Er werd met veel verwachting uitgekeken naar de persconferentie van de Nationale Veiligheidsraad van vorige vrijdag. De hoop was groot. Verschillende dingen waren al eerder zeker: geen zomerfestivals, geen wielerfeesten, niet direct voetbalmatchen. Alle fans en supporters mogen hun sjaals, toeters en bellen nog een tijd opbergen.
De Emmaüsgangers
Ook de Emmaüsgangers, die we vandaag in het Evangelie ontmoeten, waren met zeer weinig vuur op stap. Ook voor hen was de kermis uit. In Jeruzalem is hun Heer en Meester buitenspel gezet. Jezus is door de Joodse en Romeinse scheidsrechters van het veld gestuurd. Rode kaart. Hij was dood, niet door het coronavirus maar door de afkeer van de religieuze leiders. Een koude douche voor allen die hoopten dat Jezus de langverwachte Messias was die Israël in zijn oude glorie zou herstellen. Als diep ontgoochelde supporters keren ze Jeruzalem de rug toe en de sjaal zal zonder twijfel goed verstopt zitten in één of andere binnenzak. En onderweg ook geen toeters en bellen meer maar heel veel stilte, doordrongen van ontgoocheling en onbegrip. Er zijn geen woorden voor. Wat zal je trouwens nog zeggen: altijd datzelfde verhaal. Je zou wel duizend keren hetzelfde kunnen zeggen. Alsof je de ooggetuige was van een ongeval of een moord. Alsof je als ouder door een stom toeval je kind verliest, de beslissende penalty hebt gemist. Je zou het wel duizend keren kunnen zeggen, maar het verandert niets. Je zou het aan de muren, aan de bomen willen uitroepen, maar muren en bomen antwoorden niet. En zoveel mensen zeggen snel: ‘Ja, ik weet het al. Je hebt het al verteld.’ Je kan het soms zo van hun gezicht aflezen: ‘Begin er niet opnieuw over. Het brengt geen aarde aan de dijk. Beklaag jezelf zo niet. Je maakt er gewoon jezelf mee ziek!’
Iemand die toch meegaat
Dan zou je geld geven, dierbaren, voor iemand die toch maar even met je verder loopt. Iemand die weet wat je gaat vertellen en toch onbevangen luistert alsof je voor de allereerste keer je verhaal doet. Iemand die gewoon luistert, iemand die je onmacht wilt delen en aanhoren en ze misschien begrijpt vanuit zijn eigen situatie, zijn eigen levensgeschiedenis. Iemand die stamelend kan zeggen: ‘Ik kan vermoeden wat je meemaakt.’
Eén van de twee Emmaüsgangers gaat naamloos door het leven. Wij mogen gerust onze eigen naam invullen en ons afvragen: waar liggen de momenten van pijn en onbegrip in mijn eigen leven? Wie of wat maakt mij bang en moedeloos? Waar deel ik het lot van die radeloze, ontgoochelde stappers uit het Evangelie? Waar zitten de ontgoochelingen van mijn eigen bestaan? Ben ik niet te fier om mijn eigen zwakte aan mensen mee te delen? En verder: zie ik de pijn en de machteloosheid van de mensen uit mijn omgeving? Voor wie mag ik die Cleopas uit het evangelie zijn? Wie zijn de tochtgenoten uit mijn leven en voor wie ben ik een echte tochtgenoot? Wie verwijst mij naar de levende Heer?
De moeilijke weg verder gaan
Vele maatregelingen omwille van het coronaprobleem blijven dus nog een tijd van kracht. Velen worden het beu. Geen moederdag. Geen samenzijn met vrienden en familie. Maar we moeten de moeilijke weg verder gaan. Elkeen beseft van langs om meer het belang van familie en vrienden. Elkeen zoekt meer en meer naar zin en vervulling, naar toekomst. Dikwijls is het leven hard, zoals nu, maar gelukkig mogen we hopen en vertrouwen, dankzij de liefde en de aanwezigheid van mensen die ons Christus laten zien!
Laat ons op weg naar Emmaüs – getekend door zoveel wanhoop en ontgoocheling in ons leven – aan elkaar aanvoelen dat onze uiteindelijke bestemming nog steeds Jeruzalem heet. Onderweg in dit leven, vergezeld door enkele Cleopassen zullen we onze eindbestemming ervaren: de Verrezen Heer! En Hij, ja Hij gaat een eindje met ons mee!
Zijn Paasvrede moge uw hart doen branden van hoop en vertrouwen!
Gino