HOMILIE 21STE ZONDAG DOOR HET JAAR – C
De nauwe deur
Niets is zo frustrerend en ontgoochelend dan na een lange rit of wandeling voor een gesloten deur te staan, vooral wanneer je met blijdschap en spanning al had uitgekeken naar die welbepaalde ontmoeting of dat blij weerzien. Daarom doet het zoveel deugd om in een openstaande deur reeds zonder één enkel woord te lezen dat je echt verwacht en welkom bent. Bekijk bovendien straks eens het uitzicht en de omvang van je eigen voordeur, want ik leerde deze week dat een hoge en brede voordeur aan je huis hebben, in joodse ogen een blijk van hoogmoed, een uiting van hoge dunk over jezelf is.
Jezus daarentegen heeft het vandaag over de nauwe deur die naar Gods liefde leidt. Daarmee is meteen gezegd dat gelovig-zijn in zijn ogen ook betekent dat men zich inspant, dat christen-zijn echt moeite kost en zeker en vast niet zomaar van een leien dakje loopt, als een fluitje van een cent. Nogal wat mensen, en ook jonge mensen, denken vaak het tegenovergestelde: volgens hen is geloven niets meer dan het voor waar aannemen van een paar waarheden en stellingen en het stipt naleven van een paar wetten en spelregels die doorheen de geschiedenis door pausen en theologen werden bedacht en opgedrongen. Geloven is voor hen vaak een passief slikken van voorgekauwde theorieën en bedenkingen. Maar dat aan het gelovig willen door het leven gaan en het gelovig willen blijven, enige actieve, volgehouden en soms moeizaam samen gesprokkelde inzet zou voorafgaan, kunnen zij zich met de beste wil van de wereld niet inbeelden. Met gelovig-zijn gaat het echter niet anders dan met leren koken en schaatsen, computeren en tuinieren: ook hier ‘niets voor niets’.
Jezus weet dus heel goed dat zijn boodschap veeleisend is en uiterste inspanning vraagt. Alleen via de nauwe deur van oprecht en eerlijk geloof, alleen via de nauwe deur van eerlijke zorg voor de medemens in nood, alleen via de nauwe deur van eerlijkheid, rechtvaardigheid en barmhartigheid is de hemelse Vader echt bereikbaar. Wie dus niet bereid is om zich klein en nederig op te stellen en het vertikt om het hoofd te buigen voor God en medemens, wie dus als een opgeblazen kalkoen en met een dikke nek door het leven gaat, voor die mens zal er geen ontkomen aan zijn en blijft God buiten bereik. Niet zomaar, heel eventjes maar misschien wel voor eeuwig en altijd, want als God, als een goede huisvader eenmaal de deur heeft gesloten is er geen kloppen en geklaag meer aan.
Dit evangelie, dierbaren, klinkt streng en ongenaakbaar hard. En misschien mag dat wel eens! We hebben de voorbije decennia te veel gedacht en gezegd dat ‘God wel alles zal verstaan en met alles vrede neemt’. Het kan dus bijlange geen kwaad dat we er opnieuw aan herinnerd worden dat ook God zijn rechten heeft. En dat Hij niet altijd de eerste en de laatste moet zijn die moet inboeten. Waar Hij zestig, zeventig jaar terug, te streng en te veeleisend werd voorgesteld, werd Hij de voorbije decennia al te snel afgeschilderd als een lamme goedzak die voor alles en nog wat begripsvol de ogen sloot. Als we beweren in God te geloven en Hem werkelijk lief te hebben, dan moet dat ook te zien en te voelen zijn in de aandacht en de tijd die Hij van ons krijgt toebedeeld. Voor Hem hebben we dan ook nooit genoeg gedaan en pas als we echt zouden gaan denken dat we tot de eersten onder zijn leerlingen behoren, tot de eersten van de klas, zou Hij ons wel eens opnieuw naar de laatste rij kunnen verwijzen. En het is niet omdat we als eersten, van kindsbeen af, tot het geloof kwamen, dat we ooit op onze lauweren mogen rusten, want de laatbloeiers die effectief blijk hebben gegeven dat ze Jezus’ boodschap hebben begrepen en doen wat Hij vraagt zouden de anciens wel eens kilometers kunnen voorafgaan in de lange rij van Gods geliefden.
Dit evangelie, dierbaren, roept ons op om werk te maken van ons geloof en de deur van ons hart wagenwijd open te zetten voor Jezus van Nazareth en zijn levensgrote droom. Steek desnoods een nieuw slot op je hart. Laat maar een paar sleutels bijmaken en spring de deur van de hemel maar uit haar hengsels. Want voorlopig zegt God nog steeds tegen ieder van ons: ‘Mijn deur staat voor je open. Je bent welkom maar toon ook werkelijk dat je iets voor Mij over hebt en Ik jou wat moeite waard ben. Want eens de deur goed en wel gesloten is, komt elke Mister Minute hopeloos te laat.’ Denk daaraan wanneer je overdag het portaal van onze kerk gastvrij ziet openstaan.
Gino, augustus 2025