De vondst van het heilig kruis leidde vooral vanaf de kruistochten tot een onstuitbare verspreiding van kruisrelieken en daarmee ook tot verspreiding van het feest van de Kruisverheffing. Bovendien heeft de verspreiding van de Cisterciënzers en Trappisten over Europa een rol gespeeld, aangezien in hun spiritualiteit de Kruisverheffing van bijzonder belang is. Het tonen van het kruis als teken van verlossing door Christus verspreidde zich zo door de hele Kerk. Naast het kruis kwamen ook de spijkers van Jezus' kruisiging weer tevoorschijn, de lans waarmee Hij was doorstoken en het opschrift met de letters 'INRI'. De tunica van Jezus, waar de soldaten onder het kruis hadden om gedobbeld, werd eveneens ontdekt. Die liet Helena tezamen met het gebeente van de apostel Matthias overbrengen naar Trier, de toenmalige keizerlijke residentie. Zij gaf er de aanzet tot de bouw van de domkerk; daar werd de heilige tuniek bewaard en voor pelgrims tentoongesteld. Zo ontstond er de devotie tot de Heilige Rok. Helena liet ook de plaats bepalen waar Jezus was geboren en liet er een kerk bouwen. Ook op andere heilige plaatsen liet Helena kerken bouwen.
Uiteraard moet dit alles wel wat genuanceerd worden. De kerk stelt dat de echtheidsvraag niet bepalend is, niet het voorwerp als zodanig maar wel achterliggend gedachte, geloven in Jezus is de boodschap.
Betekenis van het kruis
Het kruis is hét symbool van het christendom geworden, en dit mag ons oprecht verbazen. Want het kruis was tweeduizend jaar geleden niets minder dan een foltertuig. Welke godsdienst kiest in 's hemelsnaam een foltertuig tot zijn symbool? De kruisiging was een straf uitgevonden door de Romeinen om moordenaars, weggelopen slaven en opstandelingen terecht te stellen. Het kruis werd door de toenmalige tegenstanders van Jezus gezien als bewijs van het ultieme falen van deze 'valse Messias en zijn sekte', maar werd later door zijn aanhangers omgedraaid tot een triomfteken.
Toen de apostel Paulus enkele decennia later op de Areopagus in Athene deze boodschap aan de Grieken bracht, lachten ze hem vierkant uit: 'Hoe kan een gekruisigde man nu de redder van de wereld zijn?' (Handelingen 17, 16-34). Dit stond zo haaks op hun filosofische wereldvisie dat het hun absurd en hilarisch leek, zelfs afstotelijk! Paulus, die ook een gestudeerd en intelligent man was en de Griekse denkers kende, besefte: ‘Wij prediken Christus, de gekruisigde, voor de Joden een struikelblok (of: aanstoot) en voor de Grieken een dwaasheid' (1 Korintiërs 1, 22-23). Maar Paulus ging de boodschap niet aanpassen aan hun begripsvermogen, hij wou hun begripsvermogen openbreken. Later schreef hij hierover: ‘Ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, door wie de wereld voor mij gekruisigd is, en ik voor de wereld’ (Galaten 6,14). De boodschap van het kruis snijdt diep in het vlees van een mens, in zijn trots en zelfgenoegzaamheid, maar is daarom op geestelijk vlak uitermate bevrijdend. Het heeft iets bitters, maar dat bittere is precies een genezend medicijn. Ook al is het niet iets populairs of gemakkelijk te verkopen in deze wereld, een christen mag fier zijn op het kruis!