In “De geniale taal” pleit Andrea Marcolongo hartstochtelijk voor de studie van het Oudgrieks. Onder meer met zijn subtiele werkwoordsvormen geeft die taal blijk van een geraffineerde blik op de wereld. Marcolongo beoogt “een soort syntaxis van de menselijke geest”, schrijft recensent Geert Van Coillie in Tertio van 13 februari 2019.
Als sociocultureel fenomeen is taal de uitdrukking van een welbepaalde en gedeelde blik op de realiteit. Grammaticale categorieën ordenen de werkelijkheid en geven richting en betekenis aan de wereld. Zo zijn de werkwoorden in het Oudgrieks dominanter dan de zelfstandige naamwoorden. Niet de dingen staan centraal in Griekse ogen, maar het humane handelen en de meerzinnige verhouding tot de dingen. Kleuren zoals fonkelend blauwgroen zagen Grieken in het teken van licht en leven, als een volkomen menselijke maar geen optische ervaring. Wanneer de samenleving en de communicatieve behoeften veranderen, verandert eveneens de taal. De verplaatsing en oefening in het Oudgriekse denken en beleven laat toe de eigen wereld en onszelf op een nieuwe en letterlijk “multiculturele” manier te bekijken en te ervaren.
De internationale bestseller “De geniale taal” van Andrea Marcolongo, een blikopener voor zowel classici als voor wie nooit Grieks volgde, is een reflectief maar evenzeer strijdbaar boek met een prikkelende pedagogische boodschap. Vol zuiders temperament hekelt de auteur alle schoolsystemen en lesmethoden die op welke wijze ook afkeer opwekken in plaats van liefde voor de taal.
Lees de volledige recensie deze week in Tertio. Proefnummer of abonnement? www.tertio.be