Aswoensdag werd een test: in alle kerken werd er as opgelegd, gezegend in de eerste van de drie vieringen in het Heilig Kruis. Ondertussen zochten we verder. Bezinningsbundels werden gemaakt voor elke week van de Veertigdagentijd en op grote schaal verspreid. Elke zondag van de Vasten was er in de namiddag aanbidding bij het Allerheiligste, telkens in een andere kerk van de Pastorale Eenheid. Teksten uit de bezinningsbundels boden inspiratie daartoe.
Het weekend van 20 en 21 maart werd er opnieuw gestart met de weekendvieringen. We hadden een inschrijvingssysteem gevonden: elke woensdag- en donderdagvoormiddag kon er getelefoneerd worden naar een centraal nummer en men kon ook inschrijven via de website van de Pastorale Eenheid. Die vertoonde af en toe nog wel kinderziektes, maar het werkte.
Ik heb het dikwijls herhaald: het is niet de sympathiekste manier – naar de kerk mogen komen als je ingeschreven bent – maar de overheid dwingt er ons toe. We waren er toch wel blij mee dat we weer konden vieren en weer parochianen konden ontmoeten, weliswaar op afstand ...
En zo gingen we dan de Goede Week in, die bijzondere week in voorbereiding op Pasen. Met het team van de Pastorale Eenheid hadden we de week ervoor nog een online vergadering gehouden hoe we die Goede Week inhoud zouden kunnen geven, gezien die beperking van het aantal aanwezigen in onze vieringen. We besloten de klassieke avondvieringen van Witte Donderdag en Goede Vrijdag niet te houden, maar wel een alternatief te voorzien. Blijkbaar viel dit toch in goede aarde, hoewel ik persoonlijk een enorm gemis heb ervaren.