Hoewel een einde aan de oorlog in Syrië niet in zicht is, wordt er voorzichtig gepraat over wederopbouw, schrijft Tertio in zijn nummer van 2/5/’19. Maar de internationale gemeenschap heeft weinig zin om met fondsen over de brug te komen. Begrijpelijk, want zonder politieke transitie dreigt hulp aan wederopbouw de oorlogsmisdaden van het regime te bestendigen.
Vredesorganisatie Pax deed de voorbije jaren onderzoek naar het conflict in Syrië, vooral naar de impact van belegeringen op de burgerbevolking. Die militaire dynamiek van collectieve bestraffingen van de burgerbevolking zet zich vandaag nog steeds door, legt Marjolein Wijninckx uit, programmaverantwoordelijke voor het Midden-Oosten bij Pax. “Zelfs al zwijgen de wapens, regio’s en bevolkingsgroepen die als opstandig gebrandmerkt staan, worden nog steeds gestraft. In Oost-Ghouta bijvoorbeeld zijn nog altijd restricties van toepassing en vinden er mensenrechtenschendingen plaats. Wederopbouw gebeurt alleen op plaatsen waar het regime dat wil en dient in de eerste plaats om loyale delen van de bevolking te belonen.”
De bouwprojecten van het regime en het wettelijke kader dat hele bevolkingsgroepen van hun eigendommen berooft, wordt vaak gezien als een poging de demografische realiteit van Syrië om te buigen. Dat klopt, zegt Wijninckx, maar het zou verkeerd zijn dat beleid in sektarische termen te zien. “Er wordt gemorreld aan de demografie van Syrië, maar niet zozeer op basis van religie. Loyaliteit aan Assad speelt een sleutelrol, samen met economische klasse. Opstandige, arme burgers worden verjaagd, de rijkere klasse, trouw aan Assad, profiteert.”
Lees de volledige analyse deze week in Tertio.
Proefnummer of abonnement? www.tertio.be