Jezus' Hart in het Johannesevangelie
De liefde van Jezus, de tederheid van zijn hart komt in alle evangelies sterk naar voren door zijn aandacht en daadwerkelijke liefde voor mensen in nood, zieken, melaatsen, gebrekkigen en zondaars, mensen die vaak door anderen uitgestoten werden. Zijn hart was echter wereldwijd, ging uit naar de mens van alle tijden en van overal. Daartoe was Hij gekomen, om de mens van alle tijden het heil te brengen. Daarvoor had Hij alles over. Johannes, de leerling die Jezus liefhad, stelt dat zeer sterk in het licht waar hij Jezus laat zeggen: 'Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen' (Joh. 10, 11). Jezus wilde dat de mensen zouden leven van Zijn leven: 'Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets' (Joh. 15, 5). Daarom is het Sacrament van de Eucharistie ook zo sterk in zijn betekenis: 'Neem en eet, dit is mijn Lichaam; Neem en drink, dit is mijn Bloed, dat voor u en voor de velen wordt vergoten ...'
De liefde van Jezus in een kille tijd
De tijd waarin Margaretha-Maria leefde, was in feite een hoogtij voor het Jansenisme. Deze afwijkende leer was een echte beproeving voor het christen volk. God was voor hen een strenge Meester. Slechts weinige mensen waren uitverkoren. De wil van God, zijn geboden en verboden wogen zwaar op de mensen. De meesten voelden zich onwaardig om tot God te naderen. Weinigen durfden of mochten communiceren in de eucharistieviering. Gods volk liep gebukt onder dit strenge geloof. Hoewel veroordeeld door het leergezag, had het toch veel impact op het gelovige volk. Juist in die tijd openbaart Jezus te Paray-le-Monial aan Margaretha-Maria Alacoque de liefde van zijn hart. Hij doet zich kennen als de Minnaar van de mens. 'Dit is het hart dat de mensen zozeer heeft liefgehad.' Dit is een zin die wij voortdurend voor de geest mogen houden. Zelfs als in de verdere openbaringen aan Margaretha-Maria er allerlei klanken zijn van uitboeting, voldoening, eerherstel, toch ligt de klemtoon op de liefde van Jezus' hart.
Paray-le-Monial wil ons uitnodigen tot de beschouwing van Gods Liefde die zich in Jezus heeft geopenbaard als een liefde die zich geen grenzen heeft gesteld. 'Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn Enige Zoon heeft gezonden, niet om de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden'. Paray-le-Monial is – zoals gezegd – het centrum van waaruit de devotie tot het heilig Hart van Jezus verspreid is over de hele wereld. In zekere zin was die devotie tijdgebonden. Maar in feite gaat het over de blijvende liefde van God voor de mens. De Heer zelf heeft de wereld er attent op willen maken dat Hijzelf de Bron van alle heil is.
'God is liefde' (1 Johannes 4, 16b)
Dit is in feite de boodschap van Paray-le-Monial, een boodschap zo oud als de Bijbel: God die van de mensen houdt, die hun hart willen winnen ... om hen gelukkig te maken. Heel de geschiedenis van het oudtestamentische Godsvolk is een liefdesverhaal, een woord van liefde, doorheen alle ontrouw vanwege de mens.
Johannes schrijft: 'Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn Eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered'. (Joh.3, 16-17 vgl. 1 Joh. 4,9-10). En ook nog: 'Ik geef mijn leven voor mijn schapen' (Joh. 10, 15b). Liefde is het grote woord, de grote werkelijkheid van waaruit wij mogen leven: Gods liefde voor ons in Jezus Christus. Het 'Hart' is het symbool, dat hart, dat doorstoken werd op Calvarie.