Beste zusters en broeders,
De afgelopen periode was voor ons dekenaat een bewogen periode. Voor nieuwe voorganger(s) betekent het thuiskomen in de verschillende gemeenschappen, mensen leren kennen.
Voor anderen is het afscheid nemen en nieuwe oriëntaties en uitdagingen aangaan. Ondertussen is er het pijnlijke nieuws uit de parochie Brakel-Lierde. Het nieuws van de preventieve schorsing van de pastoor is bij vele mensen in de parochie Brakel-Lierde hard binnengekomen.
Laten we voor alle betrokken partijen bidden om genade en barmhartigheid. Er is ook de parochie in Geraardsbergen die zich aandient en op een aanstelling wacht. Doorheen dat alles lijkt het me duidelijk dat we als kerkgemeenschap in een periode gekomen zijn waar nieuwe uitdagingen naar de toekomst toe zich aandienen.
Hoe kijken we naar de toekomst?
Velen onder ons weten van waar we gekomen zijn. Weten hoe het vroeger allemaal was. Weinigen hebben zicht op de toekomst. Niemand weet wat het werkelijk zal zijn. Niet zelden is het verlangen zoveel mogelijk uit het verleden te behouden of er naar terug te keren. Het is menselijk.
Tegelijk begrijpen velen dat het moet veranderen, maar niet altijd dat we zelf moeten veranderen.
Om een voorbeeld te geven: zelden heeft men er een probleem mee als de viering in de kerk van het nabijgelegen dorp niet meer kan doorgaan, echter wel als die van het eigen dorp niet meer kan doorgaan.
Zelfs al zijn er enkel een tiental aanwezigen. Weinigen – zelfs beleidsmakers in onze kerk – hadden in 2016 - toen de nieuwe reorganisatie van de parochies is doorgevoerd – gedacht dat er in 2023 al nieuwe parochies zouden zijn die geen eigenstandig pastoor zouden hebben.
Wat moeten we doen als we niet bij de pakken willen blijven zitten?
Vooreerst de werkelijkheid onder ogen zien. Er is wat er is aan geloof en Kerk. Er is ook wat er niet is aan geloof en Kerk. Het helpt ons niet vooruit door nostalgisch naar het verleden te blijven kijken.
Het helpt ons ook niet vooruit een virtuele Kerk op te bouwen in de ‘cloud’. Noch helpt het door onszelf zoet te houden met de ‘nog’-kerk. ‘We hebben onze kleinkinderen ‘nog’ laten dopen. Ze zijn ‘nog’ eens naar de mis geweest.’
Durven we waarachtig onze eigen toestand als ‘gelovige christen’ en die van onze kerkgemeenschap onder ogen zien?
Niet om schuldigen te zoeken door wie het allemaal zover is kunnen komen. Maar om kansen te zien hoe we kunnen groeien in het geloof, in het leerling zijn van Jezus, in het Kerk zijn.
Wat wil Jezus van zijn Kerk?
In crisisperioden is het goed eens stil te staan bij enkele belangrijke vragen. Waartoe dient de Kerk? Wat is haar zending? Wat is haar bestaansreden? Hebben we als kerk een Bijbelse grondslag?
Zonder hoogstaande theologische referaten te houden, kunnen we leren uit enkele belangrijke verzen.
Een van de belangrijkste verzen over het bestaan van de Kerk, zoals de volgende uit Matteus 28,19-20, zijn: “Ga, en maak alle volkeren tot leerling; doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest, en leer hun alles te onderhouden wat Ik jullie geboden heb”. Hieruit blijkt de viervoudige opdracht die Jezus gaf en geeft aan de Kerk. Deze opdrachten horen bij elkaar en hebben wel degelijk een bepaalde volgorde.
Het volstaat niet door er één enkele opdracht uit te selecteren en uit te voeren, zoals het doopsel. Terwijl we de andere verwaarlozen of als nutteloos bestempelen. Toen ik iemand daarover sprak zei hij mij met enige verontwaardiging en tegelijk vastberadenheid in zijn stem: ‘Dan zal je van nul moeten starten!’
Wel, als dat zo is, dan is dat zo, antwoordde ik de man: ‘Laten we dan van start gaan.’ En inderdaad we begonnen een lang en boeiend gesprek waarbij ons beider kijk verbreedde en we tegelijk ook Jezus beter leerden kennen door samen over Hem te praten.
Het was misschien niet het eenvoudigste gesprek. Maar als we elkaar achteraf tegenkwamen en er nog over spraken, hielden we er beiden een warm gevoel aan over en voelden ons dichter bij Jezus.
Wij allen, zusters en broeders, worden door onze Heer Jezus uitgedaagd om stil te staan bij onze roeping en onze zending en samen als zijn leerlingen op weg te gaan.
Heel concreet betekent dit dat we met de verschillende parochieploegen zullen samen komen om te bidden, na te denken en te kijken welke stappen we kunnen zetten naar de toekomst.
Parochieploegen zullen in de toekomst ook meer samen komen om Gods Geest doorheen ieder van hen te laten werken en om samen te groeien en te werken om de kernopdracht die we van Jezus gekregen hebben in elk van onze parochies te laten landen in het pastorale beleid.
Maar ik hoop en bid dat vele christenen uit onze verschillende parochies zich zullen aangesproken weten door de woorden van de Heer om zich ten dienst te stellen van de Kerk.
Moge Gods Geest u bezielen en de moed geven om je in geloof aan Jezus te geven. En wie nog op vakantie gaat wens ik deugddoende dagen en weken.
Emmanuel Vidts,
Pastoor-deken van Zottegem