Nu moet iedereen er al over gehoord hebben, over dat ophefmakende boek van Frédéric Martel. Eind februari is het in Nederlandse vertaling uitgegeven onder de titel Sodoma, het Geheim van het Vaticaan. Ik heb het helemaal uitgelezen en ben daar best een beetje trots op: een turf van 670 bladzijden met een onprettige boodschap, zeker voor een katholiek.
Volgens de auteur, of althans volgens één van zijn bronnen die hij instemmend citeert, zou tachtig procent van de priesters werkzaam in het Vaticaan homoseksueel zijn. (Martel heeft dit cijfer later in een interview gerelativeerd). Zo ook de meerderheid van de kardinalen.
De gevolgen van niet uit de kast durven komen
Dat heeft volgens Martel nare, zij het paradoxale gevolgen. Homo’s durven in het Vaticaan niet uit de kast komen, zelfs niet als ze in hun privéleven “praktiserend homoseksueel” zijn. Integendeel, zij voelen zich gedwongen om hun geaardheid te verhullen achter uitgesproken homofobe uitspraken en beleidsdaden. Kortom de bekrompen houding van de Kerk tegenover de emancipatie van de homo’s, bijvoorbeeld tegen het samenleven en het huwelijk van homo’s, wordt in de regel ingegeven door (hypocriete) homo’s.
Laten we hier niet afglijden naar complottheorieën
Daar komt nog bij dat homoseksuele priesters zich ook in de politiek meer extremistisch rechts plegen op te stellen en regimes steunen die niet willen weten van homorechten. Bijvoorbeeld wanneer zij functioneren als pauselijke nuntius in een land zoals Chili, onder de dictatuur van Pinochet. Die clandestiene homo’s bezondigen zich weliswaar niet méér aan seksueel misbruik dan ander clerici, maar laten dat wel oogluikend gebeuren, uit vrees ontmaskerd en afgeperst te worden.
Nee, prettige lectuur is het niet. Enkele bedenkingen?
Lees de hele bespreking van Guido Dierickx sj hier.