe we vandaag kerk moeten zijn, is het nodig om nog eens te kijken naar de verhouding Kerk en wereld rond de jaren 1950 tot 1965.

Wie de zestig voorbij is, heeft zeker nog weet van de homogene christelijke wereld van de jaren '50. Drie missen op zondagmorgen, op tijd komen of je had geen plaats. Nuchter naar de mis met als gevolg dat mensen flauw vielen. De kerk was de wereld, het aantal 'zielen' in de parochie stond gelijk met het aantal inwoners. De pastoor was de herder die de kudde bij elkaar moest  houden. Hij moest erover waken dat niemand over de schreef ging, hij weerde andersdenkenden en buitenstaanders. De kerken zaten vol, dank zij de maatschappelijke positie van godsdienst en kerk, niet omdat de voorganger zo goed was! Omgekeerd, als vandaag de kerken minder vol zijn heeft dit te maken met het feit dat we niet meer in een christelijke samenleving leven en niet met de voorganger die het niet goed zou doen.

De Vrede van Westfalen (1648) mag dan wel een mijlpaal zijn geweest op vlak van godsdienstoorlogen, het is pas vanaf de 18e eeuw dat Kerk en wereld op gespannen voet beginnen te leven. De Kerk voelt dat ze mensen verliest. Door het opkomende socialisme, liberalisme en de vrijzinnigheid in de 19e en begin 20e eeuw verliest de Kerk nog meer terrein en ze zet zich af tegenover de moderniteit. Van ‘Kerk = wereld’,  naar ‘Kerk tegenover de wereld’. De Kerk moet er nu voor zorgen dat de wereld kleiner wordt, zodat zij groter wordt. Als we alle andersgelovigen of ongelovigen kunnen uitschakelen is de wereld weer van ons. Dat dit indruist tegen het evangelie zal langzaam doordringen en het Tweede Vaticaans concilie (1962-1965) brengt  verandering. Respect voor iedere geloofsovertuiging. De Kerk moet niet tegenover de wereld staan maar in de wereld. We leven niet meer in een wereld die samen valt met de Kerk, maar wij leven als Kerk in de wereld. Een wereld die ongelofelijk groot is geworden! De vraag is wat wij als christenen kunnen doen in die grote wereld.

Zending van de christenen

Onze zending als christenen betekent drie dingen: getuigen van Gods liefde voor de mensen, Gods woord verkondigen en vieren en dat in concrete solidariteit met de mensen rondom je.

Getuigen van het evangelie, van Gods liefde voor de wereld

In tegenstelling tot de goden van de Oudheid is de bijbelse God een God die zich wil kenbaar maken en daarom in relatie treedt  met de mens. Je zou je kunnen afvragen wat God in de mens gezien heeft dat Hij zich aan ons wil laten kennen. Maar God is niet het hoogste wezen dat genoeg heeft aan zichzelf. God zoekt verbondenheid, vriendschap, liefde. In de liefdesrelatie tussen God en mens is vrijheid het sleutelwoord, net zoals in een liefdesrelatie tussen mensen. Liefhebben in vrijheid, niet met het mes op de keel! Als kerk moeten we getuigen van Gods liefde voor de mens die in vrijheid Gods liefde kan aanvaarden. Geen pastoraal onder dwang! Waar angst is of dreiging, is geen liefde!

De monnikengemeenschap in Tibhirine heeft op een ontroerende manier getoond wat het betekent te getuigen van het evangelie op een volstrekt geweldloze manier. Gewoon er zijn en je geloof  beleven in alle eenvoud maar wel in alle oprechtheid. Een leven leiden dat gebouwd is op het gebed, het persoonlijk gebed, het liturgisch gebed, het luisteren naar Gods woord, het zingen van Gods lof, het vieren van de liturgie, én op een enorme solidariteit met de mensen rondom het klooster. Je voelt hier een christelijke gemeenschap in een totaal niet-christelijke wereld, en niemand, ook de moslims niet, heeft hun aanwezigheid in vraag gesteld. Want ze waren hun broeders geworden, ook als wisten ze dat ze geen moslim waren. Ook al hadden die monniken geen enkele bedoeling om zelf moslim te worden, of ook niet om de anderen te bekeren. Maar ze waren aanwezig en dat is enorm belangrijk, ook in onze cultuur!

Ook onze Kerk, onze kerkgemeenschappen zouden een zichtbaar en daadwerkelijk teken moeten zijn van Gods liefde, niet van Gods liefde voor de Kerk, maar van Gods liefde voor de wereld. Dat is haar zending: luisteren naar Gods woord en het verkondigen, samen vieren, én concrete solidariteit met mensen dichtbij en veraf.

Gods woord verkondigen en vieren

In een niet-religieuze cultuur hoeft het ons niet te verbazen dat er veel onwetendheid , veel culturele ongeletterdheid is, en dit niet alleen bij jongeren. Ook in de media, zelfs bij bekwame journalisten, merk je dit. Spreken over het geloof, verkondigen is dus een heel belangrijk deel van ons christen zijn. Bovendien is ook ontzettend belangrijk om als kleine gemeenschappen de liturgie goed te vieren. Zich samen laten voeden door Gods woord en door de manier waarop het gevierd wordt. Het jodendom is na de verwoesting van de tempel in '70 blijven bestaan omdat de joodse gemeenschap bleef samenkomen rond het woord. Wij moeten Gods woord blijven verkondigen en samenkomen om te vieren, ook als de groep van christenen kleiner wordt.

Concrete solidariteit

We mogen echter geen louter liturgische en catechetische Kerk worden. De Kerk moet een solidaire Kerk zijn die de uitdagingen van de wereld niet uit de weg gaat.

Stel u voor dat de vriendschap en solidariteit van de monniken in Tibhirine met de moslimgemeenschap er niet was geweest, dat ze alleen samen baden en liturgie vierden, dan was hun aanwezigheid daar zinloos. Daar blijven in een risicovolle situatie impliceerde concrete solidariteit met de bevolking.

De Kerk moet solidair zijn en aanwezig zijn bij mensen aan de rand, bij de armen, de vluchtelingen, de mensen die verloren in het leven staan. Je kunt als Kerk niet zeggen dat je niets te maken hebt met de ongelijkheid en onrechtvaardigheid in de wereld, met de ecologische problemen, met de migratieproblematiek. Je kunt als Kerk geen muren optrekken om de problemen niet te zien. Dit is ook de boodschap van onze paus Franciscus.

Het belang van het aanwezig zijn in de wereld heeft de kardinaal ervaren toen hij op bezoek was in de gevangenis van Merksplas. De aanwezigheid van de aalmoezeniers in de gevangenis is niet nuttig, maar een noodzakelijk surplus omdat ze een dimensie vertegenwoordigen waar het systeem geen vat op heeft, een dimensie van menselijkheid. Ze doen eigenlijk niets, ze zijn er gewoon. En alleen al door hun aanwezigheid laten ze een gedetineerde voelen dat hij meer is dan een gedetineerde. Hij is mens, ook al heeft hij verschrikkelijke dingen gedaan.

Aanwezig zijn in de samenleving, geweldloos, weerloos maar getuigend, dit is de enorme verantwoordelijkheid voor de Kerk vandaag.

Slotbeschouwing

 ‘Is er nog plaats voor religie in de moderne samenleving?’

Vrijzinnigen in België, maar ook in Europa, zijn ervan overtuigd dat God niet bestaat en ze kunnen dat ook bewijzen. Ze zijn ervan overtuigd dat een moderne cultuur, gebouwd op de vrijheid van de mens en de emancipatie uiteindelijk moet leiden tot het verdwijnen van godsdienst. Maar blijkbaar is dat niet zo eenvoudig want na 2 eeuwen is de godsdienst nog altijd niet verdwenen, ondanks verwoede pogingen van dictatoriale regimes zoals het communisme, het stalinisme  en het nazisme.

Religie zal niet zomaar verdwijnen omdat de mens een religieus wezen is, niet noodzakelijk christelijk maar religieus. De mens is een fundamenteel onvoldaan en vragend wezen, op zoek naar zin. Dat zal niet zomaar veranderen. Ook niet door het dogmatisch atheïsme die van de zoekende mens de vraag krijgt of het wel waar is dat God niet bestaat! Weten dat en geloven is van een andere orde!

Sociologisch zien we dat het christendom op wereldvlak groeit. We moeten onze situatie zien in relatie tot de rest van de wereld en ons niet opsluiten in een cocon. Geloof zal niet vlug verdwijnen maar onze seculiere cultuur heeft een enorme impact op onze zelfbeleving, en op de beleving van de werkelijkheid rondom ons. In deze cultuur lopen wij allemaal het gevaar onze religieuze zin te verliezen. Dat is al met veel mensen gebeurd.

Een groot gevaar voor ons geloof is de neoliberale stelling dat geloof geprivatiseerd moet worden, d.w.z. alleen maar betekenis heeft voor het privéleven van de burger. De mensen mogen thuis, achter gesloten deuren, gelovig zijn maar niet in de publieke sector. Die stelling klopt niet.

Het evangelie, ons geloof, heeft immers betekenis voor ons leven. Als christen kun je niet om het even wat doen. Als christen moet je, zoals Jezus, mensen graag zien en solidair zijn met hen. Op de vraag die ook jongeren zich stellen 'wat moet ik doen met mijn leven, wat is zinvol', geeft de moderne cultuur een nietszeggend antwoord: 'doe wat je wilt.' Het antwoord van het evangelie is duidelijk.

Maar het evangelie is niet alleen relevant voor mijn persoonlijk leven, maar ook voor de samenleving. Het evangelie is niet alleen maar een religieuze overtuiging. Het is een woord van leven. Het is een woord dat mij doet leven. En ook een woord dat mij doet samenleven. Een leven dat alleen zinvol is als het gedeeld wordt, zoals God zijn leven met het ons heeft willen delen. Dit vieren we met Kerstmis.

Als het evangelie ons doet leven en samenleven moet de Kerk in dienst staan van de wereld. Zij is solidair met alle mensen. Alleen als de vreugde en de hoop, het verdriet en de angst van de mens, vooral van de arme mens, ook onze vreugde, hoop, verdriet of angst wordt is de Kerk teken van Gods liefde voor deze wereld (vrij naar het begin van constitutie 'de Kerk in de wereld' van  het Tweede Vaticaans Concilie).

De Kerk is er niet om de wereld in te palmen, maar ze is er, om midden in de wereld, hoe bescheiden ook, een teken te zijn van God die op zoek is naar de mens.

De uiteenzetting van de kardinaal werd besloten met deze hoopvolle boodschap:

Twijfel er nooit aan dat God door zijn geest, werkzaam is in deze wereld, ook buiten de kerk. Hij is werkzaam in de wereld. Hij is werkzaam waar waarachtig bemind wordt, 'ubi caritas deus ibi est’. Er staat niet ‘ubi caritas in ecclesia’. ‘Ubi caritas, deus ibi est’. Waar mensen zich inzetten voor elkaar, waar de mens weerstaat aan zijn drang naar zichzelf en zijn egoïsme, waar hij zorgt voor een betere menselijke wereld, daar is God, ook als mensen zich daar niet van bewust zijn. Daarvan mag de Kerk met volle vreugde en dankbaarheid getuigen.

Bijkomende informatie

Des Hommes et des Dieux. 2010

In een dorpje ergens diep verscholen in het Algerijnse Atlasgebergte woont een kleine gemeenschap Cisterciënzer monniken in schijnbaar complete harmonie met de moslimbevolking om hen heen. Pater Luc is arts en verzorgt dagelijks zo’n 150 mensen. Christian staat in voor de contacten met de buitenwereld en vervult op die manier bijna de functie van sociaal werker voor het dorp. De monniken leven van het land, worden uitgenodigd op plaatselijke feesten en kennen evenveel van de Koran als van de Bijbel. Het vredig samenleven komt op de helling te staan wanneer moslimextremisten steeds meer geweld plegen in de regio. De Algerijnse overheid maant de paters aan om terug te keren naar Frankrijk, maar ze beslissen unaniem om te blijven.

Des Hommes et des Dieux is gebaseerd op een waargebeurd verhaal dat zich in 1996 afspeelde in het Algerijnse Cisterciënzerklooster van Tibhirine. Een indrukwekkende film die overtuigt op alle vlakken en ook niet-gelovigen raakt. Want - zoals de volgorde van de woorden in de titel vertelt - is het niet enkel een film over geloof of godsdienst, maar vooral een film over menselijkheid. Des Hommes et des Dieux won de Grote Prijs van de Jury op het Filmfestival van Cannes.

Mia Lamaire, lid zoneploeg

 

Adventsconferentie Boutersem © Bart Dusart
Adventsconferentie Boutersem © Bart Dusart
Adventsconferentie Boutersem © Bart Dusart
Adventsconferentie Boutersem © Bart Dusart
Adventsconferentie Boutersem © Bart Dusart
Vorige Volgende

Gepubliceerd door

Pastorale Zone Sjalom Boutersem

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Belgische jongeren - WJD Portugal 2023 © Don Bosco
readmore

Jaarrapport van de katholieke Kerk in België 2024

icon-icon-persbericht
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook