Marc Calmeyn debuteerde een maand geleden met het essay Depressie is menselijk. Die titel lijkt een open deur in te trappen, maar de invulling die de psychiater geeft aan “menselijk”, is niet voor al zijn vakgenoten de meest gangbare. Ook met zijn voorbehoud tegenover een al te biomedische benadering van psychiatrie laat hij een kritisch geluid horen. In Tertio nr. 1.114 van 16/6/’21 maakt hij nogmaals zijn punt.
“Hopelijk zal mijn essay mensen inspireren in het zoeken naar meer waarheid in wat we denken en doen, onder meer door aandacht te hebben voor het existentiële. Er staat daarover een prachtige zin in paus Franciscus’ apostolische brief Patris Corde: ‘De werkelijkheid, in al haar mysterieuze en onherleidbare complexiteit, is de drager van existentiële betekenis, met alle licht en schaduw van dien’. Middenin die complexiteit bevindt zich de psychiatrie. En daarin probeer ik vanuit de wetenschap verheldering te brengen. Daarbij hanteer ik het principe van Willem Ockhams scheermes, dat er simpel gesteld op neerkomt dat ter verklaring van eenzelfde verschijnsel een eenvoudige theorie de voorkeur geniet boven een complexere uitleg. Op dat principe is ook de antropopsychiatrie gebaseerd. Die theorie kan psychiatrische aandoeningen verklaren vanuit slechts vier basisdynamieken in de mens. Het contrast met de honderden diagnoses in de DSM-V (de 5de editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders van de American Psychiatric Association, die internationaal als standaard geldt in de psychiatrische diagnostiek, nvdr) is groot. De DSM is een classificatie zonder onderlinge samenhang. Het aantal diagnoses is sinds de jaren 1950 bovendien verdrievoudigd. De constructie van de DSM gelijkt op een krakkemikkig huis dat op los zand is gebouwd en dat met provisorische steunbalken wordt gestut. Maar een theorie moet toch iets van waarheid tonen en een innerlijke logica en bewijskracht bezitten?”
“In de antropopsychiatrie is dat het geval. Er zijn vier basisdynamieken die de mens richten in relaties, werk, gezondheid en ziekte, en daaraan beantwoorden vier basispathologieën: perversie, neurose, psychose en de cluster van stemmingsstoornissen, verslaving en psychopathie. Die zijn in de mens sowieso aanwezig, soms ook in hun pathologische vorm. Dat is het ‘schandaal’ van de psychoanalyse: ieder van ons heeft in mindere of meerdere mate kwetsbaarheden en we kunnen allemaal verstrikt geraken in psychische problemen. Er is geen scherpe lijn te trekken tussen wie ‘gezond’ en ‘ziek’ zijn. Tevens is een psychiatrische aandoening niet iets wat je per definitie voor de rest van je leven hebt.”
In uw visie op psychiatrie bent u ook geïnspireerd door de Japanse kunst van kintsugi, waarbij gebroken keramiek gerepareerd wordt met goud- of zilverkleurige lak.
“Kintsugi is een mooi beeld om herstel te begrijpen zonder de mechanische connotatie van mensen ‘oplappen’ om ze weer te laten meedraaien in de maatschappij. Herstel mag niet alleen daarop gericht zijn. Het gaat erom iets te doen met die breuklijnen, ze te ‘verzilveren’. Je moet ze niet verhullen, want als je streeft naar dezelfde toestand van voor het breukmoment, blijft uiteindelijk alles hetzelfde. Verandering, zowel fysiek, psychologisch, sociaal als existentieel, is en blijft de boodschap.”
Abonneer of vraag een proefnummer via www.tertio.be