Deze geschilderde voorstelling van Onze-Lieve-Vrouw met het Kind Jezus op de arm is een in het Midden-Oosten en Rusland zeer verspreide en vereerde icoon, die in de loop van de geschiedenis bekendheid verwierf onder de benaming van Moeder (of Onze-Lieve-Vrouw) van Altijddurende Bijstand. De originele miraculeuze icoon, die zich bevindt in de kerk van de heilige Alfonsus van Liguori van de paters Redemptoristen te Rome, werd vermoedelijk geschilderd op het eiland Kreta op het einde van de veertiende eeuw. Na heel wat wederwaardigheden gekend te hebben sinds haar verdwijning op Kreta (eind van de vijftiende eeuw) kon paus Pius IX de beeltenis in 1866 toevertrouwen aan de paters Redemptoristen met de uitdrukkelijke opdracht haar over gans de wereld bekend te maken en te doen vereren. De kroning van de icoon op 13 juni 1867 door de deken van het Vaticaans kapittel bracht haar tot grote bekendheid.
Onze icoon stelt Moeder Maria voor met het Kind Jezus op de arm. Het is een icoon van het zogenaamde Hodegetria-type, waarbij Maria naar haar zoon wijst. Ze kijkt niet naar Jezus, maar haar ogen zijn op ons gevestigd. Het Jezuskind krijgt een visioen: twee engelen, Gabriël (links) en Michaël (rechts), verschijnen met de toekomstige lijdenswerktuigen, het kruis met de nagels, de lans en de rietstok met spons. Maria en Jezus schrikken zo hevig dat van de schok één van zijn sandaaltjes losraakt en Jezus' handjes bescherming zoeken in de hand van zijn Moeder. In haar blik ligt een stille, onbeschrijflijke droefheid.
De Griekse letters in afgekorte vorm duiden de afgebeelde personen aan: Moeder Gods, Jezus Christus, aartsengelen Gabriël en Michaël. De kronen van Maria en Jezus behoren niet tot de oorspronkelijke icoon, maar werden later aangebracht.