Het leven zoals het is in coronatijden ... | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken

Pastorale Eenheid H. Gummarus & Z. Beatrijs Lier

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Archief Begrafenis Centraal Kerkbestuur (CKB) Communie aan huis Contact Doopsel Eerste communie Huwelijk, dankviering, jubileum Inspirelli Lier Kerkraad Onderwijs Parochieblad Kerk & leven Parochiegeschiedenis Parochiesecretariaat Parochiezaal Plaatselijke kerngroep (PKG) Preek van de week Team van de pastorale eenheid Toerismepastoraat Verenigingen Vieringen Vormsel Werkgroepen Ziekenzalving
Coronatijden

Het leven zoals het is in coronatijden ...

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op maandag 13 april 2020 - 15:21
Afdrukken

Annie Teunissen: 'We spreken steeds over onthaasten en zingeving, wel dit is het moment om het aan den lijve te ondervinden.'

Dag Ludwien, bedankt voor het doorsturen van alle informatie. Het is inderdaad een andere wereld die we nu ingestapt zijn. We maken nu situaties mee die zelfs tijdens de oorlogsjaren niet voorgekomen zijn. Het gemis van het samenkomen op zondag tijdens de woorddiensten en eucharistieviering heb ik de afgelopen zondagen vervangen door het kijken naar de uitzending van de misviering op de KRO. Dit weekend zal er op Eén wel een eucharistieviering worden uitgezonden, denk ik.

Dit is voorlopig ook vandaag mijn laatste reguliere werkdag. Vanaf morgen ben ik technisch werkloos door de coronacrisis. Als alles hopelijk in goede zin mag evolueren, zouden we weer mogen komen werken op maandag 6 april. Ik heb voor mezelf alvast een nieuwe thuisdagindeling opgelegd: in de voormiddag huishoudelijke taken en in de namiddag ofwel een kleine wandeling in de buurt ofwel even met de fiets tot bij mijn zus om aan het raam een goeiedag te wensen.

Gelukkig heb ik ook de beschikking over een tuin en dat geeft me ook veel afleiding. Tijdens het werken als het zonnetje schijnt, dan realiseer je je dat in de natuur toch maar gewoon alles z'n gangetje gaat: vogels fluiten, het gras groeit, de plantjes schieten terug uit ... Hopelijk kunnen deze komende dagen/weken voor vele mensen ook een gelegenheid zijn om te beseffen dat we, met hoe we tegenwoordig ons leven leiden en omgaan met de natuur, het klimaat en onze medemens, dat dit toch eigenlijk niet meer zo verder kan. We spreken steeds over onthaasten en zingeving, wel dit is het moment om het aan den lijve te ondervinden.

Je mag voor mij altijd een noveenkaars laten branden in de kerk, bij O.-L.-Vrouw van altijddurende bijstand (ik steek het geld hiervoor wel bij jullie in de brievenbus). Zij kan ons dan bijstaan in deze moeilijke tijden en ons de kans geven om via een klein gebedje voor gezondheid en veiligheid te vragen voor onze familie en naasten en dit tot dicht bij God te brengen. Groetjes aan iedereen.

Onthaasting en zingeving

GeneCoronaKus – Els Coenen: 'Vanmorgen streek ik haar zakdoeken. In de laatste blies ik een kus voor ik hem dicht vouwde.'

Woensdagnamiddag 11 maart 2020 – In het woonzorgcentrum waar mijn 95-jarige moeder verblijft, worden de aanmaningen om de ontsmettingsgel te gebruiken elke dag dwingender. Terwijl ik mijn gsm-nummer invul in het logboek voor bezoekers, beeld ik me in dat morgen iemand me belt: 'Er zijn besmettingen vastgesteld. Je moet twee weken in quarantaine.' Ik glimlach om mijn op hol geslagen fantasie. De hoofdverpleegster stapt voorbij. 'Ha Els, we gaan in een halve lockdown. Bezoek tussen 9 en 18 uur en geen kinderen onder de zestien toegelaten.' 'Dan moet ons moeder het avondritueel met mijn broer missen. Het zij zo. Ik geef het door.' Enkele passen voor de kamer van mijn moeder schakel ik twee versnellingen trager. Dit is altijd een spannend moment. Zit ze in deze of in gene wereld? Ze bladert in een tijdschrift. 'Hallo,' roep ik en gooi mijn jas op het bed. Ze kijkt op. Haar ogen twijfelen enkele seconden. 'Ha Els, gij zijt het.' Oef, ze zit in deze. Ik geef haar een zoen. Al meer dan 2 jaar is ze gekluisterd aan haar rolstoel. Over haar drinkbeker hangt een opengevouwen zakdoek. 'Manneke, zie ne keer wa ne rommel dat het hier is.' Ik neem de sjaal die in een bolleke gedraaid op haar vensterbank ligt. Ze volgt aandachtig hoe ik er de scheurkalender en twee zakdoeken uithaal. Samen plooien we de zakdoeken. Wanneer alles weer ligt waar het thuishoort, wandelt haar tevreden blik naar de foto's van de achterkleinkinderen. ''t Zen toch schoen mannekes hé. Vooral die met zijn klakske. Een echt deugenietengezichtje.' Ze neigt voorover. Als ze kon, kroop ze in de foto. Pure liefde stroomt uit haar ogen. Het is vijf voor vijf, tijd om te eten. In de eetzaal waar ik haar boterhammen ophaal, hoor ik dat alle rusthuizen vanaf morgen in volledige lockdown gaan. Met lome benen stap ik terug de kamer in. Zal ik het haar vertellen? Binnen twee minuten weet ze het niet meer. Haar ogen sturen haar beverige hand aarzelend van haar schoot naar de boterhammen. Na een paar tegenstrubbelingen laat een vierkant plakje witbrood zich strikken. Het wordt kritisch bekeken en vertrekt dan zigzaggend in slow motion richting haar mond. Dit zou onze laatste keer samen kunnen zijn. 'Eet ge nie mee?' 'Nee, ik ga straks thuis soep eten.' 'Thuis? Dat is niet hier hé. Wanneer gaan we naar huis? Hier, pak nen boterham.' 'Nee moeder, die zijn voor u.' 'Gelijk ge wilt.' Op de wekker tikken de minuten voorbij. Niets aan te doen. Het wordt zes uur. 'Ik ga vertrekken. Drie kussen want morgen mogen we niet meer op bezoek komen. Ze doen er alles aan om dat coronavirus hier buiten te houden. Hopelijk zien we mekaar snel weer.' 'Manneke, als we mekaar hier niet meer zien, dan zien we mekaar toch ergens anders?' Haar guitige ogen kijken me plagerig aan. 'Zo stout zijn we toch niet geweest?' Mijn maag draait rondjes. 'Kom hier. Nog ne kus om het af te leren.'

Vrijdag 27 maart – We zijn zestien dagen verder. Dagelijks bel ik met de verpleging. Het gaat goed met ons moeder. Ze geniet van de rust, de regelmaat en de afwezigheid van prikkels. Fantastisch toch? Vanmorgen streek ik haar zakdoeken. In de laatste blies ik een kus voor ik hem dicht vouwde. Het gebeurde zomaar, zonder voorafgaand plan. Ik bewoog me in gene wereld waar geen quarantaine mogelijk is en zag hoe de kus een zachte landing maakte.

GeneCoronaKus

Mieke Van Asbroeck: 'Men applaudisseert voor waarnemingen waaraan we voorheen achteloos voorbij gingen.'

Je zou het bijna vergeten dat naar aanleiding van een alles ontwrichtend – ziek makend – dodelijk virus, totaal onvoorbereid een geschenk uit de hemel op ons neerkomt. Alles is plots anders dan voorheen, het lijkt er ook op dat er een enorme wekker is afgegaan; De wekker van de wereld. Een soort alarm dat ons allemaal in één keer stilzet. En plots is al het gewone ... ongewoon. Het doet bijna deugd dat het plots zo stil is, dat iedereen thuis te bereiken is, dat er zoveel creatieve bezigheden uit het niets verschijnen, mensen hebben aandacht voor elkaar, een golf van solidariteit, men applaudisseert voor waarnemingen waaraan we voorheen achteloos voorbij gingen.

Maar achter al het positieve schuilt een berg van onnoemelijk veel lijden – angsten – verdriet – armoede die het allemaal nog erger maakt. Mensen die ontsporen en elkaar het leven nog moeilijker maken, kinderen die met bange ogen kijken en er niets van begrijpen. Wanneer ik er echt durf bij stilstaan en zie wat er op wereldniveau aan het gebeuren is, dan krijg ook ik angst. En toch zullen wij deze situatie moeten aanpakken door onze verantwoordelijkheid te nemen. Graag voeg ik een volgend citaat aan toe:

Wachten op een wonder
Ik heb gehoord dat velen van jullie
zitten te wachten op een wonder.
Een wonder dat ik, 'GOD', de wereld zal redden.
Hoe zal ik moeten redden, zonder jullie handen?
Hoe zal ik moeten rechtspreken, zonder jullie stem?
Hoe zou ik kunnen liefhebben, zonder jullie hart?
Vanaf de zevende dag heb ik alles uit handen gegeven,
de hele schepping en mijn wondermacht.
Niet jullie, maar IK wacht op een wonder.

Mieke Van Asbroeck

Marc Boonen: 'Laten we, juist in deze tijden, de goede keuzes maken, voor onszelf, voor elkaar, want:'

Eindelijk hebben we de tijd om naar elkaars verhalen te luisteren en goede gesprekken te voeren. En is de tijd daar om te reflecteren over al onze vanzelfsprekendheden. Om onze gewoonten en rituelen ter discussie te stellen. Om ons af te vragen of we achter alles aan moeten blijven lopen waar we achteraan lopen. Om na te denken over wat nu eigenlijk de essentie, de oorspronkelijke bedoeling ook al weer was. Zodat we straks weer terugkeren in de wereld. Niet om de oude orde te herstellen. Maar om andere keuzes te maken op de eerste ochtend van een nieuwe wereld. Laten we het 'ieder voor zich', het 'verdeel en heers' afstrepen. Laten we de tijd gebruiken om ons te bezinnen. Laten we vertragen in deze vastgelopen doorgedraaide wereld. En laten we besluiten vanaf morgen niet beter ons best te doen. Maar in plaats daarvan opnieuw te beginnen en de dingen anders te doen. Ik hoop dat jij keuzes maakt die bij jou passen, bij wie jij bent en wie je wilt zijn.

De goede keuzes maken!

Floortje Nijssen: Digitaal lesgeven - Welke taken kun je digitaal doen, heeft iedereen een PC thuis en internetaansluiting, wie van de klas denk je dat daar gaat vastlopen en hoe los je dat op.

Op 13 maart kregen we te horen dat de scholen sloten. We hadden het wel voelen aankomen en hadden de avond ervoor op onze vergadering er nog een beetje mee geschertst. Maar die vrijdag werd 'school lopen' voor kinderen, leerkrachten en ouders in eens heel anders. Digitale middelen zijn de laatste jaren wel mondjesmaat in scholen ingesijpeld. Er waren al schoolplatformen uitgerold zoals smartschool waar scholen – de ene al meer dan de andere – mee werkten. Digitale oefenplatformen waren al in gebruik met extra oefenmateriaal voor leerlingen en zelfs voor leerlingen die lang moesten thuis blijven met een aandoening was er 'Bednet' die die leerlingen het klasgebeuren live lieten volgen. Maar toch zo van de ene op de andere dag alle lesmateriaal digitaal aanbieden, vroeg een grote omslag van zowel leerlingen als leerkrachten. Welke taken kun je digitaal doen, heeft iedereen een PC thuis en internetaansluiting, wie van de klas denk je dat daar gaat vastlopen en hoe los je dat op. Onze school heeft een arsenaal PC's om door leerlingen te worden gebruikt, maar die staan op school en niet bij de leerlingen thuis en hoe krijg je die dan waar ze nodig zijn? Wij hadden geluk dat we 16 maart onze lokale vrije dag hadden, zodat we een dag meer hadden om onszelf te organiseren. Vanaf dinsdag 17 maart gingen we dan aan de slag: elke klas ontmoet zich regelmatig via het scherm, bepaalde oefeningen worden 'live' via het scherm aangebracht en leerlingen die vast komen te zitten met hun oefeningen kunnen individueel contact opnemen met de leerkracht in een videogesprek of via mail. Wat een geluk dat ons digitaal platform behoorlijk uitgebouwd was en dat onze ICT-verantwoordelijke alles in een minimale tijd kon ombouwen zodat we volledig digitaal konden gaan.

Alle leerkrachten geven aan dat ze nu meer werk hebben dan in gewone schooltijd en de meesten hebben daar natuurlijk ook nog de zorg voor eigen kinderen die thuis zitten bij. Het is onwezenlijk om via mail en scherm je leerlingen te begeleiden, om hen die niet zo stipt zijn in het inleveren van taken en schoolwerk toch een beetje aan te moedigen en om gewoon je klas te blijven volgen. Het is ook onwezenlijk om regelmatig via het scherm te vergaderen en af te spreken hoe we te werk gaan zodat de werklast voor de kinderen haalbaar blijft. Toch lukt dat voorlopig ook al is mijn grootse beweging tegenwoordig de afstand tussen mijn PC en mijn scanner lopen om een gemaakte taak door te scannen of om extra beeldmateriaal dat kan helpen en verduidelijken door te sturen.

Ik zie ons hele korps de grootste creativiteit aan de dag leggen om alles voor elkaar te krijgen. Zelfs LO-leerkrachten en PO-leerkrachten slagen erin om de leerlingen creatieve opdrachten te geven waar leerlingen toch even iets anders kunnen doen dan enkel wiskunde en Frans. Zo blijft ook hun gevoelsleven gevoed en niet alleen hun denkvermogen. Wie had dit ooit kunnen denken dat we zo zouden lesgeven?

We blijven allemaal in ons kot maar via de digitale wereld kunnen we toch verder werken met de leerlingen. We doen dat met veel plezier en veel fantasie maar natuurlijk aan de andere kant van de lijn moeten ook de leerlingen, gestimuleerd door de ouders, hun stuk opnemen. Als ik het zo globaal bij ons bekijk, gebeurt dat ook voor de overgrote meerderheid van de leerlingen en dat vind ik op zichzelf een heel positief punt. Er zijn leerlingen die nu zelfs beter presteren dan wanneer ze in de klas zijn, omdat ze nu alleen werken zonder afleiding van andere klasgenoten. Iets om mee te nemen na coronatijden. Toch zijn er ook leerlingen die tussen de mazen van het net vallen. Om dit systeem te laten werken, heb je ondersteuning en stimulans van je ouders nodig. Dat hoeft niet per se 'met de leerstof helpen' te zijn, maar wel door omstandigheden te creëren waar zoon- of dochterlief kan werken, een structuur te maken in huis of gewoon interesse te tonen en aan te moedigen en misschien af en toe ook streng te zijn. Jongeren die dat moeten missen en zelf die sterkte nog niet hebben, omdat ze nog te jong zijn, hebben het nu heel moeilijk en riskeren inderdaad achterstand. We hebben altijd jongeren op verschillende snelheden in onze klassen, maar als we opnieuw opstarten, zal dat pijnlijk duidelijk worden, denk ik. Dan is het weer aan de leerkrachten om die verschillende snelheden weer min of meer gelijk te trekken in een superkorte tijd.

Ik hoop ik dat we nog dit schooljaar gewoon fysisch kunnen lesgeven, maar het zal nooit meer hetzelfde zijn, want we zullen altijd beseffen dat het van vandaag op morgen kan veranderen.

Digitaal les geven

Simonne Van Rymenant: Ik denk ook aan al degenen die zorgen voor al de zieken. Ik steek een kaarsje aan voor het beeldje van Onze-Lieve-Vrouwke.

Ik ben Simonne Van Rymenant, kerststalgids en voorzitter van heemkring Lyrana. Wat ik tijdens de coronadagen doe? Wakker worden en een lekker ontbijt nemen met lekkere honing. Vogeltjes in de tuin eten geven en luisteren naar hun gezang. Ik kijk naar de mooie lucht: bijna iedere dag anders en nu zonder lawaai van die vliegtuigen. Beetje bewegen. Weer binnen. Sorteren wat uit de kasten kan, is nodig. Poetsen. Naar mijn leden een mailtje of telefoontje sturen. Door corona liggen onze activiteiten stil, maar de natuur krijgt corona niet kapot! Want de sneeuwklokjes zijn nu weg er waren er veel. En nu zijn de blauwe hyacinten mooi om naar te kijken aan de stille steenweg zonder auto's. Doe in de namiddag een dansje, zing een liedje of fluit er eentje! Ik denk ook aan al degenen die zorgen voor al de zieken, in het bijzonder aan Marc en zijn vrouw. Ik steek een kaarsje aan voor het beeldje van Onze-Lieve-Vrouwke.

Ik wens iedereen moed en sterkte. Volhouden en zeg neen tegen corona!

Simonne Van Rymenant

Floortje Nijssen: "We weten dat dat nodig is nu maar hoe kun je een verlies van een dierbare verwerken als je hem niet mag zien, niet mag begraven zoals hij of zij het graag zou gewild hebben, niet bij elkaar troost mag zoeken ..."

Een dikke zes jaar geleden zat ik aan het bed van iemand die me zeer dierbaar was en die aan de beademingsmachine lag. De slang die door een gaatje in zijn keel zuurstof in zijn longen pompte, was levensnoodzakelijk en door de kunstmatige coma kon je alleen maar naast hem zitten en zijn hand vasthouden. Ik had het geluk dat hij nog één dag uit die coma geweest is voordat hij definitief wegglipte en stierf. Eén dag die zo kostbaar was voor ons beiden.

Die herinneringen komen vaak bij me op dezer dagen. Al die mensen die nu aan die beademingsslangen liggen die hen in leven houden, maar ze zijn alleen. Het verplegend personeel doet zeer zeker zijn best, maar op een intensive care-afdeling ligt niet één maar een hele hoop patiënten met beademing en iedereen moet zijn verzorging krijgen. Als men dan sterft, sterft men eenzaam, geen kans meer om, al is het maar een glimlach te schenken aan hen die je dierbaar zijn. De nabestaanden kunnen geen afscheid nemen, de persoon wordt in een lijkzak gestoken en dat is het. We weten dat dat nodig is nu maar hoe kun je een verlies van een dierbare verwerken als je hem niet mag zien, niet mag begraven zoals hij of zij het graag zou gewild hebben, niet bij elkaar mag troost zoeken? Voor hen die uiteindelijk wel van de beademing afkomen, volgt nog een eenzame periode. Lig maar eens in een ziekenhuis als je zo ver bent weggeweest. Je moet de steile klim naar volledige genezing helemaal alleen doen zonder iemand die naast je zegt: "Allez, kom! Niet opgeven".

Die gedachten houden me bezig en ondertussen ben ik oneindig dankbaar dat ik wel nabij heb kunnen zijn zo'n dikke zes jaar gelden.

Ik wens alle mensen die zo afscheid moeten nemen en allen die alleen naar hun genezing moeten groeien heel veel moed en sterkte toe!

Floortje Nijssen

Marc Vercammen: als verpleegkundige aan de slag tijdens de covid-19 pandemie. Paaszondag 2020 - Stap voor stap werd het ziekenhuis waar ik werk de voorbije weken een totaal andere wereld.

De permanente stroom van patiënten, bezoekers en personeel in de inkomhal is stilgevallen, het lijkt nu meer op een beveiligde burcht. Twee aparte stromen bij het binnenkomen, één voor personeel en één voor de patiënten. Iedereen wordt gescreend op temperatuur, verplicht handen ontsmetten en een mondmasker op. Personeel kan enkel binnen met badge, patiënten na strenge controle of ze werkelijk verwacht worden. Ook in de gangen heerst er een aparte sfeer, het is veel stiller, overal waarschuwingen en medewerkers houden voldoende afstand. Alle niet-urgente onderzoeken, behandelingen, consultaties en ingrepen zijn uitgesteld. Iedere dienst heeft maatregelen getroffen om urgente patiënten veilig te kunnen opvangen en de nodige zorg te geven. En ja, het is een feit, heel veel mensen durven, zelfs bij ernstige klachten, nu niet naar het ziekenhuis komen. Het kan echter niet genoeg benadrukt worden, er is plaats voor deze groep patiënten en zij krijgen er veilige en professionele zorg. Ook voor het personeel is niets meer zoals voorheen. Een aantal verpleegafdelingen en afdelingen intensieve zorgen ondergingen op heel korte tijd een metamorfose. Daar worden nu de (verdachte) besmette patiënten verzorgd. Verpleegkundigen, artsen, onderhoudspersoneel en andere paramedici uit het ganse ziekenhuis worden ingeschakeld op deze arbeidsintensieve afdelingen. Dat is niet vanzelfsprekend, velen doen plots een andere job in stressvolle omstandigheden waar tevens het gevaar om zelf besmet te worden pertinent aanwezig is. Gelukkig kunnen we rekenen op heel wat ondersteunende diensten die ons permanent op de hoogte houden van de nieuwe afspraken, procedures uitschrijven, opleidingen organiseren, op zoek gaan naar het geschikte materiaal en een luisterend oor bieden voor wie het moeilijk heeft. Het is trouwens onvoorstelbaar hoe 'wendbaar' mensen in deze crisistijd zijn. Andere jobinhoud, andere werkuren, bereid zijn om zich steeds maar om te kleden in een erg warme en oncomfortabele outfit ... Ik zeg alvast: 'chapeau'.

Bij het schrijven van deze tekst geniet ik van een vrij weekend: fietstochtje langs de Nete, aperitief in de tuin, wat lezen. Ondertussen klinken er onheilspellende berichten vanuit de woonzorgcentra en andere zorginstellingen. Ik hoop dat bij het verschijnen van dit artikel ook daar de toestand wat gestabiliseerd is. Lieve, mijn vrouw en thuisverpleegkundige, stapt trouw elke ochtend in haar wagen met gekend embleem en doet haar ronde aan de Leuvense Poort. Haar patiënten zitten veilig in hun eigen kot en zijn uiteraard blij om daar de nodige zorg te kunnen krijgen. Het gebruik van mondmaskers, handschoenen en ontsmettingsgel zijn ook in deze setting routine geworden. Kwestie van het risico op besmetting in beide richtingen zo klein mogelijk te houden. En ondanks de vele digitale communicatiekanalen is het gemis aan echt contact voor velen heel groot. Zonder bezoek op een kamer in het ziekenhuis, woonzorgcentrum, psychiatrie, zorginstelling of de eigen woning, het weegt zwaar door.

Witte lakens aan de huizen, applaus en muziek in de straten, snoepzakjes bij het einde van de shift, sirenes die loeien en klokken die luiden. Allemaal hartverwarmende signalen van dank en appreciatie voor hen die het nog weken gaan moeten volhouden en in deze setting vaak als enigen het dichtst bij de getroffen patiënten (mogen) staan.

Marc Vercammen

Achiel Charlet: We kunnen nu hopen dat deze mensheid nadat ze geconfronteerd werd met haar eigen kwetsbaarheid, ook de blik even naar binnen zal richten om er zichzelf en ook haar echte verlangens en noden terug te vinden (18 april 2020).

'Er is geen medicijn tegen oud en eenzaam zijn' zingt men in een oud liedje. Maar er is geen ergere eenzaamheid dan de lockdown-corona-eenzaamheid. Voor de oude eenzame is er geen wachten meer op een sterk verlangd familie- of vriendenbezoek, want dat mag niet meer. Zelfs een wandeling en een praatje op een afstand korter dan 1,5 meter kan niet meer. Geen babbeltje buiten in het zonnetje samen op één bank. "Blijf in uw kot," zegt men, "voor weken en maanden" als het moet. Grootouders, ouders en kinderen en zelfs alle eenzamen werden volledig van elkaar gescheiden voor onbepaalde tijd. Niet alle grootouders hebben de vaardigheid om het gelaat van hun dierbaren op het scherm te toveren en een digitale knuffel te zenden die door de virusscan getest werd en veilig bevonden. Even om technische hulp vragen bij een pientere kleindochter of kleinzoon kan niet meer, want dat is plots een zware en strafbare misdaad. De onmisbare menselijke aanraking werd plots afgeschaft en verboden. Het lijkt meer op een horrorfilm dan op de werkelijkheid. In een wereld waarin de technologie allang haar ongeschiktheid heeft bewezen om de menselijke warmte en de menselijke aanraking te vervangen, en ons echt gelukkig te maken, komen wij plots in een toestand terecht die ons tot het uiterste in de afzondering drukt. Wij zijn niet digitaal maar analoog en menselijk en de pijn van de isolatie voelen we echt en bewust. Er bestaat geen app om dat te verhelpen. Wij zijn niet te programmeren met 0 en 1.

"Een mens kan ook sterven van eenzaamheid," zei onze premier Sophie Wilmès, de eerste vrouwelijke premier van het land en schijnbaar ook de eerste premier met menselijke gevoelens. Ach ja, met ons verstand verstaan we dat allemaal wel, maar het hart heeft nu eenmaal redenen die de rede niet kan verstaan en de pijn die blijft.

Deze pandemie zal zeker haar stempel op de hele mensheid drukken. Als iemand na een zeer zware ziekte weer herstelt, dan lijkt die dikwijls ook totaal veranderd te zijn en met vernieuwde inzichten het leven weer aan te vatten. "Hij/zij is niet meer de oude," zegt men dan. We kunnen nu hopen dat deze mensheid nadat ze geconfronteerd werd met haar eigen kwetsbaarheid, ook de blik even naar binnen zal richten om er zichzelf en ook haar echte verlangens en noden terug te vinden. De mens zal merken dat achter heel de opgelegde drukte en prestatiedwang van buitenaf, hij slechts onbewust verlangde de weg naar zijn eigen echte zelf en de geborgenheid van eigen familie en van echte vrienden te vinden. Misschien zullen wij terug naar de echte menselijke waarden verlangen en niet naar wat ons door derden die maar op geld en macht uit zijn, wordt aangesmeerd. Ook voor de gelukkigen onder ons die tijdens heel deze crisis geen dierbaren zullen verloren hebben, zal materiële luxe waardeloos worden in vergelijking met de waarden die we weer toekennen aan alle mensen uit onze naaste omgeving.

Een ziekte van het lichaam duidt dikwijls op een evolutiecrisis in ons menselijk wezen, zo is ook een zware pandemie een uiterlijk symptoom van een inwendige ziekte, een gezondheidscrisis van de zwaar geestzieke mensheid en waarschijnlijk zullen we er heel wat beter en wijzer uit komen, zowel individueel als op wereldvlak.

Achiel Charlet

Els Coenen: Lier belt 75-plussers (**)

Els Coenen

'Goedemorgen. Ik ben een medewerker van de Babbellijn van de Stad Lier.' 'Van de wat?' 'Van de Bab-bel-Lijn van 't stad.' 'Ha.' 'In het kader van de coronacrisis bellen wij 75-plussers op. We willen graag horen hoe het met u gaat en of er iets is dat wij voor u kunnen doen.' 'Dat is heel vriendelijk van u. Maar met mij gaat het nog heel goed. Tot nu toe toch. Voor mijne leeftijd mag ik niet klagen. Ik trek mijne plan.' Zo klonk de start van het merendeel van de gesprekken die ik voerde met onze bejaarde stadsgenoten. Of soms hoorde ik: 'Mijn kinderen en kleinkinderen zorgen goed voor mij.' Of: 'Ik heb heel goeie buren.'

Via Hoplr, de mobiele app voor buren, had ik me aangemeld als vrijwilliger voor dit project. Kwestie van iets nuttigs te doen. En zo kwam het dat ik in de voorbije weken getuige mocht zijn van de flexibiliteit en het optimisme van het overgrote deel onze 75-plussers. Zonder uitzondering willen ze plichtsbewust binnen de lijntjes van de coronarichtlijnen kleuren. Want ja, de schrik zit erin. De meesten vertelden me spontaan hun verhaal*.

Johanna had net de ramen van haar appartement gepoetst en stond klaar om haar dagelijkse fietstocht te maken. 'Niet meer langs de vesten, want daar is het te druk. De natuur rond Lier is zo schoon, manneke. Ik was dat een beetje vergeten.'

Jef was zijn koer aan het schuren. Drie keer per week poetst hij alle kamers van zijn huis. 'Drie keer?' 'Ja, ik weet het dat is eigenlijk niet nodig. Maar ik heb het graag proper. Mijn vrouw zaliger was ook zo. Zeven maand geleden is ze gestorven. Die corona, dat is allemaal niks, maar het gemis van mijn vrouw. Denkt ge dat ik naar het kerkhof mag gaan? Normaal doe ik dat elke zaterdag, maar nu ben ik al een paar weken niet meer geweest. Dat mis ik wel.'

Frans woont aan 't station. Hij ziet lege treinen aankomen en stoppen. Niemand stapt uit. Niemand stapt in. 'Dat is zo raar.' 'Dat klinkt als een horrorfilm,' zeg ik. Het is even stil. Ik hoor de leegte die Frans voelt. 'Ja, ne slechte film is het. Ik ben gestopt met ernaar te kijken. Soms rijd ik met mijne scooter de stad in om boodschappen te doen. De bussen van De Lijn daveren mij dan voorbij in de Antwerpsestraat. Leeg.' Ik zucht. 'Gelukkig heb ik mijne computer nog,' zegt hij. 'Dat het maar snel gedaan is. Mijn schoondochter woont aan zee, mijn kleindochter tegen Antwerpen. We bellen af en toe.' 'Frans, ge moogt ook altijd naar de babbellijn bellen, dat weet ge toch hé?' 'Ja, manneke, maar er zijn mensen die dat meer nodig hebben.'

Een van de vele Maria's die ik bel: 'Zeg maar Annie, dat ben ik meer gewoon. Ik word binnen twee weken negentig. Ik heb den oorlog meegemaakt, dan weet ge wel hoe dat ge zoiets moet aanpakken. Ons moet ge da niet leren. Mijne zoon komt twee keer per week mijn commissies hier aan 't poortje zetten. Dan babbelen we wat. Hij moet aan den andere kant van de haag blijven hé. Ik neem geen risico. Sinds den dertiende maart ben ik niet meer buiten geweest. Wel in mijnen hof. Ik heb mijn bezigheid. De poetshulp heb ik afgezegd. Ik doe alles wat trager, maar dat is niet erg. Ik heb tijd. Allee, nog eens bedankt hé. Dat is heel lief dat gij gebeld hebt.'

En dan was er Albert: 'Boodschappen doen? Voor mij? Nee, manneke, zolang ik dat nog kan, doe ik dat zelf. Een tomaat, die wilt ge toch zelf kiezen! Hoe kan nu iemand anders weten welke tomaat ik zou kiezen. Nee, nee, laat mij maar doen.'

Maar heel af en toe ging het niet goed. Zoals met René. Die riep met een krakende stem: 'Neie, 't gaat hier nie goe. Ik heb HULLEP noedig!' Er volgden nog wat warrige klanken. Ik verstond hem niet en hij mij niet. 'René, we gaan terug contact met u opnemen,' riep ik nog, maar hij was al weg. Ik belde onmiddellijk met Hilde, de coördinator van dit project. Zij stelde me gerust. Ze zou het verder opnemen, een wijkagent sturen of zo.

En dan was er Paula. Ze weende toen ze begon te praten. 'Nee, het gaat niet goed met mij. Maar ik heb niets nodig. Ik kan mijn plan trekken, dat heb ik altijd moeten doen. Ik heb mijne zoon alleen opgevoed. Maar nu ga ik breken met hem. Ik kan het niet meer aan. Die ruzies putten me uit. Het heeft allemaal geen zin meer. Ik ben te oud geworden hiervoor. Hopelijk nemen de kleinkinderen mij niets kwalijk.' 'Paula, is er iets dat wij kunnen doen?' 'Nee, manneke, ik moet andere mensen niet lastigvallen met mijn miserie. Vandaag zit ik in een dip. Morgen gaat het alweer beter.' Ze noteert het nummer van de babbellijn en vertelt me dat ze af en toe naar de 106 van TeleOnthaal belt. Zuchtend druk ik op de rode knop van mijn iPhone.

Lierse babbellijn © NOS.NL

* De babbellijn van 't stad blijft actief en kan door iedereen gebeld worden die nood heeft aan een gesprek of ondersteuning wil bij het boodschappen doen, om naar de apotheek te gaan, maaltijden aan huis te regelen, boeken in de bib op te halen of andere praktische zaken: 03 283 48 88.

** Namen gebruikt in deze tekst zijn verzonnen. De verhalen zijn een mix van dingen die ik te horen kreeg.

Mijmeringen van een kerkgebouw ...

Hoeveel weken is het intussen, die corona lockdown light? Toch wel al acht of negen ... Nog nooit meegemaakt in mijn meer dan 115-jarig bestaan ... Alleen de duiven blijven mij bezoeken ... Maar voor de rest: stilte ... Of nee, toch niet helemaal. Sinds enkele weken komt er elke avond om 20 u. iemand de klokken luiden. Tony heet hij naar het schijnt. Ik herken hem wel, maar zijn naam was mij ontsnapt. Mijn geheugen is niet meer wat het geweest is. Wat wil je als je de 100 gepasseerd bent ... De eerste keer keek ik verbaasd op. Ik bedacht dat er zeker iets speciaals te gedenken moest zijn. Maar de dag nadien was hij daar weer. En de dag daarna ook. Ik spitste mijn oude oren en hoorde hoe er buiten op straat ook in de handen geklapt werd. Ook de klokken van mijn collega in 't stad waren te horen. En de toeters van de woonboten op het Netekanaal. Geleidelijk aan werd het duidelijk wat er aan de hand was: de mensen wilden hun respect en dankbaarheid uitdrukken voor allen die in deze moeilijke tijden op de bres stonden om voor onze gezondheid te zorgen en om het leven in het algemeen draaglijk te houden. Mooi is dat! Heel mooi.

Deze week verliep een beetje anders dan de vorige. Er werd gestofzuigd en stof afgedaan. Het urnentafeltje werd opgesteld op de mat, kaarsen errond. Kortom, alles werd in gereedheid gebracht voor een begrafenis. Maar kijk, er gebeurde nog meer. De lezenaars en micro's werden vanop het 'podium' naar beneden gebracht. En 15 stoelen werden mooi geschikt rondom het urnentafeltje, elke stoel op 1,5 meter afstand van de andere ... 15 ... Blijkbaar mochten maar 15 mensen aanwezig zijn. Ik zuchtte luid. Afscheid nemen van iemand die je graag ziet en dat op zo'n afstandelijke manier. Hoe onmenselijk is dat. Maar ik moet toegeven: het was een mooie, intense en warme (letterlijk en figuurlijk!) viering. En dat ondanks de andere opgelegde beperkingen. Geen handdruk noch knuffel, geen besprenkeling met gewijd water, geen offergang noch vredewens ... Maar wèl warme aandacht voor de overledene en zijn geliefden, een handgebaar naar de urne en het kruis toe om verbondenheid uit te drukken met Christus en met de overledene, een duim opsteken als diepgemeende wens dat er weer vrede in ons hart mocht komen. Ja, echt. Het was deugddoend, als je dat van een uitvaart mag zeggen ...

Wat ik heel erg mis, zijn de vieringen op zondagmorgen. En ik weet het wel: veel volk kwam daar voorheen ook niet op af. Maar ik genoot er van nagenoeg iedereen elke week terug te zien en hen te horen en te zien samen vieren. Nu is de kerk een halfuurtje open (van 11 tot 11.30 u.) voor stil gebed of om een kaarsje te branden. Maar dat is toch niet hetzelfde.

Och, wat verlangt mijn oude hart ernaar dat alles weer zoals vanouds wordt. Ik mis het zingen en het bidden. Ik mis de preek die elke week wat dieper graaft naar de betekenis van het christenzijn. Ik mis de jonge gezinnen die een kindje laten dopen. Ik mis zoveel!

Ik mis misschien nog het meest de stemmetjes van de kinderen die zich voorbereiden op hun eerste communie en hun vormsel. Ik weet dat sommige vaste kerkgangers hen liever zien gaan dan komen, maar dat vind ik erg spijtig. Zelf geniet ik er enorm van als zij er zijn. Maar ik hoorde dat hun grote feest nog vele maanden uitgesteld wordt. Doodjammer maar tegelijk toch iets om naar uit te zien ...

Dag lieve lezer. Ik hou ermee op. Ik ben moe van al dat schrijven. Ik kijk ernaar uit om jou terug te ontmoeten in ons aller Godshuis. Hopelijk snel tot ziens! Je parochiekerk van de H. Familie.

Kerkelijke uitvaart

Corona: zeg het met elfjes!

Een elfje is een gedicht van 11 woorden, verdeeld over 5 regels. De eerste regel heeft 1 woord, de tweede regel heeft 2 woorden enz. De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel. (Die samenvatting is mij niet altijd gelukt ...)

musenzus, alias Chris Van Oosterwyck (https://musenzus.home.blog/)

Elfje 1
Elfje 2
Elfje 3
Elfje 4
Elfje 5
Vorige Volgende

De 12-jarige Niek deelt met ons enkele 'raps' (het ritmisch voordragen van teksten op een ritmische achtergrond).

Hou vooral afstand, dat is je doel.
Dan krijgt iedereen van binnen een goed gevoel.
1 meter 50 is wel genoeg.
Elkaar een knuffel geven is iets te vroeg.
Dit s mijn grootste nadeel aan corona:
Je mag niet naar je vrienden, naar je neef of je oma.
Ik mis Renzo, Imme, Zita en Leonie.
Ik ben ze niet vergeten, ook Judith en Sofie!

Corona is in 't land, je moet nu effe chillen.
We gebruiken ervoor geen pillen.
Het is gewoon effe lastig.
Corona is stom, ik ben hierin standvastig.
Ik mis echt iedereen.
Het is niet zo erg dat ik ween.
Ik heb gewoon geen vrienden om me heen.
Al word ik ook een beetje zot,
Ik blijf nog altijd in mijn eigen kot!

Niek rapt (1)
Niek rapt (2)
Vorige Volgende

Een persoonlijke corona-ervaring ...
Stapje per stapje krijgen we ons vroeger leven terug. Toch zal het voor velen onder ons nooit meer hetzelfde zijn (Betty Charle, voorzitster Samana H. Familie).

Deze droevige en angstige periode heeft een stempel gedrukt op ieder van ons. Ook in onze familie is het covid-19-virus binnengedrongen. Ons moeder, 93 jaar geworden in februari en samen nog een mooie verjaardag gevierd, valt bij haar thuis begin april en wordt opgenomen in het ziekenhuis. Na een week wordt zij ontslagen en mag naar huis. De revalidatie verloopt niet zoals gepland. Bij wederopname test ze positief op het virus. Dit betekent: geen bezoek, geen persoonlijke spullen mee, wel een mobiele telefoon. Maar, 93 jaar, heel slechthorend, niet vertrouwd met GSM, dat wil zeggen: geen contact met haar familie. De machteloosheid, het verdriet, de pijn die men voelt bij het verlaten van de spoedafdeling, alleen, want er mag maar één begeleider mee, is een ervaring die niemand wil meemaken. Communicatie verloopt nu al 4 weken via verpleegkundigen en sociale dienst. Op uitdrukkelijke vraag krijgen we een telefoontje van de geriater. Dus heel wat vragen met onduidelijke antwoorden. Dit is een onmenselijke situatie waarin vele families zich nu bevinden. Corona betekent voor mij: onwetendheid, gebrekkige communicatie, angst, pijn, geen fysisch contact, allerlei emoties, eenzaam afscheid nemen. Vanaf nu spreken we van de tijd voor corona en de tijd na corona. Dit zal voor ieder van ons, zowel voor de jongeren als voor de ouderen, een andere betekenis hebben.

Hou jullie toch sterk en gezond. Een warme knuffel en een deugddoende schouderklop.

Betty Charle

Hoera, hoera!
Als we even willen klagen omdat dit of dat niet kan is de gedachte aan hen die dit (nog) niet kunnen meemaken, genoeg om blij te zijn met wat we nu toch al weer hebben!

We mogen weer! De veiligheidsraad van woensdag 6 mei kondigde heel wat vrijheden aan. We mochten twee bubbels van 4 personen mengen en kinderen mochten weer naar school. Na de eerste euforie bleek dit toch niet zo simpel te zijn. Niet alle kinderen mochten naar school en binnen gezinnen gaf dat wat jaloersheid. Waarom mag mijn broer zijn vrienden terugzien en ik niet, alleen omdat we in een ander leerjaar zitten? Leg het maar uit als ouder! Is het wel veilig, mijn man is risicopatiënt en zal mijn kind niet weer van alles uit school mee terug brengen? Vele vragen die zo'n herwonnen vrijheid dan weer meebrengen.

Ook het beperkte bezoekrecht was niet makkelijk, want het dwong ons tot keuzes tussen onze geliefden. Dat is nu net een categorie waar je per definitie niet wil tussen kiezen. Concreet voor mij betekende dat kiezen tussen mijn moeder bezoeken of kleinkinderen bezoeken. Alle kleinkinderen kon niet, want die wonen in drie verschillende gezinnen. De andere kinderen – die geen kinderen hebben – werden dus al uitgesloten, maar dat voelde als ze als 'tweederangskinderen klasseren'. Jullie even niet! Ze begrepen dat wel, maar toch!

Eén van mijn kinderen heeft vier kinderen, dus die bubbel was te groot om zich te verplaatsen. Aangezien mijn oudste, met drie zonen, gescheiden leeft van haar man, zou dat wel kunnen, maar daar is een nieuwe relatie in de maak en uiteraard was dat weerzien na 7 weken ook erg nodig. De derde met kinderen koos voor haar schoonouders, omdat haar man enig kind is en dat die mama helemaal immobiel was voor een zestal weken door een fietsongeval. Eerste horde genomen. Moederdag zou dus bij mijn derde dochter met de vier kinderen gevierd worden, maar dan zat mijn eigen moeder nog altijd alleen op Moederdag. Ik heb nog een zus en een broer en dus daar mijn oor te luisteren leggen. Bij mijn zus kwam haar oudste zoon met zijn vriendin op bezoek en het 'lief' van haar jongste. Die hadden elkaar ook al 7 weken niet gezien! Bubbel zat dus vol. Bij mijn broer kwam na 8 weken afgepeigerd ziekenhuiswerk ook de oudste zoon eens thuis eten en zo durfde mijn broer niet naar mijn 90-jarige moeder (wie weet wat er uit dat ziekenhuis mee naar huis kwam en wat hij dus zou kunnen doorgeven). Dan maar creatief beginnen denken. We nodigden mij mama uit voor een anderhalve-meterwandeling op Moederdag in het park van de keizersberg in Leuven, op anderhalve kilometer van haar huis. Daar kon je de auto makkelijk parkeren en een rustige wandeling maken en zo werd mijn mama mijn sportbuddy en aangezien je twee sportbuddy's mag hebben, kwam mijn zus ook langs en maakten we een gezellige wandeling met zijn drietjes en uiteraard anderhalve meter!

Bezoek aan mijn vader die sterk achteruitgaat, kan voorlopig niet, omdat dat die in Nederland woont en onze grenzen nog dicht zijn. Toen ik als kind naar België kwam wonen, waren er ook grenzen maar als we oma of familie gingen bezoeken, kon je – mits een stop en soms een controle van paspoorten en inhoud van je autokoffer – wel van het ene land naar het andere. Het voelt raar dat dat nu niet kan!

Wat een gepuzzel! Kiezen is verliezen en dat voelt ook zo. Ik ben blij dat ik nu tenminste vier van de kleinkinderen kan zien, maar al de rest blijft skypen of facetimen en ik hoop dat ook dat snel in levenden lijve kan! Toch denk ik dat iedereen blij is dat er toch tenminste iets mag en kan. Nu wordt het afwachten wat de curves gaan geven. Hou jullie allemaal gezond en geniet van de kleine vrijheden die we nu al mogen hebben! Deze vrijheden zijn niet weggelegd voor zovelen die we moesten afgeven en ook niet voor zovelen die dit virus overleefden maar aan een lange revalidatieweg bezig zijn. Als we even willen klagen omdat dit of dat niet kan, is de gedachte aan hen genoeg om blij te zijn met wat we nu toch al weer hebben!

Floortje

Floortje Nijssen

Bezoek aan een rusthuisbubbel
Voorover leunend kijken we met grote ogen door het scherm naar mekaar

Het is maandag 18 mei, een versoepelingsdag. Ik zit in de tuin voor de cafetaria van het woonzorgcentrum. Straks zullen ze me hier binnenroepen. Ik kwam met opzet een kwartier te vroeg. Na meer dan twee maanden wil ik zo windstil mogelijk landen in de bubbel van mijn 95-jarige moeder. Door het raam herken ik Emma, haar overbuurvrouw. Ik zwaai, maar ze ziet me niet. Voor haar zit haar zoon. Hij maakt brede gebaren. Het plexiglas troont hoog tussen hen in. Emma en mijn moeder leerden elkaar hier vijf jaar geleden kennen. Het zijn blijvers. Ook de Covid-19 ravage kreeg hen tot dusver niet klein.

De zon verwarmt mijn rug terwijl ik door de hoekvensters naar binnen kijk. Door het spel van lichtweerkaatsingen ontstaat een mengelmoes van beelden. Emma zit in de kruin van een boom. Ik word er duizelig van. Klokslag halfdrie is er beweging. Ik sta op. Een verzorgster stapt vanuit de verste hoek de cafetaria binnen. Mijn ogen worden naar de rolstoel gezogen die ze voor zich uit duwt. Eindelijk. Daar is ze, de life versie. Er is meer stoel en minder moeder dan vroeger. Een ineengekrompen hoopje mens. Ze kijkt naar haar schoot. Slaapt ze? Is ze in deze of in gene wereld? Ik verdwijn in mijn bezorgdheid voor haar. Ze slokt me op nog voor ze naar me kijkt. En dan plots met veel lawaai zwaait de deur open en voel ik een bubbel aan me trekken. 'Kom maar door,' zegt de zoon van Emma. Met mijn bandana strak over mijn neus en onder mijn kin gespannen, stap ik naar binnen. Ik sluit de deur achter me. Trefzeker ontsmet de verzorgster tafels, stoelen en scherm. De argwanende blik van mijn moeder prikt in mijn zij. Ik draai me naar haar toe. 'Dag moederke,' zeg ik zo luchtig als ik kan en vervloek het masker. Ze mompelt boos iets over een zwart ding voor mijn gezicht. Ik ontsmet mijn handen. Ze volgt mijn bewegingen. Ik vul het logboek in en ga zitten. Nu mag het mondmasker af. 'Tot binnen een halfuur,' zegt de verzorgster.

Voorover leunend kijken we met grote ogen door het scherm naar mekaar. Haar rechterhand rust op haar linkerhand. Ik strek mijn armen voor me uit en leg mijn handpalmen met vingers wijd gespreid op de tafel. Een diepe zucht ontsnapt. De tijd staat stil. Het plexiglas verdwijnt. Wat een rust. Dit is dus wat ik miste.

'Els? Ja, nu zie ik het. Amai, gij ziet er goed uit.' 'Maar gij ook. Uw haar is mooi gedaan en uw nagels zijn pas geknipt zie ik. Wie heeft dat gedaan?' Ze kijkt naar haar vingers en haalt haar schouders op. 'Dat zal Sabine wel zijn,' zeg ik. 'Dat kan.'

'Ik moet u van iedereen de groeten doen.' 'Iedereen? Wie is dat?' 'Om te beginnen al uw kinderen.' 'Ha, mijn kinderen. Ik hoop dat ik ze nog ken.' Ongewild kopieer ik haar deugnietenlach. 'We zullen eens zien.' En zo beginnen we ons eerste door-plexiglas-gescheiden gesprek. Haar mimiek verraadt de kwaliteit van de ontvangst. 'Versta je me niet?' Haar magere handen wijzen naar haar hoofd. 'Ik hoor niet goed. Maar ik zal beter mijn best doen. Ge zijt wel lang weggebleven hé.' Ik leg uit dat er een besmettelijk virus de ronde doet. 'Corona? Dat is ne mooie naam. Waarschijnlijk hebben ze dat hier wel gezegd. Maar ge verstaat dat dan niet goed. En dan durft ge dat ook niet altijd weer vragen. Zeg nog ne keer wat dat juist is.' Ik leg het nog eens uit. ''t Is precies mooi weer hé?' 'Ja, binnenkort kunnen we terug naar de tuin. Hopelijk.' 'Waar is dat nu weer?'

Onze woorden zoeken een weg over en langs het plexiglas en vermengen zich met achtergrondgeluiden. 'Zullen we zingen?' stel ik voor. 'Dingen?' 'Zingen.' 'Vingers?' Ze kijkt naar haar handen. 'In de stille Kempen,' zet ik in. 'Op de purperen hei,' vervolgt zij. Nu is het aan mij om te liplezen. Haar vingers tokkelen subtiel de maat. Veel sneller dan verwacht zit onze tijd erop. Wuivend nemen we afscheid. 'Tot volgende week,' zeg ik. 'Het is goed geweest,' zegt zij.

Els Coenen

Bezoek aan een rusthuis

Corona kan ook ‘leven als God in Frankrijk’ zijn ...

Toen de zorg voor onze kinderen en kleinkinderen en ook voor ons vader wegviel door Covid-19 en plots ook de zorg voor catechese en rouwbezoeken en weekendvieringen noodgedwongen op een heel laag pitje werden gezet, ontstond er zoiets als 'een voorbode van de hemel'. Dat wil zeggen: nog meer tijd om zelf over te beschikken, weinig of geen druk, en eindelijk kunnen beginnen aan een aantal zaken die wij al jaren voor ons uitschuiven. Alleen met zijn tweeën. Weg gezellig met velen rond tafel. Geen Rummicub met vrienden, geen concerten, geen museumbezoek. Gemis van stevige knuffels, samen knutselen of wandelen. Ja, 't was en is wennen, tegenspartelen, berusten. Door de leegte te voelen en te laten zijn, kwam er plaats voor de dankbaarheid om de plek waar we wonen, voor het mogen zorg dragen voor mekaar en voor onze dieren. Voor de natuur die hier prachtig is maar soms een blok aan ons been: snoeien, opruimen, knotten telkens weer opnieuw. We zagen hoe mooi de lindeboom uitliep, de bloesem van de kersen- en appelbomen. We vonden een prachtige wilgenhoutrups.

Doordat de jacht uit ons leven verdween, ontstond er plek om te zien en te genieten van al wat kiemt en groeit en bloeit. Ook de aandacht en de betrokkenheid tussen ons groeide, wat ruimte schiep om te genieten van de kleine tekens, gewoon tevreden met wat kan, met wat is. Ook zien dat de ander ruimte nodig heeft om te niksen, te prutsen of weg te dromen bij een goed boek. Al lachend zeiden we aan elkaar: “‘t Mag zo ieder jaar een periode zijn van zalige rust”. Met de creativiteit van onze kinderen en kleinkinderen kunnen we alleen maar ongelofelijk blij zijn: een hart van schelpen uit de schattendoos aan de achterdeur, een hart met versierde dennenappels voor mijn verjaardag op afstand, een tekening naar een vrije interpretatie van een schilderij van Van Gogh, zelfgebakken koekjes en ga zo maar door ... Zonder corona zou de creativiteit minder zijn omwille van de vele dingen die zouden moeten, die we zo onontbeerlijk vonden.

De aandacht van velen, de zorg, de natuur, de zalige rust- en werkplekken in en rond ons huis, de warmte tussen ons, zalig tafelen met twee: ‘t is leven als God in Frankrijk!

Herman en Annita Tiebos-Aertgeerts

Natuur ...
Rust ...
Vorige Volgende

Toeren tussen torens

Toeren tussen torens

De voorbije maanden werd ons herhaaldelijk op het hart gedrukt waar we bij voorkeur moesten blijven. Maar we mochten ook niet nalaten naar buiten te gaan en voldoende te bewegen ... uitsluitend in de buurt. Nu het samen vieren in onze kerken nog niet is toegestaan, groeide bij me het idee om alle kerkgebouwen op Liers grondgebied tijdens een fiets- of wandeltocht een bezoekje te brengen. De uitstippeling op een topografische kaart leerde me dat de route 25,20 km lang zou zijn. Ongewis over mogelijke fietsobstakels onderweg, koos ik voor de pittige wandeltocht.

Parochiekerk Sint-Jan Evangelist (Koningshooikt)
Parochiekerk H. Familie (Leuvense Poort)
Voormalige Kluizekerk
Sint-Pieterskapel
Voormalige jezuïetenkerk Sint-Jozef
Parochiekerk Sint-Gummarus (Centrum)
Vorige Volgende

Woensdag 27 mei, een prachtige lentedag met zomerallures, tevens wijdingsverjaardag van pastoor Jan (proficiat!). Met de wandel-gps in de hand trek ik erop uit en kom al meteen de eerste kerk tegen: Sint-Jan Evangelist in Koningshooikt. Daarna gaat het verder richting Lier. Om de drukke Aarschotsesteenweg te vermijden, volg ik een pad tussen de weiden naar het natuurreservaat ‘Fort van Lier’. Na dit aangename oord van rust en natuur beland ik aan het Netekanaal waar meer bedrijvigheid heerst. Langs een trap klim ik naar de brug van de Berlaarsesteenweg, steek deze over en zie de parochiekerk H. Familie voor me oprijzen.

Over de Netebrug aan de Leuvense poort draai ik rechts het jaagpad op tot bij de nieuwe fietsersbrug en buig dan door de Sionsite links de stad in. Hier liggen enkele kerken en kapellen dicht bij elkaar: de voormalige Kluizekerk, de Sint-Pieterskapel, de voormalige jezuïetenkerk Sint-Jozef die nu de Stedelijke Academie herbergt, en de collegiale Sint-Gummaruskerk als hoofdkerk van Lier. Op naar de Grote Markt waar niet alleen het stadhuis met belfort en enkele andere historische gebouwen staan te pronken, maar ook de Sint-Jacobskapel. Hier kan men overdag altijd binnenlopen om een kaarsje te branden of voor een gebedje.

Via de centrumwinkelstraat arriveer ik bij de Heilig Kruiskerk, de zondagskerk van onze pastorale eenheid Heilige Gummarus en Zalige Beatrijs. Na een eindje over de vest, de Lispersteenweg met zijn eeuwig gesloten spoorslagbomen – zo lijkt het toch vaak – en het voetbalstadion bereik ik de kerk van Lisp, toegewijd aan Sint-Jozef en Sint-Bernardus en tevens Mariabedevaartkerk. Ook hier staat de deur altijd open. Dan doorkruis ik enkele woonstraten om tot bij de volgende kerk te komen, de Heilig Hartkerk aan de Antwerpsesteenweg.

Sint-Jacobskapel
Parochiekerk H. Kruis (Kartuizers)
Parochiekerk Sint-Jozef & Sint-Bernardus (Lisp)
Parochiekerk H. Hart (Antwerpse Poort)
Parochiekerk O.L.V.-Onbevlekt (Lachenen)
Begijnhofkerk Sint-Margarita
Vorige Volgende

Vervolgens loop ik bij het station onder de spoorlijn door en sla rechts de Baron Opsomerlaan in, dwars de Dungelhoeffsite en verlaat het stadscentrum via de Mechelsesteenweg. Achter de parochiekerk O.L.V.-Onbevlekt bevind ik me weer in landelijk gebied, maar niet voor lang, want de Ouderijstraat leidt me terug naar de stad, naar het begijnhof met zijn Sint-Margaritakerk en zijn vele historische gebouwen. Nog even de Gevangenenpoort en de Zimmertoren bewonderen voor ik langs de Nete en de Waversesteenweg het centrum achter me laat. Meteen ontwaar ik de wit-rode streepjes van langeafstandswandelroute GR12 (Amsterdam - Parijs) die me langs veldpaadjes en binnenwegen weer naar mijn vertrekpunt brengen.

De route kan ook per fiets afgelegd worden en is naar believen in te korten. Daarbij moet men wel rekening houden met eenrichtingsverkeer in sommige straten, enkele smalle maar redelijk berijdbare paden (o.a. in Fort van Lier, op Tallaart en in Koningshooikt centrum), twee draaipoorten op Tallaart waardoor fietsers een ommetje moeten rijden via Heuvelstraat, Euster en Wandelingstraat op Duffels grondgebied. Veel wandel- of fietsplezier!

Roger

Nabijheid

Vanuit mijn ligstoel laat ik de zonnige uren van pinkstermaandag ongeteld aan me voorbij glijden. Een frisse bries komt en gaat. De kippen van de buren maken gezellige geluidjes. Op mijn schoot ligt het gedenkboek van mijn tante. Ze overleed vier maanden geleden. Een brandende witte kaars op de omslag straalt een subtiele warmte uit. De mooie woorden van haar vrienden ontroeren me. Op een lege pagina schrijf ik met trage letters drie keer Wees Gegroet Maria. Eromheen tekent mijn pen muzieknoten. Uit een vergeten hersenkronkel komt een solsleutel aanzetten. Die wil er ook bij.

Els Coenen

Wees Gegroet Maria kreeg op 26 januari 2020 een nieuwe kleur voor mij. Het was iets na negen in het rusthuis. De drukte van de avondzorg was voorbij. De nachtverpleging had zich aangemeld. Ik zou voor het eerst blijven waken. Zoals de voorbije drie dagen schoof mijn hand onder de lakens om een licht contact te maken met haar knokige voorarm die ruw aanvoelde. Neem je tijd, fluisterde ik. Zo nu en dan schokte haar lichaam. De regelmaat van haar reutelende ademhaling deed me bijna wegzinken in een trance. Ik stond op en boog me over haar heen. Tante Margriet dank je wel voor alles, zei ik. Ook in naam van alle mensen voor wie je zo goed gezorgd hebt. Dank je wel. Haar ademhaling stokte. Oh mijn God, dacht ik, nu gaat het gebeuren. En toen, uit het niets, begon ik te zingen. Wees Gegroet Maria. Wees Gegroet Maria. Wees Gegroet Maria. En opnieuw. En opnieuw. De melodie klonk oeroud. Of was het tijdloos? Op deze golf wilde haar ziel surfen. Samen met de adrenaline stroomde er dankbaarheid door mijn lijf. Mijn tante zoog met krachtige teugen lucht naar binnen. Na pauzes die steeds langer werden, blies ze die fluitend weer uit. Haar ogen gingen open en dicht. Tot mijn verbazing bleef ik rustig doorzingen. Het viel me op dat de Gegroet anders klonk dan normaal. Hij projecteerde zich in onze bubbel met een nieuwe betekenis. Naast een begroeting bevatte hij ook een intentie om te blijven. Met elke nog-niet-de-laatste ademstoot kwam ze naderbij de Onze-Lieve-Vrouwepoort. Die leek vertrouwd terrein. Diep van binnen jubelde ik maar mijn rationele zelf bleef alert. Het geijkte ritme van de mantra hield stand. Falen was geen optie. Van haar vroegere angst om te sterven, waarvoor haar vriendin me gewaarschuwd had, was niets te merken. Ze bewoog moedig en vol overgave naar haar doel. Minuten later kwam de laatste. Sereen. Gracieus. Groots.

Nabijheid maakte deze beleving zo mooi. Nabijheid was toen nog vanzelfsprekend. Als ik niet oplet, voel ik schaamte om dit verhaal nu te delen in deze coronatijden. Aan een journaliste van De Standaard vertelt een begrafenisondernemer uit Bergamo zijn verhaal. Hij zal nooit het geluid vergeten van de rinkelende mobiele telefoons in de plastiek zakken met persoonlijke spullen naast de vele lichamen die hij dagelijks ging ophalen. Diezelfde podcast neemt me mee naar een kerk. Voor ze weer opengaat voor eucharistievieringen houdt de parochiepriester een rouwritueel. De journaliste noemt het moment waarop hij de namen voorleest van de honderdzesennegentig parochianen die stierven door Covid-19, behoorlijk emotioneel. Op de achtergrond speelt zacht het orgel. Hulppriesters steken kaarsen aan. Ik sluit mijn ogen en zie honderdzesennegentig lichtjes. Voor deze zielen zongen de beademingsmachines en zuurstofpompen een mantra.

Voelden zij in hun hart de nabijheid van hun geliefden? Is afstand een verzinsel van de verdwaalde mens? Is aan de andere kant van de poort liefde altijd en overal nabij? Is ze dat hier ook?

Els Coenen – www.in-balans.one

Nabijheid

Blij en dankbaar!

Ik ben blij dat we 2 maanden verder zijn. Dank aan al die voor de coronapatiënten gezorgd hebben. Die hebben de HEMEL verdiend. Ik hoop dat ze goed kunnen uitrusten. Juf en kleuters weer samen. Gelukkig geen winter. Nu is het niet handjes draaien, maar wel handjes wassen. Corona heeft ook goede kantjes: we denken veel meer aan anderen. Hoe zouden sommigen erdoor geraken? Dan maar een berichtje sturen. Ik heb van mijn huis en tuin genoten. Wat kan ik verbeteren. Parochieblad helemaal uitgelezen. Proficiat E.H. Jan Verheyen, pastoor-deken. Ik was erbij in 1979 toen Jan gewijd werd. Het was een mooie viering met heel zijn familie. Ik zal een gebedje doen. Volhouden en dankbaar zijn dat we nog leven en ik steek nog een kaarsje aan voor alle helpende mensen.

Simonne Van Rymenant

Simonne Van Rymenant

Vele weken mochten we meegenieten met de ervaringen van parochianen (en anderen!) in deze coronatijden, maar nu sluiten we af. Het virus is nog niet weg, maar intussen werden de maatregelen wel serieus versoepeld. Een hele dikke merci aan iedereen die de afgelopen weken een bijdrage leverde!

Gepubliceerd door

Pastorale Eenheid H. Gummarus & Z. Beatrijs Lier

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Belgische jongeren - WJD Portugal 2023 © Don Bosco
readmore

Jaarrapport van de katholieke Kerk in België 2024

icon-icon-persbericht
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook