“Een verlangen naar de zuivere waarheid vormt het wezenskenmerk van ons monotheïsme. Kritiek hoort daarbij, ook op de eigen waarheidsclaims”, meent Marc De Kesel (Saint Paul University, Ottawa). De filosoof doet zijn uitspraken in een dossier over ketterij.
Ketterse gedachten passen wonderwel in het kritische monotheïstische regime waarover De Kesel geregeld schrijft. Al begrijpt hij evenzeer hoe hoeders van de christelijke traditie er steeds mee hebben geworsteld. “De kerk verdedigt nu eenmaal een waarheid, zelfs al weet ze dat ook zij die niet helemaal ‘bezit’”, vertelt de professor. “Daarin schuilt iets tragisch: Rome ziet zich verplicht oordelen te vellen, terwijl het zelf geen definitief uitsluitsel heeft over het eigen gelijk. Even tragisch is dat de katholieke cultuur zoiets wel beseft, maar vooralsnog geen taal heeft gevonden om het helder aan de orde te stellen.”
“Blijvend nadenken over de geloofspunten vormt daarom een constante verplichting”, onderstreept De Kesel. “Maar net daar loopt het verkeerd, al een paar eeuwen en niet het minst tijdens de voorbije decennia. Tal van christenen verschansen zich in een niet-nadenkende waarheidspositie. Van kritisch denken – en dus ook twijfelen – is dan geen sprake meer, terwijl die houding net centraal staat in een welbegrepen monotheïsme.”
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.