SAMEN ONDERWEG (1)
Bouwen aan de geloofsweg
In deze reeks artikelen geven we aanzetten om na te denken en te spreken over de synodale weg waartoe we twee jaar worden opgeroepen ter voorbereiding van de synode die in Rome plaatsvindt in oktober 2023. Daar waar het mogelijk is, spreken we in groepen om inhoud te geven aan het samen op weg gaan in geloof.
SAMEN DE WEG VAN GELOOF GAAN
Een gelovig persoon kan omschreven worden als ‘een mens van de weg’. Jezus zegt van zichzelf dat Hij de weg is. Hij staat dus aan de oorsprong van dit mooie beeld. Wij mogen ons - net als zijn leerlingen - gezonden weten om op onze levensweg zijn boodschap bekend te maken.
Hoe gaan wij de weg van het geloof?
Door een evenwicht te zoeken tussen enerzijds trouw te blijven aan de traditie en anderzijds open te staan voor vernieuwing. Dat zijn twee ‘wegen’ die zich in ons leven kruisen en de keuze – net zoals op een kruispunt – mag ons nooit verscheuren. We hebben een leidraad, een kaart, een gps nodig om de weg van het geloof te vinden. Maar welke bestemming de toekomst van de kerk heeft, is niet zo gemakkelijk weer te geven; hulpmiddelen zijn welkom maar niet alles bepalend.
Samen op weg.
Wel is het duidelijk dat we de weg ‘samen’ moeten gaan. Dat leren we van Jezus, van de jonge Kerk en van de geschiedenis die de groep van christenen doormaakte tot de dag van vandaag.
Wegen verbinden verschillende locaties met elkaar. Verschillende stukjes van een reisweg komen tot een overzichtelijke route. We verdwalen niet als we de weg met anderen gaan; we zijn ‘metgezel’. Zo zijn we in het spoor van Jezus ook gaandeweg op elkaar aangewezen om zijn ‘traject’ te kunnen gaan.
De geloofsweg: verder gaan.
Op een wegenkaart is er soms een rondpunt. Daar kan je niet blijven cirkelen, je moet verder. Zo ook voor de geloofsweg: je mag niet in je eigen visie blijven steken; die is te beperkt. Je moet ontdekken dat je zelf niet het doel bent van de reis. Je bent een onderdeel, weliswaar onmisbaar. Overleggen is noodzakelijk en dat kan je oefenen. Overleggen is een andere keuze dan het zwijgen of het hard maken van je eigen keuze. Meningsverschillen zullen uiteraard altijd voorkomen, maar ze moeten eerder gericht zijn naar oplossingen dan naar problemen. Als we openstaan voor andere meningen zien we dat de weg heel wat breder is dan ons eigen perspectief.
Loslaten
Samen de geloofsweg gaan is een kwestie van ‘zijn’ en niet van ‘hebben’. Het komt erop aan niet vast te klampen aan onze eigen mening of bang te zijn voor gezichtsverlies. De ander moet op onze levensweg beschouwd worden als een reisgezel, iemand die samen met ons gaat. Daarbij is luisteren belangrijk, evenals een houding van gastvrijheid.
Rustplaats en weer verder.
Als we op weg zijn, is een rustplaats vaak welgekomen. Zo is voor onze geloofsweg “het halt houden”, “het tot bezinning komen” ook belangrijk. Het gaat dan om momenten van achterom kijken. Niet om terug te keren, maar om te zien welke richting je verder uit kan. Beide bewegingen zijn belangrijk: achterom kijken en om je heen kijken. Zo kan je de kunst leren van het loslaten. Als je op je levensweg een tunnel tegenkomt, moet je toch het contact met de omgeving behouden?
Als je een brug tegenkomt, moet je die niet gebruiken om vanuit de hoogte te kijken, maar om aan de andere oever te geraken. We moeten streven naar de bereidheid om voor verandering te kiezen, om nieuwe wegen te gaan en andere accenten te leggen.
Samen onderweg
Je bent nooit alleen onderweg. In ons geloof neemt de naaste een centrale plaats in. We moeten vragen, die via anderen op ons af komen, ook daadwerkelijk binnen laten. We moeten ons laten oproepen door anderen. Daarbij kan een tussentijdse evaluatie heel nuttig zijn. We moeten vragen toelaten, er bij stilstaan en tot actie overgaan.
Met de L van leerling
Als je je veilig op de weg wilt begeven, moet je ook starten als leerling. De ‘L’ op een auto duidt aan dat je de tijd krijgt om te leren. Zo moet je ook oefenen om leerling van Jezus te zijn. Als je die leerfase goed doorneemt, verwerf je de kunst om veilig vooruit te gaan. Het zal nooit volmaakt zijn, maar je zal verder kunnen. Je bent een apart puzzelstukje, maar je past in een groter geheel. Samen de geloofsweg gaan, is verbindingen leggen. Dienstbaarheid is daarbij een sleutel.
Grenzen
Er zijn in het verkeer altijd snelheidsbegrenzers. Het komt erop aan niet altijd zo snel mogelijk te gaan. Hoe belangrijk is het om tot onderscheiding te komen. Om altijd de realiteit te toetsen aan de boodschap van Jezus. Als beslissingen samen gedragen worden, is het gemakkelijker om tot besluiten te komen. Soms zal je rustigere wegen kiezen. Je zal naar elkaar toegroeien – in overleg – en afscheid nemen van het eigen gelijk.
Verbonden zijn.
Ook op onze geloofsweg zijn er voorrangsregels. Als gelovige dienen we voorrang te geven aan de Heilige Geest. Hij woont in het hart van elke mens en Hij brengt mensen samen. Hij legt verbindingen tussen mensen. Hij brengt eenheid in de verscheidenheid. Hij weeft draden van verbinding. Hierbij kan Hij niet zonder onze medewerking. In het straatbeeld zijn er invoegstroken. Zo moeten wij ook andere mensen steeds toelaten en verwelkomen. Dus: “een open deur zijn” is wezenlijk in de kerkopbouw.
We zijn mensen van de weg. We zijn Godzoekers. Laten we er werk van maken dat we in beweging blijven. Dat we alles in het werk stellen om de moed niet te verliezen. ”Hopen” is onze opdracht. ‘Hoop’ is een belangrijke wegwijzer die we nooit mogen negeren.
SAMEN ONDERWEG (2)
ACHT AANWIJZINGEN OM DE SYNODALE WEG TE GAAN
Eén Kiezen om ‘samen’ te gaan
Een Afrikaans spreekwoord zegt: “Alleen ga je sneller, samen kom je verder”. De geloofsweg zegt dat we elkaar nodig hebben om christen te worden en leerling van Jezus te zijn. Vandaar het belang van dialoog en een luisterhouding tegenover iedereen. De Kerk moet gezien worden als het volk van God dat onderweg is en waar iedereen meetelt.
Bij de voorbereiding op de synode van oktober 2023 wordt het woord gegeven aan allen. Er is een brede bevraging uitgestuurd. Daarbij zijn er hulpmiddelen. Er bestaat een vragenlijst op papier en online. Eventueel kunnen sommigen voor die bevraging bereikt worden in de zondagsviering of via KERK&LEVEN; anderen kunnen hun mening geven langs de website of de sociale media. Voor sommige thema’s is het ook goed de mening te horen van mensen die verder van de Kerk afstaan. Gestructureerd overleg in een groep van betrokkenen is ook een mogelijkheid. Zo kunnen teams en werkgroepen hun ideeën samenleggen. Een aandachtspunt hierbij is de betrokkenheid van jongeren en randkerkelijken; er moet niet alleen ‘over’ hen, maar ook ‘met’ hen gesproken worden.
Twee Persoonlijke voorbereiding
Ietwat kennis is wel nodig om deel te nemen aan een synodaal proces. Daartoe moet voldoende informatie aangeboden worden. Van wie meespreekt, worden enkele grondhoudingen verwacht. Samen spreken over de weg van geloof gebeurt altijd met vormen van gebed, zowel persoonlijk als in groep. Elke deelnemer dient bereid te zijn om de eigen mening eerlijk te delen en ze in openheid te toetsen aan wat anderen inbrengen. De houding kan dan zijn:
– ontvankelijk zijn voor wat anderen delen;
– eerlijk in openheid inbrengen wat je zelf denkt en voelt.
Beide houdingen vanuit het vertrouwen dat Gods Geest werkt in jezelf en in de anderen.
Drie Elkaar beluisteren
Een groep die spreekt over het synodale proces kan bestaan uit leden die gevraagd worden door verantwoordelijken of ook door mensen die afgevaardigd worden door organisaties en groepen. Eventueel kan men daarbij een vorm van verkiezingen houden of extra mensen coöpteren. Het is goed altijd te geloven dat de Geest spreekt doorheen elke aanwezige. Er is dus een klimaat van vertrouwen nodig. Elke bijeenkomst als voorbereiding bestaat uit enerzijds een luisterronde en anderzijds een onderscheidingsfase.
Vier Toewerken naar een gemeenschappelijk besluit
In de onderscheidingsfase zoekt men naar verbindingen en beluistert men de oproepen van de Geest. Het inbouwen van stilte is een hulp. Daarbij gaat men in:
– op wat er gezegd is,
– op wat ieder raakte in wat anderen zeiden,
– op dat wat vreugde brengt in eigen hart.
Een derde element naast onderscheiding en besluit is een gemeenschappelijke visie. Men kan er verbinding vinden bij ieders aanbreng.
Vijf Gods Geest aan het woord laten
De Geest komt aan het woord telkens er gevierd wordt. Het is goed dat er een liturgische context is, dat de rijkdom van eucharistie en getijdengebed meegenomen wordt. Zo wordt de verbondenheid in het luisteren gestalte gegeven. Samen bidden en kracht vinden in symbolen zijn dus een aangewezen middel. God dient in het centrum te staan. De Geest spreekt tot ons enerzijds in het Woord uit de Bijbel en anderzijds in de tekenen van de tijd.
Bijbelse teksten openen onze geest voor de werkelijkheid die zich vandaag aan ons toont. We moeten zoveel mogelijk signalen uit de omgeving opvangen. Dat kunnen trends zijn die zich aftekenen en ook signalen van hoop of noden en vragen (uit onze geloofsgemeenschap, de brede kerkgemeenschap en de wereldwijde samenleving).
Zes Luisteren en spreken op een andere manier
Het gaat bij christenen om een levenshouding waarbij men gericht tracht te zijn op het verlangen van God. Dat we dus werken aan een andere overlegcultuur. Het luisteren naar Gods stem en naar wat de Geest ingeeft, zijn dus belangrijke aandachtspunten. Wanneer we alle inspanningen die in de samenleving gedaan worden, vergelijken met een geiser, dan staat die op waakvlam; er moet een kracht bijkomen die warm water geeft. De Heilige Geest is in iedere christen aanwezig, maar pas als je Hem vraagt om je te leiden, gaat Hij in je werken en merk je zijn kracht.
Zeven De synodale weg in stappen
a. De voorbereiding. Het is goed het onderwerp duidelijk te omschrijven. Er wordt informatie aangereikt. Er moet afgesproken worden met welke mensen je spreekt. Om het woord van God te laten klinken kan er een gebedsblad aangereikt worden.
b. Tijd van luisteren. In een klimaat van vertrouwen moet iedereen aan bod komen. Stiltemomenten inbouwen kan deugddoend zijn.
c. Leren onderscheiden. Na een luisterronde wordt gezocht naar gemeenschappelijke elementen in hetgeen werd uitgesproken. Men tracht besluiten te formuleren.
d. Komen tot een beslissing. Men zoekt naar conclusies. Die kunnen eerder adviserend zijn, of mogelijk ook bindend.
Acht Belangrijke elementen
In de verre voorbereiding op het synodale proces van 2021 tot 2023 publiceerde de Internationale Theologische Commissie een tekst over synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk. We geven enkele belangrijke elementen daaruit:
– Alle gedoopten kunnen hun bijdrage leveren.
– Er moet openheid zijn voor het Woord van God en voor de tekenen van de tijd.
– Er wordt een proces van besluitvorming gevolgd en in overleg een pastorale beslissing genomen.
– Men heeft aandacht voor de culturele omgeving en voor het leven van de Kerk, dat zich uitdrukt in eucharistie, verzoening en openheid voor Gods Woord.
– In het samen-op-weg-gaan peilt men naar de diepte en de spiritualiteit van de gemeenschap.
– Er is moed nodig bij het spreken en het luisteren.
– Eenheid en dialoog zijn belangrijke ankerpunten.
– Echte dialoog veronderstelt een zekere nederigheid.
– Onderscheiding is de kern van synodale processen.
Het is nodig aandachtig en moedig te luisteren naar wat de Geest ingeeft.
Laten we naar de werkelijkheid kijken met de ogen en het hart van God.
Vertrouwen en openhartigheid zijn sleutels in het spreken met elkaar.
Doorleefd met elkaar op weg gaan brengt ons bij de vreugde en het nieuwe leven dat Jezus belooft.
SAMEN ONDERWEG (3)
ZEVEN WEGEN VOOR HET SYNODALE SPREKEN
a. De gemeenschap waarvan ik lid ben
We halen inspiratie uit de samenkomsten van de eerste christenen, verhaald in Handelingen 2, 42-47. We denken na en spreken over de geloofsgemeenschap waartoe we behoren, over het eigen engagement in de parochie, over de betekenis van de zondagse eucharistieviering, over de stimulansen die de anderen geven voor de opbloei van mijn christen-zijn… Een wever verbindt draden met elkaar; zo probeer ik na te gaan hoe ik – doorheen alle verscheidenheid – gegeven ben aan de anderen.
b. De dienstbaarheid in de gemeenschap
Het Bijbelse verhaal van de barmhartige Samaritaan (verteld in Lucas 10, 25-37) kan inspireren. Wat is nodig om mijn geloof te kunnen omzetten in concrete daden? We kunnen nagaan of er mensen, of groepen van mensen, over het hoofd gezien worden in onze gemeenschap. We delen met elkaar welke wegen van dienstbaarheid mogelijk zijn. Het appél van de ander kan uitnodiging zijn tot sterkere geloofsinzet.
c. De gewaardeerde inzet van vrijwilligers
De parabel van het mosterdzaadje (Matteüs 13, 31-33) kan ons op weg zetten om de kracht te zien van elke inzet, hoe beperkt ook. We kunnen concrete mensen voor ogen halen die zich inzetten voor de gemeenschap. We kunnen dankbaarheid uitdrukken voor wie dragers en trekkers zijn. In eigen omgeving kunnen we verborgen talenten ontdekken. Als mensen goed doen voor een ander, dan zijn we God op het spoor.
d. Het getuigenis en de zichtbaarheid
Jezus nodigt in Matteüs 5, 13-16 uit om het zout en het licht van de wereld te zijn en de lamp niet onder de korenmaat te zetten.
We gaan na hoe wijzelf en christenen rondom ons zichtbaar kunnen zijn in de samenleving. Hoe we vanuit ons geloof smaak geven aan het leven en een licht zijn op de levensweg van medemensen. De aarzeling om te getuigen van de Blijde Boodschap kan keren in moed en kracht als we ons laten leiden door Gods Geest.
e. Veranderen en vernieuwen
In het gesprek met Nicodemus (Johannes 3,1-9) daagt Jezus uit om het ‘weten’ los te laten en nieuwe inzichten toe te laten.
We bevragen ook onszelf, de samenleving en de Kerk over het omgaan met veranderingen.
Laten we op zoek gaan naar tekenen van nieuw leven vanuit de kracht van de Geest. Het is goed stil te staan bij de dingen die we willen meenemen vanuit het verleden, en tegelijkertijd ons af te vragen wat zeker moet veranderen.
f. Verscheidenheid en verbondenheid
We denken verder op het beeld dat Sint-Paulus brengt in de eerste brief aan de christenen van Korinthe (12, 12-27).
Hij brengt het beeld van het ene lichaam en de verschillende lichaamsdelen. We gaan na hoe we verbonden zijn met de anderen. We trachten te zien of de band met de leden van onze gemeenschap hecht is, of we ieders talenten en inbreng voldoende waarderen, of we de eigenheid van de anderen voldoende ruimte geven. We hunkeren naar ware eenheid onder elkaar.
g. Op zoek naar voedsel voor ons leven
De broodvermenigvuldiging - beschreven in Matteüs 14, 14-21 - doet ons stilstaan bij wat ons leven voedsel geeft en wat ons geestelijk verrijkt.
We trachten zicht te krijgen op de kracht die gehaald wordt in eucharistie, gebed, catechese, geloofsgesprekken… Laten we open staan voor de Heilige Geest die ons leert dat Jezus voedsel is voor onszelf en voor heel de gemeenschap. Hij zet ons aan om te delen van de overvloed die Hij schenkt. Als mens hebben we steeds weer te geven en te ontvangen.
Deken Thieu Plessers