Wie uitgesloten wordt, gekwetst is, het juk van een zware steen voelt, heeft een uitgestoken hand nodig om langzaam weer op te staan. Die hand kan door elk van ons uitgestoken worden. Dat is een roeping, een opdracht. “Wees niet bang”, zegt de engel bij het lege graf. Dominicanes Holkje van der Veer laat in haar paasessay psalmverzen weerklinken om de versteende mens te ontdooien.
Ons leven kan om uiteenlopende redenen tot stilstand komen. Door wat we gezien, gevoeld of gehoord hebben, kunnen we bevriezen, als een steen aan de grond vastgenageld raken. Men zegt dat er in de Bijbel wel 365 keer “wees niet bang” wordt gezegd. Het is een mooie gedachte: voor iedere dag één keer “wees niet bang”. Kruip niet weg, willen de woorden zeggen, kom onder je steen vandaan en laat je niet klein maken. Heb moed, heb lef en ontdooi. We gaan opnieuw beginnen.
In de Bijbel worden individuele mensen of groepjes enkelingen door een engel, een tuinman of een andere persoon onverwacht bezocht. De mens wordt gezien en aangesproken. Van Godswege krijgen we een duwtje in de rug. Het zijn boodschappers die aan het leven richting geven, meestal onverwachts. Ieder mens heeft een roeping en een opdracht. Heb lef, wees creatief, sla de weg in naar de toekomst. Van de wereld een stad van vrede maken. Met ieder mens een nieuwe tempel bouwen waar God wonen mag. Wees niet bang maakt het verschil.